Zo maak je een goede presentatie

Je mag binnenkort een presentatie geven. Of je dit nu een leuke uitdaging vindt of een regelrechte nachtmerrie: wat in elk geval belangrijk is om te doen, is je goed voorbereiden. Want een goede voorbereiding is het halve werk! Je eerste neiging is waarschijnlijk om direct met PowerPoint of Prezi aan de slag te gaan. Onze tip is: Doe dit niet. Pak er eerst een pen en papier bij en geef antwoord op de volgende vragen:

1. Wat is de doelgroep van je presentatie?

Het maakt een groot verschil of je een presentatie geeft voor studiegenoten of voor een opdrachtgever. Daarom is het belangrijk om voor jezelf helder te hebben wie je doelgroep is. Denk na over de voorkennis van jouw doelgroep en pas straks de inhoud en de toon van je presentatie daarop aan.

2. Wat is het doel van de presentatie?

Wil je je doelgroep overtuigen van jouw standpunt, wil je interesse wekken voor een nieuw product of wil je onderzoeksresultaten presenteren? Bedenk wat het doel is, zodat je de vorm daarop kunt aanpassen.

3. Wat wil je overbrengen?

Zonder de hele inhoud op te schrijven of deze zelfs nog maar bedacht te hebben, schrijf je voor jezelf in een aantal korte zinnen op wat je zéker wilt overbrengen tijdens de presentatie. Stel jezelf niet de vraag wat je moet overbrengen, maar wat je in elk geval wilt overbrengen. Wat vind je zelf zo de moeite waard, inspirerend, of afwijkend dat het niet mag ontbreken in je presentatie? Dit hoeft nog geen samenhangend geheel of lopend verhaal te zijn.

4. Welke presentatievorm wil je gebruiken?

Nu je weet voor wie je de presentatie gaat houden, wat het doel is en wat je in elk geval over wilt brengen, kies je de presentatievorm. Dit kan een PowerPoint-presentatie zijn, maar misschien heb je aan een whiteboard wel genoeg. Vraag jezelf ook af of het voor jouw doel het meest effectief is om alleen te vertellen wat je wilt overbrengen, of dat je juist interactie zoekt met je publiek. Wil je alleen woorden gebruiken, of is het duidelijker wanneer je je boodschap visualiseert met een schema of een filmpje?

5. Welke hulpmiddelen wil of kan je gebruiken?

Bedenk voor je je definitieve presentatievorm kiest, wat voor hulpmiddelen je wilt gebruiken. Is er een beamer aanwezig in de zaal waar je je presentatie gaat houden? Zo niet, regel er dan een of kies een andere presentatievorm. Wil je tijdens je presentatie iets aan kunnen wijzen, dan is een laserpen of een aanwijsstok handig. Wil je je publiek een quiz of een vragenlijst in laten vullen? Zorg dan voor voldoende antwoordformulieren en pennen. Vraag je bij elk hulpmiddel wel af: “Dient dit mijn doel?’ Is het antwoord “Nee”, gebruik het hulpmiddel dan niet.

6. Hoe lang mag je presentatie duren?

Bedenk voor je met de uitwerking aan de slag gaat, hoe lang je presentatie mag duren. Het maakt nogal een verschil of je iets in 5 minuten moet presenteren of dat je een uur de tijd hebt. Bedenk dat bijna iedereen onder invloed van tijdsdruk sneller gaat praten wanneer hij of zij een presentatie geeft. Daarom is het verstandig om een kortere presentatie voor te bereiden, zodat je zeker weet dat je voldoende tijd hebt en de presentatie in alle rust kunt houden.

Nu je een antwoord hebt op deze vragen, kun je de inhoud van je presentatie gaan maken. Veel succes!


Wil je je presentatie goed voorbereiden en oefenen? Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek in Amsterdam, Leiden, Eindhoven of Rotterdam. Je bent van harte welkom.

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek

“Ik haat statistiek!” Vijf tips voor ‘haters’

Heb je een hekel aan statistiek? Je bent niet de enige. Bij Studiemeesters helpen we dagelijks studenten met de vakken statistiek en data-analyse. Onze studenten zeggen vaak: “Als jullie het uitleggen begrijp ik het wél.” Dit zijn vijf tips voor beginners:

1. “Laat je vooroordelen over statistiek los”

Laat allereerst het idee los dat statistiek eng is. Als je op de middelbare school slecht was in wiskunde, betekent dit niet dat je niet goed kunt zijn in statistiek. Daar hebben we hier tijdens de bijlessen genoeg voorbeelden van gezien. Door aan te nemen dat statistiek moeilijk en eng is, geef je het vak én jezelf geen eerlijke kans. Laat je vooroordelen daarom los en zie het als een nieuwe taal die je moet leren verstaan en moet leren toepassen.

2. “Zorg dat je een statistiekboek hebt dat jij begrijpt”

Als je door je studie een boek voorgeschreven krijgt dat statistiek op een voor jou onbegrijpelijke manier uitlegt, is onze grootste tip: zoek een boek dat je wél begrijpt. Het ene statistiekboek is het andere namelijk niet. Andy Fields Discovering Statistics (dat veel aansprekende voorbeelden bevat en een duidelijke gebruiksaanwijzing heeft voor SPSS) en het boek Statistiek in woorden van Anke Slotboom (dat, zoals de titel al suggereert, statistische begrippen in heldere bewoordingen uitlegt) zijn populair bij Studiemeesters. Voor veel studenten verandert het vak statistiek van ‘onbegrijpelijk’ naar ‘begrijpelijk’ door simpelweg een ander boek te gebruiken.

3. “Herken de elementen van een formule”

Formules schrikken veel studenten af. Een veelgemaakte fout is dat studenten veel energie steken in het letterlijk willen begrijpen wat er in een formule staat en dat ze willen snappen waarom de formule zo is opgebouwd als hij is. Dit is niet nodig om je vak statistiek te halen. Je moet weten waar de verschillende elementen voor staan (Ʃ = sommatie, µ/x = gemiddelde, σ/SD = standaarddeviatie, n = proefpersoon(nummer), i = variabele(nummer)) en weten hoe je de formule toepast. Dat is alles. Je hoeft de wiskunde niet te ontdekken, dat is al voor je gedaan. Maak het jezelf niet onnodig moeilijk door het waarom van de formule te willen begrijpen, maar richt je op het herkennen van de elementen en het toepassen van de formule.

4. “Sluit vriendschap met je formulekaart”

Bij veel beginnersvakken statistiek mag je een formulekaart gebruiken. Wanneer je de verschillende formules leert herkennen en leert wanneer en hoe je deze toepast, kan de formulekaart je daadwerkelijk helpen bij een tentamen. Neem er de tijd voor; begin direct met het gebruiken van de formulekaart wanneer je begint met studeren. Zo wordt de formulekaart een hulpmiddel in plaats van een obstakel bij het maken van je tentamen.

5. “Oefenen, oefenen, oefenen”

Tot slot: oefen veel. En dan bedoelen we ook écht veel. Je kunt statistiek zien als een taalvaardigheid die je opdoet. Alleen door veel te oefenen maak je je de vaardigheid eigen. Vraag om (extra) oefententamens bij je docent. Bij Andy Fields Discovering Statistics horen datasets waar je mee kunt oefenen in SPSS. In het boek Introduction to the practice of statistics van David Moore, Andrew McCabe en Bruce Craig staan veel oefenopdrachten voor handmatige berekeningen. Ook wanneer je deze boeken niet gebruikt om ermee te studeren, kun je ze wel gebruiken om te oefenen.

Statistiekbijles en hulp bij data-analyse

Met de juiste aanpak verspil je minder tijd en energie. Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek op een van onze locaties of online. Je bent van harte welkom.

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek

Hoe studeer je met autisme?

Bijna dagelijks komen autistische studenten naar Studiemeesters met vragen als “Hoe pak je studeren het beste aan als je autistisch bent?” en “Waarom gaat studeren met autisme niet met hetzelfde gemak als bij studenten die niet autistisch zijn?”. Om die vragen te beantwoorden hebben we dit artikel geschreven, in samenwerking met autistische studenten die we hebben geholpen hun studie op de rit te krijgen. Deze elf tips hielpen al tientallen autistische studenten die bij ons kwamen voor advies!

Informatieverwerking

Autisme is een variatie in een neurologisch spectrum die vooral invloed heeft op de manier waarop je informatie verwerkt. Die informatieverwerking is bij iemand met autisme niet slechter dan bij een ander, maar wel anders dan wat de meeste mensen gewend zijn. Zo vind jij het veel gemakkelijker om details waar te nemen, terwijl mensen die niet autistisch zijn het gemakkelijker vinden om snel de hoofdzaak te onderscheiden van de bijzaken.

Aanpassingen en hulp

Het onderwijs is ingericht op zogenaamde neurotypische mensen, dus mensen die niet autistisch zijn. Dat betekent dat je aanpassingen zult moeten aanbrengen aan de standaardmanier van studeren, want die is niet voor jou bedacht. Daarnaast mag je je omgeving vragen om bepaalde aanpassingen en om hulp. Daar heb je recht op.

Studietips voor autisme

Met deze tips kun je alvast aan de slag:

  1. Besef dat je niet gemankeerd bent, maar juist voor bepaalde zaken natuurlijke aanleg hebt. Hoe minder een ander verstand heeft van autisme, hoe meer hij of zij jou benadert alsof er iets mis met je is. Dat is niet zo! Autisme maakt sommige taken lastiger, maar andere gemakkelijker. Zoek waar je goed in bent, en specialiseer je daarin.

  2. Zorg ervoor dat je in een prikkelarme omgeving studeert. Denk hierbij aan een stille, koele ruimte waar je zintuigen niet te veel worden afgeleid door mensen of dingen om je heen. Voor iedereen is het lastig om met lawaai op de achtergrond te studeren, maar voor jou waarschijnlijk nog veel meer: je kunt het geluid niet mentaal buitensluiten. Zorg er dus voor dat je zo’n plek vindt.

  3. Hoofd- en bijzaken onderscheiden gaat bij jou wat langzamer, dus neem de tijd. Autistische studenten hebben veel oog voor detail, en dat is heel vaak een voordeel: je ziet niet snel per ongeluk iets over het hoofd. Maar dat betekent ook dat het je meer tijd kost om uit een grote hoeveelheid informatie datgene te filteren wat je nodig hebt voor je scriptie of je tentamen. Plan dus langere studietijd voor jezelf in.

  4. In groepjes samenwerken aan opdrachten zal van iedereen wat extra afspraken vergen. Zorg ervoor dat jij een taak krijgt waarin je comfortabel bent, of dat nou het presenteren, onderzoeken of schrijven is. Wanneer je de anderen vertelt over je autisme, kun je daarbij het beste concreet aangeven wat je nodig hebt. Denk hierbij aan heldere afspraken, een uitgeschreven planning, een rustige omgeving, et cetera.

  5. Vraag om hulp met plannen. Juist omdat de taken voor je studie zo’n wirwar kunnen zijn, groeit het plannen je al snel boven het hoofd. Vraag aan een medestudent, een familielid, een vriend, een docent of Studiemeesters of ze samen met jou willen plannen. Zorg er dan voor dat je ook je vrije tijd, je hobby’s en je andere taken inplant.

  6. Zorg voor regelmaat. Zorg ervoor dat je niet in de stress hoeft te schieten over de vraag wanneer je wat precies moet doen. Een bijbaantje met een onregelmatig rooster is waarschijnlijk niks voor jou. Probeer zoveel mogelijk iedere week hetzelfde in te plannen, dat scheelt je energie! Houd voor het overzicht een agenda bij.

  7. De meeste studenten en medewerkers van universiteit en hogeschool hebben werkelijk geen idee wat autisme inhoudt, laat staan hoe het is om te studeren met autisme in een omgeving die weinig over autisme weet. Helaas, maar het is niet anders: jij zult hardop moeten melden wat jij nodig hebt om feedback te begrijpen of om samen te kunnen werken. Wees duidelijk en leg kalm uit hoe iemand ervoor kan zorgen dat jij zijn of haar verwachtingen begrijpt. Vraag bijvoorbeeld of je je scriptiebegeleider een verslag van je scriptiegesprek mag mailen, zodat er geen misverstanden ontstaan. Maak afsprakenlijsten. Zorg ervoor dat je kalm uitlegt wat je nodig hebt, schrijf dit desnoods van tevoren op. Als het toch niet goed werkt, vraag dan of je iemand mee mag nemen die meer weet van jou of van autisme om de communicatie te verbeteren.

  8. Discriminatie en uitsluiting liggen helaas nog steeds op de loer voor autistische studenten. Dit wordt deels veroorzaakt door onwetendheid over autisme, en deels door onbereidwilligheid om zich in te leven in de situatie van een ander. Van je docenten mag je zeker verwachten dat ze dat een halt toeroepen, en zéker niet dat ze eraan meedoen. Is dit toch het geval? Zoek dan hulp bij je vertrouwenspersoon, en zorg ervoor dat je een plek hebt waar je je veilig en rustig kunt terugtrekken.

  9. Vraag om aanpassingen in je programma. Je hebt er recht op dat delen van je programma aangepast worden aan jouw behoefte. Denk daarbij aan extra tentamentijd, een langere tijdsduur voordat je vakken vervallen, een rustiger tentamenplek, extra gesprekken voor je scriptie, enzovoorts. De meeste instellingen hebben een medewerker of een afdeling die zich hierop richt. (Zoek op “studeren met een functiebeperking” en de naam van jouw instelling.)

  10. Vind een vertrouwenspersoon die jou begrijpt en naar je luistert. Het kan namelijk erg frustrerend zijn als je op onbegrip stuit. Denk hierbij aan een docent, een decaan of een studieadviseur.

  11. Ook buiten de universiteit en hogeschool zijn er extra hulpmiddelen. Bij DUO kun je op grond van een functiebeperking vaak iets langer studiefinanciering krijgen. Afhankelijk van je diagnose heb je soms recht op een Wajong-uitkering. Informeer bij de gemeente of je een persoonsgebonden budget kunt krijgen voor extra hulp bij planning, concentratie, studeren en het organiseren van je leven. Vraag dan gelijk of je externe begeleiding op je opleiding of bij Studiemeesters vergoed kunt krijgen, want het helpt om iemand te hebben die met je meedenkt over je planning en je opleiding.

Survivalgids voor autistische studenten

Een publicatie die je niet mag missen, de Survivalgids voor autistische studenten van Kinge Siljee. Met deze Survivalgids is er eindelijk een complete gids voor hoe je studeert, maar ook hoe je student bent, dus hoe je vrienden maakt, woont, werkt en jezelf aan het werk zet. Nieuwsgierig geworden? Bestel het boek Survivalgids voor autistische studenten van Kinge Siljee bij de boekhandel, koop je exemplaar bij een vestiging van Studiemeesters, of bestel het online bij Amsterdam University Press.


Studiemeesters helpt studenten zoals jij vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek op een van onze locaties of online. Je bent van harte welkom.

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek