De definitie van wensen en behoeften

De scriptiespecialisten van Studiemeesters leggen het verschil tussen wensen en behoeften uit en geven een aantal definities, zodat jij aan de slag kunt met het wensen- en behoeftenonderzoek voor je scriptie.

Het verschil tussen wensen en behoeften

De begrippen ‘wensen’ en ‘behoeften’ zijn sterk aan elkaar verwant en het verschil is niet altijd duidelijk. De twee begrippen worden in marketingvraagstukken vaak in één adem genoemd, maar in het dagelijks taalgebruik bedoelen we met behoeften iets anders dan met wensen. Je zou kunnen stellen dat een wens iets is dat we graag willen, maar waar we zonder kunnen, terwijl een behoefte sterk essentieel is, iets waar we echt niet zonder kunnen. Behoeften zijn dus fundamenteler dan wensen.

Definitie van wensen

Kotler (2009) definieert ‘wensen’ als volgt: “Een wens is de concrete vorm die een behoefte aanneemt in een bepaalde cultuur en persoon” (p. 11). Hij legt hierover uit: “Een ander belangrijk basisbegrip in marketing is dat van wensen. We hebben allemaal eten nodig, maar willen verschillende gerechten eten om onze honger te stillen. Een Balinees die honger heeft, verlangt misschien naar mango’s speenvarken en bonen; een Groninger wil misschien aardappelen met bloemkool, een stooflapje en een bord vla toe. Een wens wordt beschreven als een object dat een behoefte bevredigd.” Nederstigt en Poiesz (2010) zeggen ook: “Wensen zouden we concretiseringen van behoeften kunnen noemen” (p. 189).

Het NIMA Marketing Lexicon lijkt geen onderscheid te maken tussen wensen en behoeften. Het woord ‘behoefte’ wordt tweemaal gedefinieerd, eenmaal onder vermelding van ‘need’ (p. 8) en eenmaal onder vermelding van ‘want’ (p. 61).

Definitie behoeften

Kotler (2009) stelt: “Een behoefte is het idee van een individu dat het hem aan iets ontbreekt” (p. 11). Hij legt hierover uit: “Het meest elementaire begrip waar marketing op berust is dat van menselijke behoeften. Mensen hebben allerlei complexe behoeften, zoals een fysieke behoefte aan voedsel, kleding, warmte en veiligheid; een sociale behoefte aan genegenheid en om ergens bij te horen; een individuele behoefte aan kennis en zelfexpressie. Deze behoeften zijn niet uitgevonden door marketeers – zij maken deel uit van de menselijke aard.”

Het NIMA Marketing Lexicon (Waarts, Peelen & Koster, 2003) definieert ‘behoefte’ als volgt: “Een behoefte (need) is voor een individu de, al dan niet ervaren, ongewenste discrepantie tussen een actuele situatie en een mogelijke situatie. Indien het individu zich bewust is van deze ongewenste discrepantie, is er sprake van een manifeste behoefte; is het individu zich daar (nog) niet van bewust, dan betreft het een latente behoefte” (Waarts, Peelen & Koster, 2003, p. 8). Bovendien definieert het lexicon het begrip ‘basisbehoefte’ als volgt: “Een voor een individu ongewenste discrepantie tussen een actuele en een voor hem noodzakelijke situatie, die betrekking heeft op de primaire levensvoorwaarden, zoals in leven blijven, voeding huisvesting, veiligheid en zekerheid” (Waarts, Peelen & Koster, 2003, p. 61).


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek in Amsterdam, Eindhoven, Leiden of Rotterdam. Je bent van harte welkom.

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek


Bronnen

Kotler, P., Armstrong, G., Wong, V., Saunders, J. (2009). Principes van marketing (F. Broere, Ned. bew.; T. Roozenboom, vert.). Amsterdam: Pearson Benelux.

Nederstigt, A. T. A. M. & Poiesz, Th. B. C. (2010). Consumentengedrag. Groningen: Noordhoff.

Waarts, E., Peelen., E. & Koster, J. D. M. (2003). NIMA Marketing Lexicon. Begrippen en omschrijvingen. Groningen: Wolters-Noordhoff.

Hoe maak je een gestapeld staafdiagram?

100% gestapelde staafdiagrammen zijn geschikt voor het rapporteren van resultaten van vragen met Likertschalen. Voor vragen zonder Likertschaal gebruik je gewone staafdiagrammen.

Voorbereiding:

  1. Maak frequentietabellen in SPSS.
  2. Exporteer de SPSS-output naar Excel.

Begin nu met het maken van een figuur:

  1. Neem de waarden (valid percent) over en maak een ‘nette’ tabel. Maak zoveel mogelijk gebruik van copy-pasten, want dan maak je geen typefouten. Tip: experimenteer eens met ‘plakken speciaal’ en ‘transponeren’. Als het aantal respondenten per stelling verschilt, dan geef je het aantal respondenten aan achter de tekst van de stelling. Is het aantal respondenten overal gelijk, dan vermeld je de (n=…) één keer in de uiteindelijke titel van je figuur.

Tabel 1.1. Voorbeeld van een ‘nette’ tabel

  1. Stel de waarden van de cellen in op ‘percentage’.
  2. Zet de stellingen in de goede volgorde (van groot naar klein op basis van de som van ‘mee eens’ en ‘helemaal mee eens’). Let op dat je niet alleen de percentages verplaatst maar ook de tekst van de stelling(!).
  3. Selecteer de tabel en voeg een 100% gestapeld staafdiagram in. Zorg dat er percentages in de figuur staan (“labels toevoegen’).
  4. Plak de afbeelding van het staafdiagram in je resultatenhoofdstuk. Geef de figuur een nummer en een titel. Schrijf er een kort stukje begeleidende tekst bij.

Tabel 1.2. Voorbeeld van een frequentietabel voor meerdere stellingen met een Likertschaal


Figuur 1.1. Voorbeeld van een 100% gestapeld staafdiagram voor meerdere stellingen met een Likertschaal


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek. Dat kan op een van onze locaties, telefonisch of online. We helpen je graag verder!

Meld je aan

Resultaten en analyse voor de hbo-scriptie

Heb je voor je hbo-scriptie kwantitatief onderzoek gedaan met behulp van een enquête? En vraag je je nu af hoe je de resultaten van je enquête moet rapporteren? In deze blogpost leggen we uit hoe de meeste hbo-studenten dat aanpakken.

Indeling van je resultatenhoofdstuk

Je kunt je hoofdstuk op verschillende manieren indelen. Begin bijvoorbeeld met een paragraaf waarin je de verdeling van je sociaal-demografische variabelen rapporteert, vervolg dan met een paragraaf waarin je de resultaten van al je enquêtevragen inzichtelijk maakt en sluit af met een derde paragraaf waarin je de resultaten rapporteert van een data-analyse naar verbanden tussen variabelen. Een andere mogelijke indeling is werken met je deelvragen. Je gebruikt dan de onderwerpen van de deelvragen als tussenkopjes en geeft onder elk kopje de resultaten van de enquêtevragen van de betreffende deelvraag.

Het verschil tussen resultaten en analyse

Soms maken opleidingen een onderscheid tussen resultaten en analyse. Een gangbare opvatting over het verschil tussen deze twee is gebaseerd op het onderscheid tussen beschrijvende statistiek (het rapporteren van ‘descriptives’) en toetsende statistiek (ook wel inferentiële statistiek genoemd). Als je in het resultatenhoofdstuk van je hbo-scriptie resultaten en analyses apart moet bespreken, dan kun je het volgende doen: Rapporteer eerst de resultaten van je enquêtevragen met behulp van figuren (taart- of staafdiagrammen, histogrammen) of tabellen (frequentietabellen). Ga vervolgens aan de slag met data-analyse om verbanden tussen variabelen aan te tonen (met behulp van kruistabellen, ANOVA’s of regressies) en rapporteer de uitkomsten van de analyses.

Tip: Maak 100% gestapelde staafdiagrammen voor het rapporteren van resultaten van enquêtevragen met Likertschalen.

Verhouding tekst en figuur/tabel

De vuistregel is: Een tabel of een figuur is nooit alleen. Dat betekent dat er altijd een stukje tekst bij een figuur of een tabel hoort, en dat er vanuit de tekst naar de tabel of figuur wordt verwezen (“zie figuur 1.1.”). Wat je niet moet doen, is alle informatie of getallen uit de tabel of figuur overnemen in de tekst. Dan kun je de figuur of tabel immers net zo goed weglaten. Wat bespreek je dan in de tekst? Voeg iets toe; kijk zelf goed naar de figuur en noem twee of drie dingen die je daarbij opvallen. Zie je een patroon? Of zie je afwijkende dingen? Let wel op dat je nog geen conclusies trekt, anders heb je straks onder het kopje ‘Conclusies’ niets meer te vertellen. Beschrijf alleen objectief de resultaten.

Heb je altijd een figuur of tabel nodig?

Het antwoord op deze vraag is ‘nee’. De vuistregel is dat je voor het rapporteren van zo’n drie getallen geen tabel nodig hebt; je neemt ze gewoon op in de tekst. Als het om meer getallen gaat, maak dan wel even een tabel of een figuur.

Opmaak figuren en tabellen

Neem liever geen figuren en tabellen over uit SPSS. De vormgeving van SPSS laat namelijk nogal wat te wensen over en vaak staat er te veel niet-relevante informatie in de output van SPSS. Gebruik SPSS alleen om je getallen te genereren en exporteer deze dan naar Excel. Maak vervolgens figuren in Excel en plak ze in je Word-document (zonder omlijning of kader), en maak je tabellen in je Word-document. Geef alle tabellen en figuren een nummer en een titel (bijvoorbeeld: “Figuur 1.1. De mate waarin medewerkers tevreden zijn over de faciliteiten”). Tabellen en figuren nummer je los van elkaar. Er is dus zowel een tabel 1.1 als een figuur 1.1. Let op: de titel van een tabel staat bóven de tabel, maar de titel van een figuur staat ónder de figuur.

Tip: Een figuur is een plaatje of een afbeelding. Vuistregel: als het geen tabel is, dan is het een figuur.

Voorbeelden resultaten van enquêtes

Elke student bedenkt een eigen resultatenhoofdstuk. Het perfecte voorbeeld voor jouw resultatenhoofdstuk zul je waarschijnlijk niet vinden. Bekijk een paar verschillende resultatenhoofdstukken en bedenk dan zelf wat het beste is voor jouw scriptie. Voorbeelden vind je op de scriptiebank voor hbo-scripties.


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek in Amsterdam, Eindhoven, Leiden of Rotterdam. Je bent van harte welkom.

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek

Wat is een steekproef?

Steekproeven zijn zeer belangrijk bij onderzoek. De manier waarop je personen uitnodigt om deel te nemen aan je onderzoek heeft grote gevolgen voor de kwaliteit van je resultaten. Na het lezen van dit blog begrijp je waarom.

Wat is een steekproef?

Als niet de hele populatie, maar slechts een deel ervan meedoet aan je onderzoek, dan is er sprake van een steekproef. De mensen die deelnemen aan je onderzoek vormen de steekproef. Stel dat je inzicht wilt krijgen in de wensen en behoeften ten aanzien van een nieuw supermarktproduct. Alle mensen die boodschappen doen, vormen dan samen de populatie. Laten we zeggen: alle inwoners van heel Nederland in de leeftijd van 18 tot 65. Het is uiteraard onmogelijk om de gehele populatie, die uit miljoenen mensen bestaat, te enquêteren. Je kunt slechts een deel van de populatie ondervragen. Dit deel van de populatie, de groep mensen die je enquête uiteindelijk invult, vormt je steekproef. Onderzoeken met behulp van een steekproef bespaart tijd en geld en geeft een betrouwbaar resultaat indien de steekproef representatief is en groot genoeg.

Waarom is steekproeftrekking van belang?

Op basis van de onderzoeksresultaten naar aanleiding van de steekproef wil je conclusies trekken die gelden voor de hele populatie (generaliseren). Alleen als je op de juiste manier een steekproef trekt en de steekproef groot genoeg is, kun je redelijk betrouwbare uitspraken doen over de gehele populatie.

Stel dat je al jouw Facebookvrienden vraagt je enquête over het supermarktproduct in te vullen, dan leidt deze wijze van steekproeftrekking tot een systematische vertekening (bias): Je steekproef bestaat dan niet uit een willekeurige greep uit alle Nederlanders van 18 tot 65, maar uit studenten in Amsterdam van 22 tot 28 jaar. Je steekproef vormt dus geen goede afspiegeling van de populatie (is niet representatief). Deze groep jonge, hoogopgeleide mensen met een laag inkomen heeft immers heel andere wensen en behoeften dan ‘de gemiddelde Nederlander’. De gemiddelde mening in je steekproef verschilt van die van de populatie als geheel (vertekening, oftewel bias). Op basis van de resultaten van deze steekproef kun je geen betrouwbare uitspraken doen over de wensen en behoeften van Nederlanders van 18 tot 65 jaar.

Denk eens mee met het volgende voorbeeld: Je bent nog bezig met je onderzoek naar het supermarktproduct. Je wilt niet alleen studenten in je steekproef, dus je gaat met enquêtes op straat staan. Je staat een zaterdagmiddag voor een supermarkt aan de grachtengordel van Amsterdam enquêtes uit te delen. Ga voor jezelf eens na welke vertekeningen hier zouden kunnen optreden: Hoe is het gesteld met de leeftijd, het opleidingsniveau, het inkomen en de levensstijl van mensen die hun boodschappen doen in een luxe, hippe, biologische supermarkt aan de gracht? Verschillen hun wensen en behoeften van die van andere Nederlanders?


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek in Amsterdam, Eindhoven, Leiden of Rotterdam. Je bent van harte welkom.

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek


Bronnen

Van der Pligt, J., & Blankers, M. (2013). Survey-onderzoek. De meting van attitudes en gedrag. Amsterdam: Boom Lemma.

Baarda, D. B., & De Goede, M. P. M. (2006). Basisboek methoden en technieken. Handleiding voor het opzetten en uitvoeren van kwantitatief onderzoek. Groningen: Wolters-Noordhoff.

Representativiteit en generaliseerbaarheid bij (a)selecte steekproeftrekking

In de literatuur over onderzoeksmethoden wordt onderscheid gemaakt tussen aselecte en selecte steekproeven.

Aselecte en selecte steekproeven

Bij aselecte steekproeven hebben alle leden van een populatie gelijke kans om in de steekproef terecht te komen. Bij dit type steekproeven is het alsof je knikkers uit een hoge hoed grabbelt: de hele populatie zit in de hoge hoed en elke knikker heeft een even grote kans om door jou gepakt te worden. In tegenstelling tot de aselecte steekproef worden bij selecte steekproeven de deelnemers aan het onderzoek niet op willekeurige wijze uit de populatie geselecteerd. Personen uit de populatie hebben niet een van tevoren bekende kans om in de steekproef terecht te komen. Dit heeft nadelige gevolgen voor de generaliseerbaarheid van de resultaten van je onderzoek.

Representativiteit en generaliseerbaarheid

Aselecte steekproeftrekking biedt de grootste kans op een representatieve steekproef waarvan de resultaten generaliseerbaar zijn. Representatief wil zeggen dat de mensen in je steekproef een mooie afspiegeling vormen van de mensen in je populatie. Je populatie bestaat uit de hele groep mensen waar je uiteindelijk in je conclusies uitspraken over wilt doen. Vanuit het oogpunt van onderzoeksmethodologie kies je dus bij voorkeur voor een aselecte steekproeftrekking. Een echt aselecte steekproef is eigenlijk alleen mogelijk als je een lijst of een bestand hebt met alle leden uit de populatie (denk aan alle medewerkers van een bedrijf, die allemaal in een bestand van PZ staan), maar als dit in de praktijk niet mogelijk is, zul je een selecte methode moeten kiezen.


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek in Amsterdam, Eindhoven, Leiden of Rotterdam. Je bent van harte welkom.

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek

De Likertschaal voor enquêtevragen in scriptieonderzoek

Er zijn verschillende soorten antwoordschalen voor enquêtevragen. De Likertschaal is er één van. Deze schaal stamt uit 1932, is bedacht door meneer Likert, en wordt nog steeds veel gebruikt in vragenlijstonderzoek.

Waarom de Likertschaal?

Met behulp van de Likertschaal kun je dingen meetbaar maken die normaal gesproken lastig te meten zijn in kwantitatief onderzoek. Afstand is bijvoorbeeld makkelijk te kwantificeren aan de hand van het aantal kilometers. Maar hoe stel je vast hoeveel moeite iemand heeft met afstuderen? Dat maak je meetbaar met behulp van een Likertschaal in combinatie met een bepaalde uitspraak of stelling.

Hoe formuleer je een enquêtevraag met een Likertschaal?

Voor het opstellen van een enquêtevraag met een Likertschaal heb je een korte antwoordinstructie, een stelling, en de juiste woorden voor je schaal nodig. Bijvoorbeeld:

  • Antwoordinstructie: In hoeverre bent u het eens met de onderstaande stellingen? Geef antwoord op een schaal van 1 tot 5, waarbij 1 = helemaal eens en 5= helemaal oneens.
  • Stelling: “Mijn afstudeerproces levert me frustraties op”
  • Likertschaal: 1. Helemaal eens; 2. eens; 3. neutraal; 4. oneens; 5. helemaal oneens.

Welke Likertschaal moet je gebruiken?

In principe kun je zelf kiezen welke termen je in je Likertschaal gebruikt. Bedenk daarbij wel dat de woorden van je Likertschaal goed moeten passen bij de formulering van je stelling.

  • Instemming: Helemaal eens/ eens / neutraal / oneens / helemaal oneens
  • Frequentie: Heel vaak / vaak / soms / zelden / nooit
  • Belangrijkheid: Zeer belangrijk / belangrijk / redelijk belangrijk / enigszins belangrijk / onbelangrijk

Bekijk online meer voorbeelden van verschillende Likertschalen

Moet ik een vijf- of een zevenpunts-Likertschaal gebruiken?

Het aantal punten is niet voor elke Likertschaal hetzelfde. Meestal wordt een vijfpunts-Likertschaal gebruikt, maar ook een zevenpuntsschaal of zelfs een negenpuntsschaal is mogelijk. Doorgaans is het gebruik van een vijfpuntsschaal voldoende, zeker voor scriptieonderzoek.

Voor- en nadelen van de Likertschaal

Likerschalen hebben verschillende voor- en nadelen.

Voordelen

  • Likertschalen zijn makkelijk op te stellen voor de onderzoeker;
  • makkelijk in te vullen door de respondent;
  • betrouwbaar.

Nadelen

  • Respondenten zijn geneigd de middelste antwoorden aan te vinken en de uiteinden van de schaal te vermijden.
  • Respondenten kunnen geneigd zijn het eens te zijn met stellingen om de onderzoeker te plezieren.
  • Sociaal wenselijk antwoorden speelt ook een rol.
  • De validiteit van vragen met Likertschalen is lastig vast te stellen.

Hoe analyseer je data van Likertschalen?

Met een Likertschaal meet je op intervalniveau. Je mag op dit rekenkundig meetniveau (ordinaal of intervalniveau) geen gebruik maken van gemiddelden. Als je een centrummaat wilt rapporteren, gebruik dan de mediaan of de modus. Geef voor hbo-scripties het resultaat weer in een frequentietabel of een staafdiagram. Combineer eventueel meerdere stellingen in één frequentietabel of in een 100% gestapeld staafdiagram. Gebruik geen histogram. Wil je verbanden met andere variabelen analyseren, gebruik dan kruistabellen met eventueel een chi-kwadraattoets. Voor universitaire scripties kan gebruik worden gemaakt van verschillende non-parametrische toetsen. Vaak worden somscores van schalen die bestaan uit meerdere items met Likertschalen geanalyseerd alsof het een meting op ratiomeetniveau betreft.

Bekijk ook onze tips voor het opstellen van enquêtes.


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek. Dat kan op een van onze locaties, telefonisch of online. We helpen je graag verder!

Meld je aan

Ik haat studeren – ik verveel me!

Haat je studeren? Vind je er niks aan om boven de boeken te hangen en stof te stampen? Denk je dat studeren niks voor jou is? Dan pak je het waarschijnlijk verkeerd aan. Maak studeren weer leuk met deze vier studietips.

1. Game jezelf

Als je studeren haat omdat je het saai vindt of omdat je niet genoeg wordt uitgedaagd, moet je het studeren juist spannender en uitdagender maken. In plaats van urenlang in een stoffige UB naar lappen te tekst te staren, maak je een game van je boeken en artikelen. Maak moeilijke fake-tentamenvragen. Maak ze zo moeilijk dat je even flink moet zweten om er antwoord op te geven. Je kunt denken aan lastige opdrachten met veel statistiek of rekenen, of grote essayvragen waarbij verschillende aspecten aan bod komen. Je kunt begrippen in een app zetten, je kunt een neptentamen maken op papier, maar kies een vorm die past bij de stof én bij wat jou uitdaagt.

2. Laat je gamen

Je kunt het bovenstaande ook doen met je medestudenten, vrienden, huisgenoten, of wie ook maar dit vak met jou moet halen. Bedenk de naarste tentamenvraag die je je kunt voorstellen, met alle mogelijke valkuilen en addertjes onder het gras. Maak een triviant voor elkaar met een kleur voor elk hoofdstuk. Maak een online quiz, of een pubquiz, of wat dan ook: als je maar kunt winnen! Uiteraard hoort er een prijs bij, zoals een pizza, een pak koekjes, of wat je maar wilt. Natuurlijk ga je voor goud, en je hebt niet eens door dat je aan het studeren bent.

3. Zet een stok achter de deur

Lukt het je toch niet goed om jezelf te motiveren? Blijf je hangen achter Netflix, kom je je bed niet uit, ga je liever sporten of de stad in? Zoek dan een stok achter de deur: een streng iemand die jouw planning checkt. Zorg er ook voor dat die persoon je beloont (bijvoorbeeld door je daarna iets leuks te laten doen), zodat je studeren minder haat omdat je het associeert met beloond worden.

4. Kies een ander medium

Ligt de hele dag stilzitten en lezen je niet zo? Je hoeft je kennis niet al lezende uit een boek te halen. Kijk of er een luisterboek is van je studieboek, dan kun je sporten, wandelen of koken terwijl je met je koptelefoon op tóch studeert. Of kijk colleges of filmpjes met uitleg en instructies voor je vakgebied, of maak online of offline oefententamens. In een andere vorm kan de inhoud een stuk leuker worden.


Met de juiste aanpak verspil je minder tijd en energie. Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek in Amsterdam, Eindhoven, Leiden of Rotterdam. Je bent van harte welkom.

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek

Snel studeren? 6 slimme studietips die echt werken

Studeer je te langzaam? Heb je aan het einde van je blok nog een stuk studiestof over? Weet je vlak voor je tentamen niet waar je nog de tijd vandaan moet halen om alles door te nemen? Stapels boeken en artikelen en geen idee hoe je erdoor moet komen? Geen paniek! Snel studeren kun je leren. Kinge Siljee geeft je deze studietips:

Studietip 1. Let op tijdens colleges en lessen

Leg die dikke stapel boeken en papieren even weg en kijk naar je lessen en colleges. Je docent is degene die het tentamen maakt, dus waar hij of zij de nadruk op legt tijdens college is wat belangrijk is. Hij of zij zal stukken van het boek overslaan waar ook op het tentamen minder de nadruk op zal liggen. En als een docent drie keer iets zegt, kun je er zeker van zijn dat het terugkomt! Goed opletten is het halve werk. Ook kun je je colleges terugkijken in de trein of de bus. Uitgeprinte slides geven je een goed overzicht van de structuur van de stof, waardoor je hoofd- en bijzaken gemakkelijker kunt onderscheiden.

Studietip 2. Begin bij het tentamen

De meeste studenten zijn geneigd om eerst te studeren en daarna pas proeftentamens te maken. Draai dat om! Begin met het tentamen. In welke vorm wordt het gegeven? Dat is heel belangrijk voor hoe je leert.

Open vragen – hierbij is het belangrijk dat je de hoofdlijnen begrijpt. Je let hierbij op verbanden. Dat doe je door voor jezelf een tijdlijn of een mindmap te tekenen.
Multiplechoicevragen – deze vragen zijn meestal gericht op details. Dat leer je het beste met oefenkaartjes die je eindeloos kunt herhalen.
Vaardigheidsvragen – hierbij moet je iets uitrekenen, of iets opstellen, of gegevens interpreteren, of iets vertalen. Voor dit type vragen kun je het beste oefenen, oefenen, oefenen! Elk uurtje dat je erin steekt word je beter en sneller in het uitoefenen van de vaardigheid.

Oefententamens geven je dus inzicht in de vraag op welke manier de docent wil dat je de stof reproduceert op je tentamen. Hiermee ga je met heel andere ogen naar je boeken kijken!

Studietip 3. Kijk naar de inhoudsopgave van je boek of artikel

Of je nu een dik boek moet bestuderen of een stapel artikelen, begin niet gelijk met het lezen van de inleiding. Bekijk liever de hoofdstructuur: welke onderwerpen komen aan bod, en in welke volgorde? Wat is in één zin de essentie van elke paragraaf? Hoe heeft de auteur de stof opgedeeld in stukken? En wat is de essentie van elke alinea? Door alle teksten in perspectief te zien, ga je de tekst veel gemakkelijker en sneller lezen.

Studietip 4. Praat over je tentamen

Nadat je hebt gestudeerd, helpt het vaak om met een medestudent de stof nog eens kort door te nemen. Wat is de essentie van de stof? Waarom moet je dit weten voor dit vak? Hoe hangt het samen met de andere hoofdstukken of artikelen? Welke tentamenvragen zou je hierover kunnen krijgen? Dat helpt je de stof te onthouden.

Studietip 5. Stop je kennis in je langetermijngeheugen

Veel beter dan een boek in de loop van twee maanden van a tot z te lezen, is het om stof voor jezelf te herhalen. Zorg ervoor dat je elke week heel kort de belangrijkste en moeilijkste stof van de weken daarvoor herhaalt. Herhaling zorgt ervoor dat je kennis in je langetermijngeheugen opslaat. Weet je wie je daarvoor gaat bedanken? Jouzelf, in de toekomst, als de opgebouwde stof in een later tentamen of in een andere opdracht terugkomt en jij je kennis moeiteloos uit je geheugen tovert. Maar ook voor je tentamen is het handig als je niet de eerste helft van de stof al bent vergeten.

Studietip 6. Hertentamen? Dan achteraan beginnen

Heb je een hertentamen? Begin dan achteraan met studeren. Vaak ken je de eerste hoofdstukken/collegeslides/artikelen toch al wel redelijk – daar was je de vorige keer immers enthousiast mee begonnen! Maar de laatste hoofdstukken bevatten meestal de stof die het vaakst voorkomt op het tentamen. Bij een hertentamen begin je dus achteraan, bij de stof van de laatste week, en werk je naar voren toe. De moeilijkste berekeningen heb je dan toch al gelijk gehad.

En nu: studeren!


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek in Amsterdam, Eindhoven, Leiden of Rotterdam. Je bent van harte welkom.

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek