Nodig of overbodig? Hoofd- en bijzaken tijdens het schrijven

Het verschil tussen hoofd- en bijzaken is belangrijk wanneer je iets moet schrijven. Je wilt de beperkte schrijfruimte (het aantal woorden, het aantal pagina’s) en de beperkte tijd (kun je toch nog naar de bios vanavond) niet verspillen aan zaken die er eigenlijk niet echt toe doen. Hieronder geef ik wat tips die kunnen helpen om hoofd- van bijzaken te onderscheiden.

Heeft dit thema met mijn onderwerp te maken?

Gelukkig is het zo dat we deze vraag allemaal heel vaak stellen en goed beantwoorden. Over de relevantie van verreweg de meeste zaken hoef je niet eens na te denken. Zo zal ‘de relatie tussen rijvaardigheid en leeftijd’ niet snel besproken hoeven worden in een essay over ‘het pianogebruik van Bach als hij componeerde’; de onderwerpen vallen in totaal verschillende domeinen. Het wordt lastiger wanneer thema’s juist wel gerelateerd zijn aan het onderwerp waar je over schrijft. Want dan rijst de vraag: ‘is dit thema voldoende relevant om papier en tijd aan kwijt te zijn?’

Je mag er dus vanuit gaan dat het thema waarover je twijfelt te maken heeft met het onderwerp waarover je schrijft, anders was het waarschijnlijk nooit bij je opgekomen. De vraag “heeft dit thema te maken met mijn onderwerp?” hoef je daarom niet meer te stellen. Het antwoord is namelijk ‘ja’. De vraag die nu crucialer is, luidt: “Op welke manier heeft dit thema met mijn onderwerp te maken?”

Wat is mijn verhaallijn?

Om te bepalen op welke manier een thema gerelateerd is aan je onderwerp is het belangrijk om je verhaallijn duidelijk te hebben. Want hoewel een thema in verband kan staan met je onderwerp, hoeft dat thema niet belangrijk te zijn voor het argument dat je wilt maken, of voor het betoog dat je houdt. Zet daarom de logica van je verhaal in kernzinnen onder elkaar. Als het goed is komt dit overeen met de volgorde van de relevante hoofdstukken, paragrafen en alinea’s. Hiermee heb je eigenlijk de kern van wat je wilt zeggen, en een overzicht van de stappen die je zet om uiteindelijk je punt te maken. Zo wordt de rode draad duidelijk en wordt de lijn van je verhaal zichtbaar.

Is dit de weg, een richtingaanwijzer of onderdeel van het landschap?

De vraag is nu of het thema waarover je twijfelt een hoofd- of een bijzaak is ten opzichte van die verhaallijn. Dus welke rol speelt dit thema bij de tocht die de lezer moet afleggen om met jouw verhaallijn op het juiste eindpunt uit te komen? Om de rol van het thema ten opzichte van je verhaallijn duidelijk te krijgen kun je jouw verhaallijn voorstellen als een route die bewandeld wordt en vervolgens proberen onderscheid te maken tussen drie soorten thema’s: thema’s die onderdeel zijn van de route, die het pad zijn, thema’s die als richtingaanwijzer fungeren, en thema’s die de omgeving van de route aankleden, het landschap.

Allereerst zijn sommige thema’s onderdeel van het pad en daarmee misschien cruciaal om de tocht te kunnen vervolgen en uit te komen bij het doel. Denk hier bijvoorbeeld ook aan bruggen. Zonder bruggen kom je simpelweg niet aan de andere kant van een rivier, en is het voor de lezer dus onmogelijk om het punt te bereiken dat jij bedoeld hebt, of om dezelfde conclusie te trekken die jij als schrijver trekt. Maar soms ligt het pad er al en verbreed je het pad alleen maar met de extra informatie. Misschien heb je die verbreding van het pad niet nodig…

Ten tweede kunnen thema’s cruciaal zijn omdat ze de lezer in de juiste richting wijzen. In de analogie van de route zijn dit de richtingaanwijzers, de borden, de pijlen langs de weg, of de zogenaamde fietspaddenstoelen. Zonder richtingaanwijzers komt jouw lezer niet op de juiste plek uit, en wijkt de conclusie die zij/hij uiteindelijk trekt af van de conclusie die jij bedoelde. Richtingaanwijzers zijn erg belangrijk. Je wil niet dat je lezer er na een tiental pagina’s achter komt dat zij/hij de informatie anders begrepen heeft dan jij bedoelde. De lezer zal waarschijnlijk moeten terugbladeren, omkeren, en op zoek naar het kruispunt waar zij/hij klaarblijkelijk de verkeerde afslag genomen heeft. Maar richtingaanwijzers (vooral als er teveel bij elkaar staan) kunnen ook verwarrend zijn waardoor de lezers (en de auteur meestal ook) te lang aan het uitzoeken zijn welke kant ze op moeten. Gebruik alleen duidelijke richtingaanwijzers! Daarnaast zijn er thema’s die je kunt vergelijken met het landschap waar het pad doorheen loopt. Soms is het zo dat het landschap houvast biedt bij het navigeren. Denk aan de kerktoren in de verte die helpt te bepalen welke richting we op gaan, of in een tekst een korte ‘flash forward’. Soms heeft het landschap de functie van het aangenaam maken van de tocht. Mooie plaatjes, letterlijk en figuurlijk, kunnen helpen om de ervaring van de lezer te verbeteren. Maar mooi plaatjes kunnen ook afleiden, en dat wil je natuurlijk niet.

Nodig of overbodig?

Dit is de vraag die uiteindelijk steeds centraal moet staan als je een afweging maakt om een thema wel of niet te behandelen. En wanneer je de verhaallijn van de tekst waaraan je werkt ziet als een bewegwijzerde route waarover jouw lezers door een landschap reizen, kun je wellicht makkelijker bepalen wat het antwoord op die vraag is. Is dit stuk weg nodig of ligt er al genoeg? Helpt deze bewegwijzering of is het verwarrend? Maakt dit het landschap mooier of leidt het af?


Studiemeesters helpt studenten zoals jij vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek op een van onze locaties of online. Je bent van harte welkom.

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek

Mijn veldonderzoek is onmogelijk…

Je bent met je afstudeeropdracht bezig. Je bent vol overtuiging het onderwerp ingedoken en je hebt alles dat los- en vastzit gelezen. Eigenlijk zou je in een handomdraai je theoretische kader kunnen schrijven, ware het niet dat je nog geen besluit hebt genomen over je onderzoeksvragen. Probleem is namelijk dat het onderzoek, dat nodig is voor de beantwoording van je favoriete onderzoeksvraag, onmogelijk is: je hebt bijvoorbeeld geen tijd meer om nog een heel experiment op te zetten, er is geen geld om af te reizen naar een recent ontdekte indianenstam voor het in kaart brengen van hun jachtrituelen, of je opleiding verbiedt het je – vanuit het oogpunt van veiligheid en ethiek – om aan het front interviews te doen met (zwaar)gewonde soldaten, of je krijgt te maken met een combinatie van dit soort belemmerende factoren.

Geen alternatieven voor het veldonderzoek en niet nóg meer lezen

Het veldonderzoek dat je had bedacht is dus niet mogelijk. Ook jouw begeleiders en jouw medestudenten konden je geen goede tips geven. Sterker nog, de meeste mensen zeggen iets in de trant van: “ja… dat is wel erg lastig”. Dus het station, met de gedachte dat er misschien alternatieven zijn voor het uitvoeren van je veldonderzoek, is gepasseerd. Er zijn ook geen handige databases waar je kwantitatieve analyses op kunt loslaten voor het vinden van een antwoord op je onderzoeksvragen. Kortom de gebruikelijke alternatieven voor het doen van veldonderzoek zijn geen opties meer.

Heeft het dan zin om nog meer literatuur te bestuderen? Heb je misschien bronnen over het hoofd gezien? Dit zijn lastige vragen omdat je alles wel zo’n beetje gelezen hebt. Natuurlijk niet écht alles, maar, voor wat aan inspanning verwacht wordt voor deze afstudeeropdracht, ruim voldoende. Dus als het antwoord op de onderzoeksvraag in de literatuur te vinden zou zijn geweest dan had je ten eerste dat antwoord al wel gevonden en had je ten tweede wel een andere, nog niet beantwoorde, onderzoeksvraag geformuleerd. Dus aanvullend literatuuronderzoek zal jou waarschijnlijk ook niet verder helpen.

Veldonderzoek - Twee dieren! Welk dier zie jij? Kun je het andere dier ook zien?
Twee dieren! Welk dier zie jij? Kun je het andere dier ook zien?

Misschien heb jij het onderzoek al gedaan!

Het plaatje hierboven ken je misschien wel. Je kunt twee verschillende dieren zien. Als je weet hoe de tekening in elkaar zit kun je makkelijk tussen die twee dieren ‘switchen’. Misschien geldt hetzelfde voor jouw afstudeeropdracht. Je ziet de opdracht nu als een traject waarin je vastloopt op het uitwerken van je onderzoeksvragen en je onderzoeksmethoden. Maar misschien kun je alles dat je tot nu toe al gedaan hebt ook zien als reeds verricht literatuuronderzoek!?

Belangrijk voor deze ‘switch’ is vooral de formulering van een onderzoeksvraag. Tot op zekere hoogte is die formulering vergelijkbaar met de ‘kijkrichting’ van het oog uit het plaatje hierboven. Het oog in de tekening is het vaste punt, het is de kern. Als het oog voor jou naar links kijkt, krijgt de rest van het plaatje de vorm van een eend of anderszins vogelachtige; je ziet dus die eend of die anderszins vogelachtige. Als het oog voor jou naar rechts kijkt, krijgt de rest van het plaatje de vorm van een konijn; je ziet dus dat konijn. Wanneer je de formulering van je onderzoeksvraag verandert, krijgt de (rest van de) informatie die je hebt bestudeerd een andere betekenis of andere positie in je stuk. Voornamelijk je ‘oude’ T.K. en/of literatuuroverzicht zal zich splitsen en verspreiden over een nieuwe inleiding, een nieuw T.K. en/of literatuuroverzicht en nieuwe resultaten.

Om een begin te kunnen maken met deze switch is je oude onderzoeksvraag (de onderzoeksvraag die niet te onderzoeken viel) het eerste aanknopingspunt. Het is die oude onderzoeksvraag die onderdeel wordt van je aanbevelingen in de nieuwe situatie. Welke conclusie(s) heb je in de oude situatie (al dan niet bewust) getrokken om tot die ‘aanbeveling’ te kunnen komen? En tot slot, op welke onderzoeksvragen geven die ‘conclusies’ antwoord? Hieronder heb ik een schematisch overzicht gemaakt waarin ik probeer duidelijk te maken hoe je van de oude situatie naar de nieuwe situatie kunt komen.

schema van oude onderzoeksvraag naar nieuwe onderzoeksvraag afstudeeropdracht

Neem de tijd voor nieuwe onderzoeksvraag

Het goed doorlopen van bovenstaand schema kan veel tijd vragen. Neem die tijd, want het is namelijk belangrijk om de nieuwe onderzoeksvraag scherp te formuleren. Die nieuwe onderzoeksvraag bepaalt vervolgens de manier waarop jij de informatie uit je oude theoretische kader (T.K.) en/of je literatuuroverzicht zou moeten herverdelen over je nieuwe inleiding, je nieuwe T.K. of literatuuroverzicht, en je resultaten.

Check je opleiding

Let erop dat dit hele verhaal ervanuit gaat dat je vanuit de opleiding je afstudeeropdracht mag afronden aan de hand van een literatuuronderzoek. Het is daarom natuurlijk wel belangrijk om er zeker van te zijn dat dit ook door jouw opleiding wordt goedgekeurd. Wanneer je groen licht hebt, en kunt volstaan met een literatuuronderzoek kun je je aan deze puzzel gaan wagen. Wil je hier samen met een goede begeleider mee aan de slag, neem dan contact met ons op voor een kennismaking. In elk geval heel veel succes met je afstudeeropdracht!

Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze studie- en scriptiebegeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek in Amsterdam, Eindhoven, Leiden of Rotterdam. Je bent van harte welkom.

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek

Hoe gebruik je een samenvatting

Het gebruik van samenvattingen bij het leren voor tentamens is voor veel studenten een gewoonte. Daarom is het belangrijk goed na te denken over hoe samenvattingen wel en niet ondersteunend kunnen zijn voor het leerproces. Hieronder leg ik uit dat een samenvatting geen ‘short-cut’ is, dat een samenvatting vaak niet ‘echt’ een samenvatting is, dat je het samenvatten waarschijnlijk nog effectiever als leermiddel kunt inzetten, en dat je een samenvatting beter met pen op papier kunt schrijven dan kunt typen.

Een samenvatting is geen ‘short-cut’

Soms kom ik studenten tegen die trots zeggen dat ze alle samenvattingen hebben verzameld en nu goed kunnen gaan leren. Tijdens dat leren komen deze studenten erachter dat ze ‘onduidelijke’ samenvattingen hebben, dat ze samenvattingen niet snappen en dat er informatie ontbreekt.

Als dit ook jouw ervaring is dan heb je de voorgeschreven literatuur waarschijnlijk niet allemaal bestudeerd en heb je de bijbehorende colleges en werkgroepen waarschijnlijk niet of nauwelijks gevolgd. Je ontdekt dan dat een samenvatting geen alternatief is voor de boeken en de colleges. Een samenvatting vat die stof namelijk samen. De context van de stof en de voorbeelden die in de colleges en de boeken worden besproken ontbreken meestal. Wat je nu – op het laatste moment voor je tentamens – nog kunt doen is de samenvattingen bekijken met de literatuur en colleges erbij ter referentie. Dit wordt sowieso nachtwerk. Het kost erg veel tijd en is enorm frustrerend. Hoewel dit soms de enige oplossing is, is het nooit een goede oplossing. Wat je op deze manier leert, vergeet je ook snel weer.

Een samenvatting is vaak geen samenvatting

Wat een ‘samenvatting’ genoemd wordt is vaak geen samenvatting. Althans, niet van alle stof die geleerd moet worden. Het beslaat meestal slechts dat deel van de stof dat de maker van de samenvatting nog onvoldoende kent. Dat is ook logisch: wat je nog niet voldoende snapt schrijf je op om later door te nemen. Vaar daarom niet blind op andermans samenvattingen. Beter is het, wanneer je gebruik wil maken van samenvattingen, om je eigen samenvattingen te maken. Zo bepaal jij wat relevant is. Bovendien maak je tijdens dit proces inhoudelijke mentale koppelingen die helpen de stof te begrijpen.

Zie het samenvatten als leermiddel

Want is samenvatten daar niet voor bedoeld; om de stof beter te begrijpen? Veel studenten zien de samenvatting als voorwaarde om te kunnen beginnen met leren. Voor hen komt het maken van die samenvatting vóór al het andere leerwerk. Zo wordt het maken van samenvattingen een doel op zich, en een doel dat bovendien snel behaald moet zijn want daarna begint het studeren. Een student die voordoet hoe ze samenvat let tijdens het lezen op cursief gedrukte en onderstreepte woorden, ze let op woorden in de kantlijn en eventueel let ze op eerste en laatste zinnen van alinea’s. Die informatie neemt ze over en die komt zo terecht in wat uiteindelijk haar samenvatting wordt. De student is in deze fase nauwelijks bezig met bestuderen of leren. Ze is bezig met het scannen en identificeren van belangrijke stof. Aan het einde van het ‘samenvatproces’ heeft ze een overzicht van woorden, zinnen, en eventueel overgenomen tekeningen waarvan ze weet dat ze belangrijk zijn. Haar inhoudelijke kennis over wat ze uit de boeken heeft overgenomen is echter nog zeer oppervlakkig.

Het proces werkt beter wanneer je het maken van samenvattingen gebruikt als middel om de stof te leren. De meeste tijd steek je dan in het bestuderen van de stof. Je staat stil bij je besluit om eerst met 100% aandacht een afgebakend deel van de stof te lezen. Lees. Doe daarna je boek dicht. Bepaal nu of, en zo ja, wat van het zojuist bestudeerde belangrijk genoeg is om in jouw samenvatting te mogen. Schrijf dat in je eigen woorden op. Hoe groter de hoeveelheid tekst die je bestudeert voordat je begint met samenvatten, hoe makkelijker je de stof zou moeten kunnen onthouden. Dit lijkt tegenstrijdig, maar dat is het niet. Je leert namelijk contexten zien en voorbeelden begrijpen. De samenvattingen die hieruit ontstaan heb je later misschien niet eens meer nodig om ‘nog snel door te nemen’ want je kent de stof al.

Schrijf samenvattingen met pen op papier

Een laatste opmerking gaat over het zelf maken van samenvattingen. Veel mensen zijn geneigd om vrijwel alles op de computer te doen. Deels zal dat te maken hebben met de wens om zaken te bewaren. Wanneer je het samenvatten gebruikt als leermiddel, is het echter veel verstandiger om met de hand te schrijven. Dat helpt namelijk nog eens extra bij het opnemen van de stof! Zie bijvoorbeeld het volgende stuk uit een artikel in de New York Times (Konnikova 2014), waarin de psycholoog Dehaene geciteerd wordt:

“When we write, a unique neural circuit is automatically activated,” said Stanislas Dehaene, a psychologist at the Collège de France in Paris. “There is a core recognition of the gesture in the written word, a sort of recognition by mental simulation in your brain. (…) And it seems that this circuit is contributing in unique ways we didn’t realize,” he continued. “Learning is made easier.” (Konnikova, 2014)

Tot slot

Er wordt wel gezegd dat de mate waarin iemand de stof aan een ander kan uitleggen een goede indicator is voor het begrip dat iemand van die stof heeft. Gebruik je samenvattingen ook zo. Lees eerst een heel hoofdstuk, of een hele paragraaf met het doel om het te leren. Doe dat bewust. Neem er de tijd voor. Wanneer je gelezen hebt leg je de tekst weg en schrijf je in je eigen woorden met pen op papier wat de belangrijke elementen uit het stuk zijn. Zodra je de bestudeerde stof zo aan jezelf of een ander kunt uitleggen, sta je niet langer ‘in de stof’ maar sta je ‘erboven’. Succes!

Bron: Konnikova, M. 2014. What’s Lost as Handwriting Fades. The New York Times. Online via: https://www.nytimes.com/2014/06/03/science/whats-lost-as-handwriting-fades.html?_r=0), geraadpleegd op 6 november 2018.


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze studie- en scriptiebegeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek in Amsterdam, Eindhoven, Leiden of Rotterdam. Je bent van harte welkom.

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek

Praktische tips: Paginanummers laten beginnen waar jij dat wil

Het eerste stuk van veel documenten zoals een scriptie bestaat meestal uit een titelpagina, een samenvatting, een voorwoord, en een inhoudsopgave. Dan ligt het voor de hand dat je de paginanummering pas daarna wil laten beginnen. Hieronder staan de instructies daarvoor. Let er wel op dat ik dit heb uitgezocht voor de Word-versie op mijn Mac. Het kan zijn dat deze handleiding voor andere versies van Word niet helemaal klopt, maar misschien helpt het je op weg.

Stap 1: Klik in je document op de pagina waar jij de paginanummering wil laten beginnen.

Stap 2: Je moet nu een ‘sectie-einde’ invoegen op deze pagina. Klik in de balk boven in je scherm op ‘indeling’. Ga in dat menu naar ‘eindemarkeringen’ en klik daarbinnen op ‘volgende pagina’. Nu heb je Word laten weten dat dit de eerste pagina is van een nieuwe sectie in jouw document.

paginanummering

Stap 3: Dubbelklik, op diezelfde pagina en dus binnen deze sectie van jouw document, in het gebied van je kop- of voettekst. (Koptekst is tekst die helemaal boven aan je pagina zou komen te staan. Voettekst is tekst die helemaal onder aan je pagina zou komen te staan.) Als je dit doet opent Word het tabblad ‘koptekst voettekst’. Zie hieronder.

paginanummering

Stap 4: Klik op de knop ‘Aan vorige koppelen’ om de nieuwe sectie los te koppelen van de vorige sectie. De knop moet dus uitgeschakeld worden.

paginanummering

Stap 5: Ga nu naar ‘Paginanummer’ en klik op ‘paginanummer’.

paginanummering

Stap 6: In het onderstaande venster kun je kiezen hoe je jouw paginanummers wil uitlijnen (rechts, links, buiten, binnen, gecentreerd).

paginanummering

Stap 7: Klik op ‘opmaak’. Je ziet dan onderstaand venster. Geef daarin aan met welk getal de paginanummering in deze sectie moet beginnen en klik op ‘ok’. In dit voorbeeld is ‘1’ gekozen.

paginanummering

Stap 8: klik in het volgende/vorige scherm weer op ok en als het goed is heb je nu de paginanummering zoals je die wil hebben.

paginanummering

Misschien is het opgevallen dat de ‘positie’ in het voorbeeld hierboven niet meer ‘boven aan pagina’ is, maar ‘onder aan pagina’. Dit gebeurt wanneer je bij stap 3 dubbelklikt in je voettekstruimte. Zo kun je dus paginanummers invoegen die onder aan je pagina’s komen te staan.

Bron en meer informatie te vinden via de volgende link: https://support.office.com/nl-nl/article/paginanummers-later-laten-beginnen-in-een-document-c73e3d55-d722-4bd0-886e-0b0bd0eb3f02

Verder zijn er op internet natuurlijk instructievideo’s te vinden. Succes!


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek. Dat kan op een van onze locaties, telefonisch of online. We helpen je graag verder!

Meld je aan

Je scriptie de baas – hoe je stressvrij je scriptie schrijft

Kinge Siljee is de oprichter van Studiemeesters en auteur van het boek Je scriptie de baas. Al eerder publiceerde ze het boek Studieontwijkend gedrag de baas. Kinge is de meest ervaren scriptiebegeleider van Nederland, en daarom wilde ze alle adviezen die ze aan studenten geeft, bundelen in een boek. In dit interview geeft ze alvast enkele tips.

scriptiebegeleiding

Wat is de beste tip uit het boek voor studenten die een scriptie moeten schrijven?

Oei! Ik heb erg veel tips. Mag ik er ook meerdere geven?

Ja, tuurlijk.

Oké. Mijn eerste tip is: maak je leven scriptieproof. Zorg ervoor dat je scriptie in je leven past, en dat je ook andere activiteiten op de agenda blijft zetten die goed zijn voor je gezondheid en je ontspanning. Maar bedenk wel: je scriptie is je baan. Besteed daar dus voldoende tijd aan. Dat voorkomt dat je aan het einde hele nachten door moet werken om hem af te krijgen.

Gebeurt dat vaak, dat studenten nachten doorwerken?

Ja, vaker dan je denkt. Het is niet fijn om de hele nacht te moeten werken, je gaat dan ook haastige slordigheidsfouten maken. Je hebt geen tijd om je werk na te kijken of om je tabellen nog eens te controleren. Daarnaast is het slecht voor je geestelijke en lichamelijke gezondheid.

Tweede tip?

Mijn tweede tip is dat je vanaf het begin af aan goed in de gaten houdt wat je opleiding van je wil. Kijk eens naar voorbeelden van studenten die een goed cijfer hadden, en kijk naar de boeken en artikelen die je opleiding eerder aan je heeft gegeven. Wat voor soort onderzoek willen ze graag zien? Welke onderwerpen zijn in orde? Je wilt niet weten hoe vaak ik studenten moet begeleiden die voordat ze bij ons kwamen, een nagenoeg complete scriptie in de prullenbak hadden moeten gooien. Doodzonde van je tijd, je moeite én je motivatie.

Heb je nog een laatste, gouden tip?

Ja! Kies een onderwerp en een methode die jij leuk vindt. Je bent er twee, drie, soms wel zes of acht maanden druk mee. Je staat ermee op en je gaat ermee naar bed. Dat betekent dat het een onderwerp moet zijn waarin je je wílt verdiepen. Er zullen in je scriptieproces momenten zijn waarop je alles gaat háten: je onderwerp, de theorie, je methode, je begeleider. Hoe verder je dat moment van je weg kunt schuiven, hoe beter.

Haten? En hoe kom je daar dan weer uit?

Ja, haten. Niemand wordt blij van een verschoven literatuurlijst of een dataset met fouten erin. Als je je in die situatie bevindt, denk dan terug aan wat je hier las. Iedereen heeft dat grote haat-moment. Er valt niks aan te doen. Het beste is om op zo’n moment een kopje koffie te pakken, diep te zuchten en weer vol aan de bak te gaan. Vergelijk het met een verhuizing. Ergens halverwege denk je opeens: “Waar ben ik in vredesnaam aan begonnen?” Maar je zit niet bij de pakken neer; desnoods neem je even een korte rustpauze, maar je gaat door! En als je uiteindelijk klaar bent, kijk je met tevredenheid op de hele onderneming terug.

Is er ook nog iets wat je wilt afraden?

Ja. Je scriptie laten schrijven door iemand anders – dat moet je nooit ofte nimmer doen. Ten eerste is het fraude: het gaat immers om jóúw opleiding en jóúw scriptie, en jij moet dus bewijzen dat je het zelf kunt. Ten tweede is het niet verantwoord; je wilt zelf toch ook niet geholpen worden door een chirurg die niet haar eigen diploma heeft verdiend, of een taxichauffeur die een ander zijn rijexamen heeft laten doen? En bedenk ten slotte hoe verschrikkelijk trots jij op jezelf zult zijn als je je zelfgeschreven scriptie af hebt. Zoek hulp, maar wel de juiste; laat dus nooit een ander je werk doen, hoe wanhopig je nu ook bent! En laat je niet afschrikken: ook de meest wanhopige mensen heb ik weer aan het werk gekregen. Student, jij kunt dit ook!

Hoe komt het dat studenten onder begeleiding wél hun scriptie afmaken, en in hun eentje niet?

Dat verschilt erg van persoon tot persoon. De ene persoon heeft een writer’s block en krijgt geen letter op papier. Die persoon moet je laten zien dat je heus wel kunt schrijven, als je maar een goed plan maakt. Wij leren die studenten hoe je zo’n plan opstelt. Een andere student vindt SPSS moeilijk of weet niet hoe je interviews analyseert. Een volgende student heeft weer last van scriptie-ontwijkend gedrag, enzovoorts.

Heb je die tips weggegeven in je boek?

Ja! De meeste wel. Ik wilde de meest effectieve technieken en methodes toegankelijker maken voor studenten die niet naar begeleiding kunnen komen, bijvoorbeeld omdat Studiemeesters voor hen te ver weg is. Dit boek geeft toegang tot technieken waar alle studenten iets aan hebben.

Er zijn al veel scriptieboeken. Wat maakt dit boek anders?

Dit boek is heel concreet. Het begint niet met een ingewikkelde uitleg over de filosofie van het weten, maar het legt stapsgewijs uit hoe je de scriptie schrijft die jij wilt inleveren. Het begint met het scriptieproof maken van je leven en het eindigt met de verdediging van je scriptie. Alle tussenliggende stappen staan zo opgesomd dat je ze alleen nog maar hoeft uit te voeren. Daarnaast heb ik geprobeerd zo veel mogelijk overzichten te geven en zo min mogelijk uit te weiden in breedsprakige teksten.

Heb je daar een voorbeeld van?

Ja hoor! Ik geef in het boek bijvoorbeeld een overzicht van mogelijke scriptiebegeleiders die je kunt hebben en wat je kunt doen aan problemen die je hebt met je begeleider:

Trage Tom reageert nooit op e-mails, tenzij je een reminder stuurt. Hij doet gerust vier weken over het beantwoorden van een vraag, maar hij staat er wel op dat jij alle deadlines haalt.
Problemen die je kunt krijgen: Je loopt kans om je deadlines allemaal te missen. De meeste opleidingen geven je gek genoeg helemaal geen uitstel als je last hebt van een Trage Tom, zelfs al is al jaren bekend dat dit monstertje rondloopt op de instelling.
Wat je moet doen: Niet wachten op antwoord op je vragen. Stuur hem stukken op zonder vragen maar met mededelingen: “Ik heb hoofdstuk 2 in drie delen opgedeeld. Als het anders moet, hoor ik dat graag van u.” Dit is geen garantie dat hij het uiteindelijk goedkeurt, maar het maakt de kans dat hij niet terugkrabbelt wel groter.

Flip-flap Floris wisselt steeds van mening over wat je moet doen. Bij de eerste bijeenkomst staat hij erop dat je een bepaald boek invoegt in je theoretisch kader, maar een week later moet het er weer uit.
Problemen die je kunt krijgen: Je loopt het risico om helemaal verward te raken in zelftwijfel. Wie zegt dat de volgende keuze die je maakt, wél goed is? Wie zegt dat je niet weer onverwachts alles moet veranderen? Niks heeft zin, want je weet toch niet of het goed is, dus alles wordt willekeurig.
Wat je moet doen: Mail Flip-flap Floris na elke meeting een puntenlijst van zijn feedback, en zo concreet mogelijk. “Ik moet het boek van Kendiar invoegen in paragraaf 2.2”, bijvoorbeeld. Eindig met: “Ik hoor het graag als ik u verkeerd heb begrepen.”

Wazige Wanda is het type verstrooide professor. Hartstikke aardig, maar ze geeft nooit concrete feedback. Ze blijft enthousiast artikelen noemen die je zou kunnen lezen, maar je weet nooit of het nou verplicht is.
Problemen die je kunt krijgen: Je hele scriptieproces kan blijven hangen in de oriëntatiefase. Je blijft maar lezen en lezen, je scriptie verliest focus en afbakening, en op een gegeven moment weet je van voren niet meer waar je onderwerp van achteren begint.
Wat je moet doen: Neem controle over het proces en stel gerichte vragen. “Hierbij mijn conceptueel model met onderbouwing. Heb ik voldoende artikelen gebruikt?” Zo voorkom je dat ze je weer als een vakidioot zijpaadjes in stuurt.

Patricia Precies heeft altijd je stukken gelezen. En nog een keer gelezen. En ze wijst je er met hetzelfde gemak op dat je hoofdvraag niet deugt en dat je twee spaties achter elkaar hebt staan in de derde bijlage, achterin. Je krijgt documenten terug die zo bol staan van de opmerkingen dat Word een extra kolom invoegt, speciaal voor Patricia Precies.
Problemen die je kunt krijgen: Dit is uiterst inefficiënt. Ze is als iemand die een huis laat bouwen en tegelijkertijd kritiek heeft op het fundament en op de afwerking van de verf in de nok. Hierdoor werk je niet netjes vanuit de hoofdzaken naar de details toe, maar verbeter je teksten die je misschien later toch moet slopen.
Wat je moet doen: Patricia Precies kun je niet veranderen, maar je kunt wel voor jezelf haar feedback structureren. Kijk naar de zee van opmerkingen in de tekst, en negeer alle opmerkingen die over spelling en je bronnen gaan. Let daarbij op de hoofdvraag: heeft ze daar inhoudelijke kritiek op? En op je deelvragen? Dan kun je daar het best mee beginnen. Vraag haar desnoods mondeling om toelichting.

Laatdunkende Lars geeft je het gevoel dat je een domme sufferd bent. Hij reageert op je vragen en opmerkingen soms enkel met “???” in de kantlijn, of op zo’n geïrriteerde toon dat je niet weet waar je moet beginnen om dit goed te maken.
Problemen die je kunt krijgen: Het is heel slecht voor je zelfvertrouwen als je nooit iets maakt wat goed genoeg is. Je gaat jezelf waardeloos voelen, en het hele plezier in je scriptie verdwijnt. Je durft Laatdunkende Lars ook niet meer te benaderen voor vragen.
Wat je moet doen: Wat je kunt doen, is een docent, vriend of familielid vinden die verstand van zaken heeft, maar je niet behandelt alsof hij je heeft aangetroffen onder zijn schoenzool na een dag wandelen. Iemand die je uitlegt wat je moet weten. Het helpt om hierbij te blijven beseffen dat Laatdunkende Lars maar een paar maanden in jouw leven is, en hijzelf zijn hele leven bij zichzelf moet zijn. Eigenlijk heb je dus geluk gehad.

Last-minute Lizzie vergeet je helemaal. Ze heeft een afspraak met je, en ze gaat ter plekke het stuk printen en lezen, terwijl je het vorige week al had gestuurd. Of ze komt helemaal niet opdagen, ze belt af, ze zit in het buitenland. Ze vergeet je naam, je onderwerp, en ze komt telkens met advies waar je niks aan hebt, want ze weet totaal niet waar je mee bezig bent.
Problemen die je kunt krijgen: Van Last-minute Lizzie kun je behoorlijk gefrustreerd raken: jij doet al die moeite om haar stukken te sturen en om feedback te vragen, maar zij behandelt je als een toevallige passant in de bus. Je krijgt geen zinnige feedback, en het risico bestaat dat ze de dag voor de deadline – als ze er eens wél de tijd voor pakt – ineens met fundamentele kritiek komt.
Wat je moet doen: Helaas, je bent op jezelf aangewezen. Je zou kunnen proberen de volgende keer dat ze zelf zegt dat ze het te druk heeft, aan te bieden: “Ja, ik kan me voorstellen dat je niet op mijn constante vragen zit te wachten. Wil je anders dat ik een andere begeleider vraag om te helpen?” Als dat niet lukt, kun je het beste andere scripties die zij heeft goedgekeurd bestuderen – het geeft je een beeld van wat ze van je verwacht qua opbouw en methodes.

Is de stijl van je hele boek zo…zo ironisch?

(Lacht) Je zoekt het woord ‘lichtvoetig’, hoop ik. Ja, het is wel op luchtige toon geschreven. De artikelen die je moet lezen voor je scriptie zijn vaak al plechtig genoeg van toon. Er valt ook wel wat te lachen in deze lijdensweg. Maar ja, daar moet je wel van houden.

Nieuwsgierig geworden? Bestel het boek Je scriptie de baas van Kinge Siljee bij de boekhandel, koop je exemplaar bij een vestiging van Studiemeesters, of bestel het online bij Amsterdam University Press.


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek. Dat kan op een van onze locaties, telefonisch of online. We helpen je graag verder!

Meld je aan