Hoe breng je structuur aan in een scriptie? Een goede structuur begint met een goede hoofdstukindeling. Elk hoofdstuk heeft zijn eigen functie. Deze functies moet je kennen voor je een goede scriptiestructuur kunt opzetten. Zet daarom vóórdat je begint met schrijven een hoofdstukindeling en een inhoudsopgave voor je scriptie op papier, of deel de hoofdstukken van een afgekeurde scriptie opnieuw in. Na het lezen van dit blog weet je hoe dat moet.
Standaardindeling
In deze blogpost wordt de meest voorkomende hoofdstukindeling besproken. Deze kan bij bijna alle studies worden toegepast, tenzij je specifieke, andere instructies van je opleiding krijgt.
Belangrijk: Aanwijzingen die je van je opleiding krijgt, wegen zwaarder dan de aanbevelingen in deze blogpost.
Deze standaardindeling van het document loopt synchroon met de fasen die je doorloopt in je onderzoeksproces. Daardoor geeft de hoofdstukindeling die we hier bespreken je veel inzicht in de stappen die jij moet maken om een scriptie te kunnen schrijven. Zet hem op papier voor je van start gaat.
Let op: bij twijfel altijd even afstemmen met je docent.
Hoofdstuk 1: Inleiding (met probleemanalyse en doelstelling)
Het eerste hoofdstuk is de inleiding van de scriptie. Studenten schrijven de inleiding nadat ze hebben bedacht wat het probleem van de opdrachtgever eigenlijk is en wat voor onderzoek daarbij hoort. De scriptie-inleiding is feitelijk een verslag van de probleemanalyse die je als scriptiestudent doorloopt om tot (deel)vragen te komen. Een probleemanalyse houdt in dat jij als onderzoeker/consultant nagaat wat het probleem precies is (=probleemstelling formuleren) en wat er onderzocht moet worden voordat een goede oplossing (aanbeveling) kan worden opgesteld. Veel voorkomende kopjes in dit hoofdstuk zijn: ‘Opdrachtgever’, ‘Aanleiding’, ‘Doelstelling’, ‘Hoofd- en deelvragen’, ‘Relevantie’, ‘Afbakening’ en ‘Leeswijzer’.
Hoofdstuk 2: Theoretisch kader / Literatuuronderzoek
Het theoretisch kader van de scriptie is een verslag van het literatuuronderzoek dat jij uitvoert om te ontdekken wat er allemaal bekend is over je onderwerp en wat het precies is dat je zult gaan onderzoeken. Je ontdekt bijvoorbeeld dat je bij een positioneringsonderzoek ook de concurrentie in kaart moet brengen en bespreekt daarom ook modellen voor concurrentieanalyses, zoals het vijfkrachtenmodel van Porter. Maak een samenhangend verhaal van je theoretisch kader. Doe alsof je een presentatie geeft over een onderwerp: geef een inleiding, praat de ‘slides’ aan elkaar en sluit mooi af.
Hoofdstuk 3: Onderzoeksmethoden
Na het lezen van dit hoofdstuk moet de lezer een goed beeld hebben van wat jij – achter je bureau of op straat – allemaal gedaan hebt om de uiteindelijke resultaten op te kunnen schrijven. Eigenlijk zou ik het onderzoek moeten kunnen herhalen zonder dat ik jou vragen hoef te stellen. De informatie in dit hoofdstuk is daarom best gedetailleerd en misschien een beetje saai. Dat geeft niet, dat hoort zo. Schrijf het hoofdstuk in voltooid tegenwoordige tijd (bijvoorbeeld: “is gevraagd”, “zijn geobserveerd”). Begin het hoofdstuk met een overzicht van de onderzoeksmethoden die je hebt ingezet voor de verschillende deelvragen. Geef daarna óf per deelvraag óf per onderzoeksmethode een omschrijving. Stel dat je enquêtes hebt gehouden, dan maak je een paragraaf ‘Enquêtes’ en werk je de volgende tussenkopjes uit: ‘Verantwoording keuze onderzoeksmethode’, ‘Onderzoeksdoelgroep’, ‘Steekproef’, ‘Vragenlijst’, ‘Dataverzameling’, ‘Data-analyse’, ‘Betrouwbaarheid en validiteit’.
Hoofdstuk 4: Resultaten
In dit hoofdstuk presenteer je de uitkomsten van je resultaten en analyse van je deskresearch en je veldonderzoek. Zet objectief op een rij wat je hebt gevonden. Doe dat bij voorkeur per deelvraag en anders per onderzoeksmethode. De lezer verwacht in dit hoofdstuk de uitkomsten van je onderzoek te zien. Leg niet uit hoe en waar je de informatie gevonden hebt; dat hoort al in je methodenhoofdstuk te staan. De resultaten van je literatuuronderzoek bespreek je hier ook niet; die staan immers al in je theoretisch kader. Je zult bij het schrijven de neiging hebben om conclusies te trekken, maar dat moet je toch nog even uitstellen, want in een scriptie hoor je pas conclusies te trekken in het conclusiehoofdstuk. Het motto is: Bewaar wat voor straks!
Hoofdstuk 5: Conclusie schrijven
Eindelijk is het zover: Je kunt antwoord geven op je hoofd- en deelvragen, sterker nog, je MAG (nu pas) antwoord geven op je hoofd- en deelvragen OMDAT je in het voorgaande hoofdstuk de feiten op een rij hebt gezet waar je de conclusies op baseert. En op deze conclusies baseer je straks weer de aanbevelingen die zullen bijdragen aan het oplossen van het probleem van de opdrachtgever dat je in je inleiding omschreef. De cirkel is bijna rond.
Let erop dat je conclusies meer zijn dan alleen een samenvatting van de resultaten. Hoe zorg je daarvoor? Door een bondig antwoord op een deelvraag te formuleren en dit vervolgens te onderbouwen met argumenten die voortkomen uit je resultaten. Alle conclusies zijn gebaseerd op resultaten: er komt geen nieuwe informatie meer bij. Let erop dat je écht antwoord geeft op je vragen. Als dat niet lukt, kun je overwegen om de verwoording van je deelvragen zodanig aan te passen dat je er met je huidige resultaten wél antwoord op kunt geven. Tot aan dit hoofdstuk bestond je document nog uit losse, sterk gescheiden onderdelen. In dit hoofdstuk verbind je al die losse stukken met elkaar. Maak daarbij ook een koppeling tussen je resultaten en de theorieën of modellen uit je theoretisch kader.
Hoofdstuk 6: Aanbevelingen
Baseer je aanbevelingen op de conclusies. Maak ze concreet. De opdrachtgever moet immers weten wat hij moet doen om dichter bij de door hem gewenste situatie te komen. Het heeft geen zin om aan te geven dat de opdrachtgever “iets met SEO moet gaan doen” om meer leads te genereren, want dan weet hij nog steeds niet wat hij precies moet doen. Maak het dus concreet en adviseer de opdrachtgever bijvoorbeeld een communicatiemedewerker op cursus te sturen of een online marketingbureau in te schakelen. Je kunt eerlijk de voor- en nadelen van je advies vermelden. Wees ook realistisch. Het heeft geen zin om een stichting met een klein budget te adviseren een landelijke tv-reclamecampagne te lanceren om meer naamsbekendheid te verkrijgen.
Toelichting op deze structuur van de scriptie
De scriptiehoofdstukken hebben elk hun eigen functie, hun eigen doel. Het soort informatie dat in de afzonderlijke hoofdstukken staat, is daardoor wezenlijk anders. Als je alle soorten informatie goed weet op te delen in verschillende hoofdstukken, is de kans dat de lezer je goed kan volgen het grootst. Laat de hoofdstukken niet overlappen, haal de boel niet door elkaar: Beperk je in je theoretisch kader tot de theorie en de gangbare modellen en ga daar niet van alles over je opdrachtgever vertellen (want daar is je inleiding voor bedoeld). Beperk je in het hoofdstuk over de onderzoeksmethoden tot de methodologie van je onderzoek en ga er geen theorie uitleggen (want dat hoort thuis in je theoretisch kader). Beperk je in het hoofdstuk over de resultaten tot het droog presenteren van de uitkomsten van je onderzoek en ga nog geen conclusies trekken (‘Bewaar wat voor straks’!). Beperk je in het hoofdstuk over de conclusies tot het antwoord geven op de hoofd- en deelvragen en ga nog geen advies geven over wat de opdrachtgever met de conclusies moet doen… Volgens mij begrijp je nu het systeem van de scriptie, of niet? Het is even wennen, maar als je flink oefent en jezelf blijft corrigeren, dan krijg je het systeem van de scriptie al doende in de vingers.
Wijk gerust van deze standaardindeling af
Je kunt deze indeling exact navolgen, maar je kunt gerust je eigen hoofdstukindeling creëren als dat goed uitkomt voor jouw project. Elk project is immers anders. Je kunt je daarbij laten inspireren door de standaardhoofdstukindeling: de inhoud van elk standaardhoofdstuk zal hoe dan ook érgens in jouw scriptie voor moeten komen. Zorg ervoor dat uit de titels van je hoofdstukken duidelijk blijkt waar dat hoofdstuk over gaat. Leg in de leeswijzer uit hoe je stuk is opgebouwd en waarom je stuk op deze wijze is opgebouwd. Misschien wil je werken met een deelvraag per hoofdstuk waarbinnen je paragrafen wijdt aan methoden, resultaten en (deel)conclusies, of misschien werk je met een afzonderlijk hoofdstuk voor een interne analyse en een afzonderlijk hoofdstuk voor een externe analyse.
Maak er wat moois van!
Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek. Dat kan op een van onze locaties, telefonisch of online. We helpen je graag verder!