Hoe rond ik mijn tentamens af terwijl ik mijn scriptie schrijf?

Veel studenten moeten nog tentamens afronden terwijl ze tegelijkertijd bezig zijn met hun scriptie. Het is logisch dat je ze graag allebei af wilt ronden, zeker als dat betekent dat je daarna van je zomervakantie kunt genieten.

Er is een goede reden waarom er zoveel tijd wordt ingepland om je scriptie te schrijven: het kost veel moeite om over je onderwerp na te denken, je onderzoek uit te voeren en vervolgens te analyseren, en je scriptie ook nog daadwerkelijk goed te schrijven. Als je daarnaast dan ook nog eens tentamens hebt, wordt het nog zwaarder.

Werk in blokjes
De oplossing: werk in blokjes. Wanneer je voor een tentamen leert, werken je hersenen anders dan wanneer je je onderzoek analyseert of wanneer je aan het schrijven bent. Die activiteiten moet je dus niet door elkaar heen proberen te doen.

Maak een overzicht van alles wat je in een week gedaan wilt krijgen voor zowel je scriptie als je tentamens. Plan vervolgens blokken in waarin je deze dingen goed van elkaar scheidt. In mijn ervaring is het het handigste om ‘s ochtends te beginnen met leren, wanneer je mentaal nog fris bent. Het analyseren van je onderzoek en het schrijven zijn taken die wat minder belastend zijn, en die kun je daarom beter in de middag of in de avond inplannen. Dit geldt ook voor “productiewerk” zoals het maken van je literatuurlijst, je inhoudsopgave, de opmaak et cetera.

Neem voldoende pauze
Zorg ervoor dat je tussen de blokken voldoende pauze neemt. Je zou bijvoorbeeld in dagdelen kunnen werken en dan je werkzaamheden opsplitsen in ochtend, middag en avond. Pas alleen wel op dat je niet de hele dag doorgaat; twee dagdelen per dag is aan te raden, omdat je ook voldoende rust moet nemen. Wil je in het weekend doorgaan, dan zou ik als ik jou was ook minstens de helft van de tijd vrijhouden voor ontspanning.

Pomodoro
Verder kun je deze grotere blokken opdelen in kleinere blokjes van 20-25 minuten met tussendoor korte pauzes. Dit is de Pomodoro-methode, waarbij het doel is om in deze blokjes alle afleiding te weerstaan en in de korte pauzes even op je telefoon te kijken, te internetten of op een andere manier te ontspannen. Op deze manier kun je je beter tot je werk zetten en zo productiever worden.

Vinger aan de pols
Door op deze manier te werken kun je goed een vinger aan de pols houden met betrekking tot je vooruitgang; je hebt er in ieder geval voor gezorgd dat je bewust je tijd verdeelt over wat je moet doen, en wanneer je regelmatig je voortgang evalueert kun je per dag of per week kijken of de verhouding tussen tentamens en scriptie goed blijft. Dit geeft je ook het vertrouwen dat je uiteindelijk met beide voldoende voortgang boekt om met een goed gevoel je tentamens te maken en je scriptie af te ronden.

Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek. Dat kan op een van onze locaties of telefonisch. We helpen je graag verder.

Meld je aan

Mijn veldonderzoek is onmogelijk…

Je bent met je afstudeeropdracht bezig. Je bent vol overtuiging het onderwerp ingedoken en je hebt alles dat los- en vastzit gelezen. Eigenlijk zou je in een handomdraai je theoretische kader kunnen schrijven, ware het niet dat je nog geen besluit hebt genomen over je onderzoeksvragen. Probleem is namelijk dat het onderzoek, dat nodig is voor de beantwoording van je favoriete onderzoeksvraag, onmogelijk is: je hebt bijvoorbeeld geen tijd meer om nog een heel experiment op te zetten, er is geen geld om af te reizen naar een recent ontdekte indianenstam voor het in kaart brengen van hun jachtrituelen, of je opleiding verbiedt het je – vanuit het oogpunt van veiligheid en ethiek – om aan het front interviews te doen met (zwaar)gewonde soldaten, of je krijgt te maken met een combinatie van dit soort belemmerende factoren.

Geen alternatieven voor het veldonderzoek en niet nóg meer lezen

Het veldonderzoek dat je had bedacht is dus niet mogelijk. Ook jouw begeleiders en jouw medestudenten konden je geen goede tips geven. Sterker nog, de meeste mensen zeggen iets in de trant van: “ja… dat is wel erg lastig”. Dus het station, met de gedachte dat er misschien alternatieven zijn voor het uitvoeren van je veldonderzoek, is gepasseerd. Er zijn ook geen handige databases waar je kwantitatieve analyses op kunt loslaten voor het vinden van een antwoord op je onderzoeksvragen. Kortom de gebruikelijke alternatieven voor het doen van veldonderzoek zijn geen opties meer.

Heeft het dan zin om nog meer literatuur te bestuderen? Heb je misschien bronnen over het hoofd gezien? Dit zijn lastige vragen omdat je alles wel zo’n beetje gelezen hebt. Natuurlijk niet écht alles, maar, voor wat aan inspanning verwacht wordt voor deze afstudeeropdracht, ruim voldoende. Dus als het antwoord op de onderzoeksvraag in de literatuur te vinden zou zijn geweest dan had je ten eerste dat antwoord al wel gevonden en had je ten tweede wel een andere, nog niet beantwoorde, onderzoeksvraag geformuleerd. Dus aanvullend literatuuronderzoek zal jou waarschijnlijk ook niet verder helpen.

Veldonderzoek - Twee dieren! Welk dier zie jij? Kun je het andere dier ook zien?
Twee dieren! Welk dier zie jij? Kun je het andere dier ook zien?

Misschien heb jij het onderzoek al gedaan!

Het plaatje hierboven ken je misschien wel. Je kunt twee verschillende dieren zien. Als je weet hoe de tekening in elkaar zit kun je makkelijk tussen die twee dieren ‘switchen’. Misschien geldt hetzelfde voor jouw afstudeeropdracht. Je ziet de opdracht nu als een traject waarin je vastloopt op het uitwerken van je onderzoeksvragen en je onderzoeksmethoden. Maar misschien kun je alles dat je tot nu toe al gedaan hebt ook zien als reeds verricht literatuuronderzoek!?

Belangrijk voor deze ‘switch’ is vooral de formulering van een onderzoeksvraag. Tot op zekere hoogte is die formulering vergelijkbaar met de ‘kijkrichting’ van het oog uit het plaatje hierboven. Het oog in de tekening is het vaste punt, het is de kern. Als het oog voor jou naar links kijkt, krijgt de rest van het plaatje de vorm van een eend of anderszins vogelachtige; je ziet dus die eend of die anderszins vogelachtige. Als het oog voor jou naar rechts kijkt, krijgt de rest van het plaatje de vorm van een konijn; je ziet dus dat konijn. Wanneer je de formulering van je onderzoeksvraag verandert, krijgt de (rest van de) informatie die je hebt bestudeerd een andere betekenis of andere positie in je stuk. Voornamelijk je ‘oude’ T.K. en/of literatuuroverzicht zal zich splitsen en verspreiden over een nieuwe inleiding, een nieuw T.K. en/of literatuuroverzicht en nieuwe resultaten.

Om een begin te kunnen maken met deze switch is je oude onderzoeksvraag (de onderzoeksvraag die niet te onderzoeken viel) het eerste aanknopingspunt. Het is die oude onderzoeksvraag die onderdeel wordt van je aanbevelingen in de nieuwe situatie. Welke conclusie(s) heb je in de oude situatie (al dan niet bewust) getrokken om tot die ‘aanbeveling’ te kunnen komen? En tot slot, op welke onderzoeksvragen geven die ‘conclusies’ antwoord? Hieronder heb ik een schematisch overzicht gemaakt waarin ik probeer duidelijk te maken hoe je van de oude situatie naar de nieuwe situatie kunt komen.

schema van oude onderzoeksvraag naar nieuwe onderzoeksvraag afstudeeropdracht

Neem de tijd voor nieuwe onderzoeksvraag

Het goed doorlopen van bovenstaand schema kan veel tijd vragen. Neem die tijd, want het is namelijk belangrijk om de nieuwe onderzoeksvraag scherp te formuleren. Die nieuwe onderzoeksvraag bepaalt vervolgens de manier waarop jij de informatie uit je oude theoretische kader (T.K.) en/of je literatuuroverzicht zou moeten herverdelen over je nieuwe inleiding, je nieuwe T.K. of literatuuroverzicht, en je resultaten.

Check je opleiding

Let erop dat dit hele verhaal ervanuit gaat dat je vanuit de opleiding je afstudeeropdracht mag afronden aan de hand van een literatuuronderzoek. Het is daarom natuurlijk wel belangrijk om er zeker van te zijn dat dit ook door jouw opleiding wordt goedgekeurd. Wanneer je groen licht hebt, en kunt volstaan met een literatuuronderzoek kun je je aan deze puzzel gaan wagen. Wil je hier samen met een goede begeleider mee aan de slag, neem dan contact met ons op voor een kennismaking. In elk geval heel veel succes met je afstudeeropdracht!

Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze studie- en scriptiebegeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek in Amsterdam, Eindhoven, Leiden of Rotterdam. Je bent van harte welkom.

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek

Je scriptie de baas – hoe je stressvrij je scriptie schrijft

Kinge Siljee is de oprichter van Studiemeesters en auteur van het boek Je scriptie de baas. Al eerder publiceerde ze het boek Studieontwijkend gedrag de baas. Kinge is de meest ervaren scriptiebegeleider van Nederland, en daarom wilde ze alle adviezen die ze aan studenten geeft, bundelen in een boek. In dit interview geeft ze alvast enkele tips.

scriptiebegeleiding

Wat is de beste tip uit het boek voor studenten die een scriptie moeten schrijven?

Oei! Ik heb erg veel tips. Mag ik er ook meerdere geven?

Ja, tuurlijk.

Oké. Mijn eerste tip is: maak je leven scriptieproof. Zorg ervoor dat je scriptie in je leven past, en dat je ook andere activiteiten op de agenda blijft zetten die goed zijn voor je gezondheid en je ontspanning. Maar bedenk wel: je scriptie is je baan. Besteed daar dus voldoende tijd aan. Dat voorkomt dat je aan het einde hele nachten door moet werken om hem af te krijgen.

Gebeurt dat vaak, dat studenten nachten doorwerken?

Ja, vaker dan je denkt. Het is niet fijn om de hele nacht te moeten werken, je gaat dan ook haastige slordigheidsfouten maken. Je hebt geen tijd om je werk na te kijken of om je tabellen nog eens te controleren. Daarnaast is het slecht voor je geestelijke en lichamelijke gezondheid.

Tweede tip?

Mijn tweede tip is dat je vanaf het begin af aan goed in de gaten houdt wat je opleiding van je wil. Kijk eens naar voorbeelden van studenten die een goed cijfer hadden, en kijk naar de boeken en artikelen die je opleiding eerder aan je heeft gegeven. Wat voor soort onderzoek willen ze graag zien? Welke onderwerpen zijn in orde? Je wilt niet weten hoe vaak ik studenten moet begeleiden die voordat ze bij ons kwamen, een nagenoeg complete scriptie in de prullenbak hadden moeten gooien. Doodzonde van je tijd, je moeite én je motivatie.

Heb je nog een laatste, gouden tip?

Ja! Kies een onderwerp en een methode die jij leuk vindt. Je bent er twee, drie, soms wel zes of acht maanden druk mee. Je staat ermee op en je gaat ermee naar bed. Dat betekent dat het een onderwerp moet zijn waarin je je wílt verdiepen. Er zullen in je scriptieproces momenten zijn waarop je alles gaat háten: je onderwerp, de theorie, je methode, je begeleider. Hoe verder je dat moment van je weg kunt schuiven, hoe beter.

Haten? En hoe kom je daar dan weer uit?

Ja, haten. Niemand wordt blij van een verschoven literatuurlijst of een dataset met fouten erin. Als je je in die situatie bevindt, denk dan terug aan wat je hier las. Iedereen heeft dat grote haat-moment. Er valt niks aan te doen. Het beste is om op zo’n moment een kopje koffie te pakken, diep te zuchten en weer vol aan de bak te gaan. Vergelijk het met een verhuizing. Ergens halverwege denk je opeens: “Waar ben ik in vredesnaam aan begonnen?” Maar je zit niet bij de pakken neer; desnoods neem je even een korte rustpauze, maar je gaat door! En als je uiteindelijk klaar bent, kijk je met tevredenheid op de hele onderneming terug.

Is er ook nog iets wat je wilt afraden?

Ja. Je scriptie laten schrijven door iemand anders – dat moet je nooit ofte nimmer doen. Ten eerste is het fraude: het gaat immers om jóúw opleiding en jóúw scriptie, en jij moet dus bewijzen dat je het zelf kunt. Ten tweede is het niet verantwoord; je wilt zelf toch ook niet geholpen worden door een chirurg die niet haar eigen diploma heeft verdiend, of een taxichauffeur die een ander zijn rijexamen heeft laten doen? En bedenk ten slotte hoe verschrikkelijk trots jij op jezelf zult zijn als je je zelfgeschreven scriptie af hebt. Zoek hulp, maar wel de juiste; laat dus nooit een ander je werk doen, hoe wanhopig je nu ook bent! En laat je niet afschrikken: ook de meest wanhopige mensen heb ik weer aan het werk gekregen. Student, jij kunt dit ook!

Hoe komt het dat studenten onder begeleiding wél hun scriptie afmaken, en in hun eentje niet?

Dat verschilt erg van persoon tot persoon. De ene persoon heeft een writer’s block en krijgt geen letter op papier. Die persoon moet je laten zien dat je heus wel kunt schrijven, als je maar een goed plan maakt. Wij leren die studenten hoe je zo’n plan opstelt. Een andere student vindt SPSS moeilijk of weet niet hoe je interviews analyseert. Een volgende student heeft weer last van scriptie-ontwijkend gedrag, enzovoorts.

Heb je die tips weggegeven in je boek?

Ja! De meeste wel. Ik wilde de meest effectieve technieken en methodes toegankelijker maken voor studenten die niet naar begeleiding kunnen komen, bijvoorbeeld omdat Studiemeesters voor hen te ver weg is. Dit boek geeft toegang tot technieken waar alle studenten iets aan hebben.

Er zijn al veel scriptieboeken. Wat maakt dit boek anders?

Dit boek is heel concreet. Het begint niet met een ingewikkelde uitleg over de filosofie van het weten, maar het legt stapsgewijs uit hoe je de scriptie schrijft die jij wilt inleveren. Het begint met het scriptieproof maken van je leven en het eindigt met de verdediging van je scriptie. Alle tussenliggende stappen staan zo opgesomd dat je ze alleen nog maar hoeft uit te voeren. Daarnaast heb ik geprobeerd zo veel mogelijk overzichten te geven en zo min mogelijk uit te weiden in breedsprakige teksten.

Heb je daar een voorbeeld van?

Ja hoor! Ik geef in het boek bijvoorbeeld een overzicht van mogelijke scriptiebegeleiders die je kunt hebben en wat je kunt doen aan problemen die je hebt met je begeleider:

Trage Tom reageert nooit op e-mails, tenzij je een reminder stuurt. Hij doet gerust vier weken over het beantwoorden van een vraag, maar hij staat er wel op dat jij alle deadlines haalt.
Problemen die je kunt krijgen: Je loopt kans om je deadlines allemaal te missen. De meeste opleidingen geven je gek genoeg helemaal geen uitstel als je last hebt van een Trage Tom, zelfs al is al jaren bekend dat dit monstertje rondloopt op de instelling.
Wat je moet doen: Niet wachten op antwoord op je vragen. Stuur hem stukken op zonder vragen maar met mededelingen: “Ik heb hoofdstuk 2 in drie delen opgedeeld. Als het anders moet, hoor ik dat graag van u.” Dit is geen garantie dat hij het uiteindelijk goedkeurt, maar het maakt de kans dat hij niet terugkrabbelt wel groter.

Flip-flap Floris wisselt steeds van mening over wat je moet doen. Bij de eerste bijeenkomst staat hij erop dat je een bepaald boek invoegt in je theoretisch kader, maar een week later moet het er weer uit.
Problemen die je kunt krijgen: Je loopt het risico om helemaal verward te raken in zelftwijfel. Wie zegt dat de volgende keuze die je maakt, wél goed is? Wie zegt dat je niet weer onverwachts alles moet veranderen? Niks heeft zin, want je weet toch niet of het goed is, dus alles wordt willekeurig.
Wat je moet doen: Mail Flip-flap Floris na elke meeting een puntenlijst van zijn feedback, en zo concreet mogelijk. “Ik moet het boek van Kendiar invoegen in paragraaf 2.2”, bijvoorbeeld. Eindig met: “Ik hoor het graag als ik u verkeerd heb begrepen.”

Wazige Wanda is het type verstrooide professor. Hartstikke aardig, maar ze geeft nooit concrete feedback. Ze blijft enthousiast artikelen noemen die je zou kunnen lezen, maar je weet nooit of het nou verplicht is.
Problemen die je kunt krijgen: Je hele scriptieproces kan blijven hangen in de oriëntatiefase. Je blijft maar lezen en lezen, je scriptie verliest focus en afbakening, en op een gegeven moment weet je van voren niet meer waar je onderwerp van achteren begint.
Wat je moet doen: Neem controle over het proces en stel gerichte vragen. “Hierbij mijn conceptueel model met onderbouwing. Heb ik voldoende artikelen gebruikt?” Zo voorkom je dat ze je weer als een vakidioot zijpaadjes in stuurt.

Patricia Precies heeft altijd je stukken gelezen. En nog een keer gelezen. En ze wijst je er met hetzelfde gemak op dat je hoofdvraag niet deugt en dat je twee spaties achter elkaar hebt staan in de derde bijlage, achterin. Je krijgt documenten terug die zo bol staan van de opmerkingen dat Word een extra kolom invoegt, speciaal voor Patricia Precies.
Problemen die je kunt krijgen: Dit is uiterst inefficiënt. Ze is als iemand die een huis laat bouwen en tegelijkertijd kritiek heeft op het fundament en op de afwerking van de verf in de nok. Hierdoor werk je niet netjes vanuit de hoofdzaken naar de details toe, maar verbeter je teksten die je misschien later toch moet slopen.
Wat je moet doen: Patricia Precies kun je niet veranderen, maar je kunt wel voor jezelf haar feedback structureren. Kijk naar de zee van opmerkingen in de tekst, en negeer alle opmerkingen die over spelling en je bronnen gaan. Let daarbij op de hoofdvraag: heeft ze daar inhoudelijke kritiek op? En op je deelvragen? Dan kun je daar het best mee beginnen. Vraag haar desnoods mondeling om toelichting.

Laatdunkende Lars geeft je het gevoel dat je een domme sufferd bent. Hij reageert op je vragen en opmerkingen soms enkel met “???” in de kantlijn, of op zo’n geïrriteerde toon dat je niet weet waar je moet beginnen om dit goed te maken.
Problemen die je kunt krijgen: Het is heel slecht voor je zelfvertrouwen als je nooit iets maakt wat goed genoeg is. Je gaat jezelf waardeloos voelen, en het hele plezier in je scriptie verdwijnt. Je durft Laatdunkende Lars ook niet meer te benaderen voor vragen.
Wat je moet doen: Wat je kunt doen, is een docent, vriend of familielid vinden die verstand van zaken heeft, maar je niet behandelt alsof hij je heeft aangetroffen onder zijn schoenzool na een dag wandelen. Iemand die je uitlegt wat je moet weten. Het helpt om hierbij te blijven beseffen dat Laatdunkende Lars maar een paar maanden in jouw leven is, en hijzelf zijn hele leven bij zichzelf moet zijn. Eigenlijk heb je dus geluk gehad.

Last-minute Lizzie vergeet je helemaal. Ze heeft een afspraak met je, en ze gaat ter plekke het stuk printen en lezen, terwijl je het vorige week al had gestuurd. Of ze komt helemaal niet opdagen, ze belt af, ze zit in het buitenland. Ze vergeet je naam, je onderwerp, en ze komt telkens met advies waar je niks aan hebt, want ze weet totaal niet waar je mee bezig bent.
Problemen die je kunt krijgen: Van Last-minute Lizzie kun je behoorlijk gefrustreerd raken: jij doet al die moeite om haar stukken te sturen en om feedback te vragen, maar zij behandelt je als een toevallige passant in de bus. Je krijgt geen zinnige feedback, en het risico bestaat dat ze de dag voor de deadline – als ze er eens wél de tijd voor pakt – ineens met fundamentele kritiek komt.
Wat je moet doen: Helaas, je bent op jezelf aangewezen. Je zou kunnen proberen de volgende keer dat ze zelf zegt dat ze het te druk heeft, aan te bieden: “Ja, ik kan me voorstellen dat je niet op mijn constante vragen zit te wachten. Wil je anders dat ik een andere begeleider vraag om te helpen?” Als dat niet lukt, kun je het beste andere scripties die zij heeft goedgekeurd bestuderen – het geeft je een beeld van wat ze van je verwacht qua opbouw en methodes.

Is de stijl van je hele boek zo…zo ironisch?

(Lacht) Je zoekt het woord ‘lichtvoetig’, hoop ik. Ja, het is wel op luchtige toon geschreven. De artikelen die je moet lezen voor je scriptie zijn vaak al plechtig genoeg van toon. Er valt ook wel wat te lachen in deze lijdensweg. Maar ja, daar moet je wel van houden.

Nieuwsgierig geworden? Bestel het boek Je scriptie de baas van Kinge Siljee bij de boekhandel, koop je exemplaar bij een vestiging van Studiemeesters, of bestel het online bij Amsterdam University Press.


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek. Dat kan op een van onze locaties, telefonisch of online. We helpen je graag verder!

Meld je aan

Tips voor het schrijven op basis van bronnen

Het schrijven van een scriptie kan een stressvol proces zijn. Veel studenten verliezen tijdens het schrijven het overzicht, waardoor vaak lange stukken tekst van onduidelijke strekking ontstaan waarvan niet helder is hoe ze precies in je onderzoek passen. Hieronder volgen enkele tips die je kunnen helpen het overzicht te bewaren wanneer je een scriptie schrijft op basis van bronnen.

Tip 1: Maak een beknopte beschrijving van elke bron

Heb je een waslijst aan literatuur en geen idee meer welke informatie nou precies uit welke bron komt? Dat is heel vervelend, want hierdoor moet je elke keer weer zoeken en lezen en dat kost veel tijd en energie. Om dit te voorkomen is het handig om in een apart document voor elke bron die je gebruikt kort samen te vatten welke stof deze bron behandelt. Gaat het om een empirisch onderzoek of om een literatuurstudie? Welke onderwerpen worden besproken en welke conclusies trekt de auteur in zijn artikel? Wanneer je dit hebt gedaan is het later vaak een stuk gemakkelijker om de bron identificeren van bepaalde informatie die je ergens had gelezen en niet had gebruikt, maar die nu ineens wél van pas blijkt te komen. Daarnaast bespaart het veel tijd en energie, omdat je een artikel zo sneller terug kunt vinden wanneer het nodig is het nogmaals te lezen.

Tip 2: Schrijf eerst je argumenten/theorieën uit

Scripties worden vaak onoverzichtelijk doordat studenten van alles tegelijk proberen te doen. Ze zijn theorieën aan het uitleggen, argumenten aan het vormen op basis van bronnen en eigen inzichten aan het beschrijven, en proberen daar ondertussen ook nog een mooi lopend verhaal van te maken. Doordat dit alles door elkaar wordt gedaan, ontstaat er al snel een onoverzichtelijke tekst waarin argumenten en theorieën niet volledig zijn uitgewerkt. Het verhaal zelf loopt hierdoor meestal ook niet soepel. Om het geheel overzichtelijk te houden raad ik studenten aan eerst de theorieën en argumenten los te beschrijven, zonder het verhaal eromheen. Hiermee wordt de strekking van het verhaal duidelijk en kan in één oogopslag worden gecontroleerd of de argumenten en theorieën kloppen. Vervolgens kan de student zijn verhaal om zijn uitgewerkte theorieën en argumenten heen schrijven en er een gestructureerd, samenhangend geheel van maken.

Tip 3: Zet alle referenties er direct bij

Veel studenten zien het refereren naar bronnen als een tijd- en energierovend iets. Daarom laten zij dit onderdeel vaak rusten tot het einde van de scriptie. Dit leidt er echter veelal toe dat bronnen in de tekst of referentielijst ontbreken, dat er verkeerde bronnen staan of dat een student lang heeft moeten zoeken om te vinden uit welke bron bepaalde informatie kwam. Dit kan voorkomen worden door referenties direct in de tekst en in de literatuurlijst te vermelden. Hoewel dit in eerste instantie extra tijd lijkt te kosten tijdens het schrijven van een scriptie, bespaart het uiteindelijk veel werk en voorkomt het gemiste bronvermeldingen.

Tip 4: Maak het begrijpelijk voor de lezer

Bij het schrijven op basis van bronnen is het tot slot belangrijk om informatie duidelijk en volledig te vermelden, ook voor de lezer. Regelmatig zie ik dat studenten een theorie van een andere auteur niet in zijn volledigheid beschrijven, zodat het voor de lezer moeilijk of zelfs niet te begrijpen is wat de theorie precies inhoudt. Dit probleem ontstaat vaak doordat de student, die de hele theorie wel heeft gelezen of al kende, tijdens het beschrijven van de theorie aannames doet die voor hem/haar wel, maar voor de lezer niet logisch zijn. Als laatste tip wil ik studenten daarom meegeven dat zij informatie uit andere bronnen zo volledig mogelijk vermelden, zodat de strekking niet alleen voor de auteur, maar ook voor lezers zonder enige voorkennis duidelijk is.


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek in Amsterdam, Leiden, Eindhoven of Rotterdam. Je bent van harte welkom.

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek

Geen significante resultaten, toch je scriptie schrijven? Dat doe je zo!

Wanneer studenten zien dat hun onderzoek niet tot significante resultaten leidt, zijn ze al snel geneigd te denken: ‘Nu is mijn onderzoek mislukt; nu kan ik niet afstuderen en moet ik opnieuw beginnen!’ Maar dat is onterecht. Het kan namelijk wel! Bij Studiemeesters hebben we veel studenten geholpen af te studeren ondanks het uitblijven van significante onderzoeksresultaten. We geven je de volgende tips om verder te komen:

1. Wanhoop niet, want het komt vaak voor

Meer dan de helft van de scripties heeft geen significante resultaten. Wanneer je aan een onderzoek begint, weet je nooit of er iets significants uit komt of niet. Onderzoek wordt bijna alleen gepubliceerd wanneer er significante resultaten zijn. De rest verdwijnt, om het oneerbiedig te zeggen, in een bureaulade. Bijgevolg zullen de onderzoeken die je tijdens je studie hebt gelezen vrijwel allemaal significante resultaten bevatten. Ook scriptiehandleidingen leggen meestal alleen uit hoe je significante resultaten rapporteert. Hierdoor kun je onterecht denken dat onderzoek altijd significante resultaten oplevert. In de praktijk blijkt echter dat dit in meer dan de helft van de gevallen niet zo is. Ook bij datasets die door docenten worden aangeleverd en die helemaal kloppen, kan dit gebeuren. Je begeleider weet dit en zal er dan ook niet raar van opkijken als je geen significante resultaten kunt vinden.

2. Breng je scriptiebegeleider op de hoogte

Dit is de eerste praktische tip die we studenten geven die bij Studiemeesters aankloppen voor hulp wanneer ze geen significante resultaten hebben: breng je begeleider op de hoogte. Stuur de onderzoeksdata en output mee en vraag hem of haar te controleren of je geen fout in de statistiek hebt gemaakt. Waarschijnlijk is dit niet zo, maar op deze manier heb je die mogelijkheid zeker uitgesloten. En dan kun je door naar de volgende stap.

3. Focus op het doel van een scriptie

Het doel van het schrijven van een scriptie is dat je laat zien dat je onderzoek kunt doen. Het doel is niet dat je significante resultaten laat zien. Houd dit in je achterhoofd. Om tot niet-significante resultaten te komen heb je, als het goed is, dezelfde stappen ondernomen die ook significante resultaten hadden kunnen opleveren. Wanneer je deze stappen goed rapporteert, laat je zien dat je onderzoek kunt doen en daar kun je mee afstuderen.

4. Verklaar waarom er geen significante resultaten zijn

Bij onderzoek met significante resultaten doe je vaak het volgende: Je hebt een theorie, je formuleert een hypothese en onderzoeksvragen vanuit die theorie, en vervolgens gebruik je je resultaten om die theorie te onderbouwen. In het kort gezegd wordt je eindconclusie: ‘Mijn resultaten ondersteunen de theorie.’ PUNT.

Wanneer jouw resultaten niet overeenkomen met de theorie, moet je uitleggen waarom dit zo is. Dit vergt denk- en uitzoekwerk en een duik in oude én nieuwe literatuur. Soms kan een verklaring gevonden in andere (deels) vergelijkbare onderzoeken, maar vaak ligt de oorzaak in de beperkingen van je eigen onderzoek: het aantal deelnemers was niet groot genoeg, de proefpersonen waren ‘biased’ (bijvoorbeeld omdat je alleen je vrienden hebt gevraagd), of de deelnemers kwamen uit een bepaalde omgeving, zodat je geen aselecte steekproef van de populatie hebt genomen. Overleg, om onnodig uitzoekwerk te voorkomen, altijd met je docent hoe uitgebreid je verklaring moet zijn.

5. Je bent niet terug bij af

Wanneer je geen significante resultaten hebt, ga je op zoek naar informatie die helpt te verklaren waaróm dat niet zo is. Vaak ga je hiervoor opnieuw bronnen zoeken. Voor veel studenten voelt dit als terug bij af, maar dat klopt niet. Voor de lengte van je conclusie en discussie, en ook voor het uitzoekwerk, maakt het niet uit of je significante resultaten hebt of niet. Heb je significante resultaten, dan zoek je extra informatie om ze verder te duiden. Heb je die niet, dan zoek je informatie die helpt te verklaren waarom dat niet zo is. Het komt in principe op hetzelfde neer. Onder de streep heb je in beide gevallen dus evenveel werk moeten verrichten!


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek in Amsterdam, Leiden, Eindhoven of Rotterdam. Je bent van harte welkom.

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek

Scriptie afgekeurd? Met deze tips kom je verder

Je scriptie is afgekeurd. Of je het had zien aankomen of niet, dit is vast een teleurstelling na maanden van hard werken! Wat moet je nu doen om zo snel mogelijk je afgekeurde scriptie te veranderen in een goedgekeurde scriptie? Om je op weg te helpen hebben we hieronder een aantal tips op een rij gezet waarmee je verder kunt.

Blijf rustig en zakelijk

Hoe teleurgesteld je ook bent en hoe oneerlijk de situatie ook is: blijf rustig en zakelijk. Bedenk: je scriptie is afgekeurd, jij als maker niet – al kan dit soms anders voelen. Word daarom niet zichtbaar boos op je begeleider, hoe graag je dit misschien ook zou willen. Houd in je achterhoofd: ‘Voor de uiteindelijke beoordeling ben ik van deze persoon afhankelijk!’

Maak tijd

Zeker wanneer je de negatieve feedback niet zag aankomen, heb je waarschijnlijk al plannen gemaakt en geen rekening gehouden met het herschrijven van je scriptie. Maak je agenda daarom nu zoveel mogelijk leeg, zodat je genoeg tijd hebt om je scriptie voor de deadline af te krijgen. Weeg het kortetermijnplezier zoals een vakantie, festivals of feestjes af tegen het langetermijndoel: je studie afronden en geen extra studievertraging oplopen.

Neem de feedback door

Bekijk het beoordelingsformulier en neem de feedback van je begeleider door. Ga voor jezelf na of je deze begrijpt. Weet je wat je moet doen om je scriptie met een voldoende af te ronden? Maak een lijst met alle punten die voor jou onduidelijk zijn, zodat je deze met je begeleider door kunt nemen. Vraag jezelf af waarmee je in één keer de grootste verbeterslag kunt maken. Zit dit in de structuur, de afbakening, de taal, het bronnengebruik, de lay-out of de methode?

Maak een afspraak met je begeleider

Ook wanneer je de feedback digitaal hebt ontvangen en je denkt dat je weet wat je moet doen, is het altijd verstandig om een afspraak te maken met je begeleider. Deze afspraak heeft twee doelen: controleren of jij de feedback van je begeleider begrijpt en praktische afspraken maken. Bedenk van tevoren de vragen die je wilt stellen en zorg dat je aan het einde van het gesprek weet wat jij moet doen om je scriptie met een voldoende af te ronden. Controleer of datgene waarmee jij denkt de grootste verbeterslag te kunnen maken, ook zo gezien wordt door je begeleider. Maak daarnaast praktische afspraken. Wanneer is de deadline? Op hoeveel feedback-momenten heb je nog recht? Hoe krijg je deze: digitaal of in persoon? Neem dit gesprek op voor eigen gebruik: zo kun je later de feedback nog eens afspelen en kun je tijdens het gesprek je aandacht gebruiken om goed te luisteren.

Schakel hulptroepen in

Nu je weet wat je moet doen, schakel je zoveel mogelijk hulp in van vrienden, studiegenoten, ouders, ooms en tantes, en kennissen. Wees niet bang om iedereen in je omgeving die je ergens bij zou kunnen helpen (meelezen, spelling controleren, sparringpartner zijn, hulp voor de lay-out, etc.) bij het herschrijven van je scriptie om hulp te vragen. Mocht je na het gesprek met je begeleider niet goed weten wat je moet doen, schroom dan niet om professionele hulp in te schakelen. Weet dat je niet de enige student bent met een onbegrijpelijke of onbereikbare scriptiebegeleider, of de enige die simpelweg niet weet wat hij met de feedback van zijn begeleider aan moet. Dagelijks helpen de begeleiders van Studiemeesters studenten op weg die tegen dezelfde vragen aanlopen.

Maak een plan van aanpak en planning

Maak op basis van de feedback een plan van aanpak. Maak het onderdeel van de feedback waarmee je in één keer de grootste verbeterslag kunt maken tot prioriteit. Veel studenten maken de fout om bij het verwerken van de feedback bij de eerste opmerking van hun begeleider te beginnen. Doe dit niet. Zoek eerst de meest fundamentele feedback op en start daarmee. Vaak werk je dan in één keer vele opmerkingen tegelijk weg en zo voorkom je dubbel werk.

Ken je rechten

Zijn er bijzondere omstandigheden die ervoor zorgen dat je studievertraging oploopt? Wanneer je studievertraging oploopt door ziekte of bijzondere omstandigheden, kun je soms in aanmerking komen voor financiële compensatie of recht hebben op een extra herkansing. Je studieadviseur kan je hier informatie over geven. Wanneer je het onterecht vindt dat jouw scriptie is afgekeurd, kun je bezwaar aantekenen bij de examencommissie. Ook hierover kan een studieadviseur je advies geven. Bedenk wel dat dat proces veel tijd en energie kost. De regels verschillen ook per hogeschool en universiteit. Vaak zijn er voorwaarden aan verbonden en moet je bijvoorbeeld kunnen aantonen dat je met je begeleider hebt gesproken en er alles aan gedaan hebt om tot een oplossing te komen. Zet deze stap alleen wanneer je gegronde redenen hebt om bezwaar aan te tekenen en je al het andere al hebt geprobeerd.


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek in Amsterdam, Leiden, Eindhoven of Rotterdam. Je bent van harte welkom.

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek

Zo schrijf je de Discussie en/of Reflectie van je scriptie

Je scriptie staat op papier. Je hebt alles gedaan: je hebt de data geanalyseerd en hebt op basis daarvan conclusies en aanbevelingen geschreven. En dan moet je – o ja! – ook nog een hoofdstuk Discussie en/of Reflectie schrijven. Wat moet daarin komen te staan? Wat is het verschil tussen Discussie en Reflectie? En hoe belangrijk is dat hoofdstuk?

Het is belangrijk!

Laten we maar meteen met dat laatste beginnen: het is belangrijk! Waarom? Omdat je in de Discussie en Reflectie kritisch terugkijkt op je onderzoek en vooruitblikt op wat de resultaten kunnen opleveren. Met dit onderdeel laat je zien dat je weet hoe goed onderzoek eruitziet, zou moeten zien, had moeten zien… Het mooiste zou zijn als je je hiervan al bewust bent tijdens het schrijven van je scriptie en, al was het maar kort, alvast notities maakt: ‘Dit had ik anders moeten aanpakken’, ‘Hier moet ik later op terugkomen’. Het voordeel daarvan is dat je er aan het eind van je scriptie, wanneer de meeste studenten onder tijdsdruk komen te staan, niet meer al te lang over na hoeft te denken. Begin daarom tijdens het schrijven van je scriptie ook dit onderdeel al voor te bereiden.

Wat houdt het in?

De termen ‘discussie’ en ‘reflectie’ worden wel eens door elkaar gebruikt. Dit komt omdat het in beide gevallen om een vorm van terugkijken gaat. Je kunt op twee dingen terugkijken:

  1. het onderzoek dat je hebt gedaan – dit wordt meestal de ‘discussie’ genoemd;
  2. datgene wat je hebt geleerd van het hele scriptieproces – dit heet meestal de ‘reflectie’.

Sommige opleidingen vragen alleen om het eerste, terwijl je bij andere beide onderdelen moet behandelen.

Terugkijken op het onderzoek dat je gedaan hebt:

Hierbij gaat het vooral om een kritische blik op je eigen onderzoek: hoe zou ik het een volgende keer doen? Als ik het over kon doen, wat zou het onderzoek dan beter hebben kunnen maken? Dit heeft allemaal te maken met de validiteit van je onderzoek. Heb je nu daadwerkelijk gemeten wat je wilde meten? Had je andere onderzoeksmethoden kunnen gebruiken, bijvoorbeeld een tweede enquête of meer documentenonderzoek? Had je een andere populatie kunnen kiezen, bijvoorbeeld andere medewerkers, meer medewerkers, experts? Had je ze via andere kanalen kunnen benaderen? Probeer te bepalen wat deze andere benaderingen aan toegevoegde waarde voor je onderzoek zouden opleveren.

Ook kan je theoretisch kader hier aan de orde komen. Door voortschrijdend inzicht besef je nu misschien dat bepaalde modellen of theorieën toch niet helemaal relevant waren. Het kan ook zijn dat je onderzoek iets heeft opgeleverd wat in de theorie onvoldoende naar voren komt. Mogelijk kom je tot de conclusie dat je onderzoeksvragen niet goed geformuleerd waren: benoem dat dan ook en moffel het niet weg in de hoop dat niemand het opmerkt.

Ga niet je eigen onderzoek afkraken, maar wees, op een realistische manier, positief kritisch! Zo kun je bijvoorbeeld in plaats van te stellen dat je te weinig respondenten hebt gehad om tot een betrouwbaar resultaat te komen, ook zeggen dat ondanks het beperkte aantal respondenten de antwoorden die je hebt wel een indicatie vormen voor de beoogde doelstelling van je onderzoek. Leiden je resultaten tot interessante mogelijkheden voor vervolgonderzoek, dan is dit de plaats om het te noemen.

Terugkijken op wat je geleerd hebt tijdens het schrijven van je scriptie

Dit kan van alles zijn, maar als ‘reflectie’ een apart onderdeel is, gaat het vooral om een terugblik van persoonlijke aard. Voorbeelden zijn:

• je hebt beter leren plannen of je blijkt een sterkere discipline hebben dan gedacht (met een concreet doel, een leuk onderwerp, etc.);

• je hebt gemerkt dat je interviews doen en werken in grote (of kleine) organisaties leuk (of juist niet leuk) vindt, dat je graag alleen werkt (of juist liever in teamverband), etc.

En dan probeer je na te gaan wat deze ‘les’, de reflectie, betekent voor je toekomstige carrière. In wat voor soort werkkring denk je goed te kunnen functioneren? Wat wil je nog bijleren? Waar ga je op letten voor je verdere ontwikkeling?

Daarom is het belangrijk …

Het ‘kunstje’ van je scriptie is het vergelijken van de theorie – datgene wat je hebt geleerd tijdens je opleiding – met de ‘echte wereld’. Herken je wat je hebt geleerd? Wanneer wel of niet? Dit doe je door een onderzoek uit te voeren waarin je beide met elkaar verbindt. Mocht om wat voor reden dan ook het onderzoek niet hebben opgeleverd wat je had gehoopt, dan kun je met een goede discussie (en reflectie) alsnog laten zien dat je heus weet hoe goed onderzoek eruit moet zien. Beschouw dit onderdeel als een schriftelijke beantwoording van vragen die anders toch wel worden gesteld tijdens de verdediging van je scriptie. Daarom is het belangrijk … om je critici vóór te zijn!


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek in Amsterdam, Eindhoven, Leiden of Rotterdam. Je bent van harte welkom.

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek

Heb ik scriptiehulp nodig?

Vraag jij je af of je externe scriptiehulp nodig hebt? Beantwoord dan de volgende vragen en ontdek wanneer het verstandig is om scriptiehulp in te schakelen.

1. Loop je op schema?

Heel veel studenten lopen uit met hun scriptie. Ze denken te lang na over hun hoofdvraag, ze zoeken te lang naar artikelen voor het theoretisch kader, of ze hebben geen idee hoe ze hun methode aan moeten pakken. Loop jij uit? En is die uitloop meer dan 10%? Als je erg uitloopt, is het handig om hulp bij je scriptie in te schakelen.

2. Wat is het gevolg als je je deadline niet haalt?

Wat zijn de gevolgen van het uitlopen van je scriptie? Moet je dan herkansen, vervallen er vakken, moet je aan een nieuw onderwerp beginnen? Breng in kaart welk risico jouw uitloop met zich meebrengt. Denk je dat de gevolgen voor jou groot en vervelend zullen zijn? En is het risico voor jou aanwezig? Als het risico te groot is, kan externe scriptiehulp de kans dat je tegen een vervelend gevolg aanloopt, verkleinen.

3. Ervaar je veel stress?

De scriptietijd is voor veel mensen geen fijne periode: hard werken, veel onzekerheden, en frustraties omdat de hoeveelheid werk die je op een dag kunt doen toch tegenvalt. Ervaar jij zo veel stress dat je er soms slechter van slaapt, en voel je je al zenuwachtig als je aan je scriptie denkt? Een beetje stress hoort erbij. Maar maakt je scriptie je echt ongelukkig, dan is het zeker het overwegen waard om externe scriptiehulp in te schakelen.

4. Weet je wat je moet doen?

Verlies je veel tijd aan twijfel? Twijfel je bijvoorbeeld hoeveel artikelen je in je scriptie moet verwerken, hoe lang je hoofdstukken moeten worden, hoe je je deelvragen moet formuleren? Vind je het erg lastig om statistiek te verwerken in je scriptie? Twijfel is niet erg. Maar als die twijfel je vooruitgang in je scriptie blokkeert, is het handig om externe hulp in te schakelen bij je scriptie.

5. Heb je een goede band met je scriptiebegeleider?

Een goede scriptiebegeleider is goud waard. Heb je het idee dat je hem of haar alles mag vragen? Is de feedback die je krijgt opbouwend? Helpen de gesprekken jou verder? Als je fijne hulp krijgt van je scriptiebegeleider, heb je geen externe hulp nodig. Maar als je merkt dat je hem of haar niet begrijpt, niet durft te mailen, geen antwoord krijgt, en gefrustreerd raakt, kan het erg helpen om hulp te zoeken bij iemand aan wie je al je vragen voor je scriptie kwijt kunt.

6. Ben je zelf tevreden met je scriptieproces?

Als je lekker in je vel zit, vooruitgang boekt, zelf je problemen oplost en rustig bent, dan is er niets aan de hand! Dan lukt het jou om zelfstandig en zonder hulp je scriptie af te ronden. Is dat niet het geval? Wees welkom bij Studiemeesters. Wij helpen je verder met je scriptie.


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek in Amsterdam, Leiden, Eindhoven of Rotterdam. Je bent van harte welkom.

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek

Geen significante resultaten, toch een scriptie schrijven.

Veel studenten die geen significante resultaten uit hun onderzoek krijgen, denken: ‘Nu is mijn onderzoek mislukt, kan ik niet afstuderen en moet ik opnieuw beginnen.’ Maar dit is onterecht. Het kan namelijk wel! Bij Studiemeesters hebben we veel studenten geholpen om af te studeren, ondanks het uitblijven van significante resultaten. We geven ze de volgende tips om verder te komen:

1. Maak je niet druk, het komt vaak voor

Meer dan de helft van de scripties heeft geen significante resultaten. Wanneer je aan een onderzoek begint, weet je nooit of er iets significants uitkomt of niet. Onderzoek wordt bijna alleen gepubliceerd wanneer er significante resultaten zijn. De rest verdwijnt, om het oneerbiedig te zeggen, in een bureaulade. De onderzoeken die je tijdens je studie hebt gelezen, zullen daardoor vrijwel allemaal significante resultaten bevatten. Ook scriptiehandleidingen leggen meestal alleen uit hoe je significante resultaten rapporteert. Hierdoor kun je onterecht denken dat onderzoek altijd significante resultaten oplevert. Maar in de praktijk blijkt dat dit in meer dan de helft van de gevallen niet zo is. Ook bij datasets die door docenten worden aangeleverd en die helemaal kloppen, kan dit gebeuren. Je begeleider weet dit en zal er dan ook niet raar van opkijken dat je geen significante resultaten kunt verkrijgen.

2. Breng je begeleider op de hoogte

Dit is de eerste praktische tip die we studenten geven die bij Studiemeesters aankloppen voor hulp wanneer ze geen significante resultaten hebben: Breng je begeleider op de hoogte! Stuur de onderzoeksdata en output mee en vraag of je begeleider wil controleren of je geen fout in de statistiek hebt gemaakt. Waarschijnlijk is dit niet zo, maar op deze manier heb je dit met zekerheid uitgesloten. En dan kun je door met de volgende stap.

3. Focus op het doel van een scriptie

Het doel van het schrijven van een scriptie is dat je laat zien dat je onderzoek kunt doen. Het doel is niet dat je significante resultaten laat zien. Hou dit in je achterhoofd. Om tot niet-significante resultaten te komen heb je, als het goed is, dezelfde stappen doorlopen die ook significante resultaten hadden kunnen opleveren. Wanneer je deze stappen goed rapporteert, laat je zien dat je onderzoek kunt doen en daar kun je mee afstuderen.

4. Verklaar waarom er geen significante resultaten zijn

Bij onderzoek met significante resultaten doe je vaak het volgende: je hebt theorie, daar komen een hypothese en onderzoeksvragen uit voort, en die ga je onderbouwen met jouw resultaten. In het kort gezegd meld je daarna in je conclusie: ‘Mijn resultaten ondersteunen de theorie.’ PUNT. Wanneer jouw resultaten niet overeenkomen met de theorie, moet je uitleggen waarom dit zo is. Dit vergt denk- en uitzoekwerk en een duik in oude én nieuwe literatuur. Soms kan een verklaring worden gevonden in andere, (deels) vergelijkbare onderzoeken, maar vaak ligt de oorzaak in de beperkingen van je onderzoek: het aantal deelnemers was niet groot genoeg, de proefpersonen waren ‘biased’ (‘Ik heb alleen m’n vrienden gevraagd’), of de deelnemers kwamen uit een bepaalde omgeving en vormden zo geen aselecte steekproef van de populatie. Overleg altijd met je docent hoe uitgebreid je verklaring moet zijn, om onnodig uitzoekwerk te voorkomen.

5. Je bent niet terug bij af

Wanneer je geen significante resultaten hebt, ga je op zoek naar informatie die helpt te verklaren waarom dat niet zo is. Vaak ga je hiervoor opnieuw bronnen zoeken. Voor veel studenten voelt dit als ‘terug bij af’, maar dat is niet het geval. Voor de lengte van je conclusie en discussie en ook voor het uitzoekwerk maakt het niet uit of je significante resultaten hebt of niet. Heb je significante resultaten, dan zoek je extra informatie om ze verder te duiden. Heb je die niet, dan zoek je informatie die helpt te verklaren waarom dat niet zo is. Het komt in principe op hetzelfde neer. Aan het einde van de streep heb je in beide gevallen dus evenveel werk.


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek in Amsterdam, Leiden, Eindhoven of Rotterdam. Je bent van harte welkom.

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek

De definitie van wensen en behoeften

De scriptiespecialisten van Studiemeesters leggen het verschil tussen wensen en behoeften uit en geven een aantal definities, zodat jij aan de slag kunt met het wensen- en behoeftenonderzoek voor je scriptie.

Het verschil tussen wensen en behoeften

De begrippen ‘wensen’ en ‘behoeften’ zijn sterk aan elkaar verwant en het verschil is niet altijd duidelijk. De twee begrippen worden in marketingvraagstukken vaak in één adem genoemd, maar in het dagelijks taalgebruik bedoelen we met behoeften iets anders dan met wensen. Je zou kunnen stellen dat een wens iets is dat we graag willen, maar waar we zonder kunnen, terwijl een behoefte sterk essentieel is, iets waar we echt niet zonder kunnen. Behoeften zijn dus fundamenteler dan wensen.

Definitie van wensen

Kotler (2009) definieert ‘wensen’ als volgt: “Een wens is de concrete vorm die een behoefte aanneemt in een bepaalde cultuur en persoon” (p. 11). Hij legt hierover uit: “Een ander belangrijk basisbegrip in marketing is dat van wensen. We hebben allemaal eten nodig, maar willen verschillende gerechten eten om onze honger te stillen. Een Balinees die honger heeft, verlangt misschien naar mango’s speenvarken en bonen; een Groninger wil misschien aardappelen met bloemkool, een stooflapje en een bord vla toe. Een wens wordt beschreven als een object dat een behoefte bevredigd.” Nederstigt en Poiesz (2010) zeggen ook: “Wensen zouden we concretiseringen van behoeften kunnen noemen” (p. 189).

Het NIMA Marketing Lexicon lijkt geen onderscheid te maken tussen wensen en behoeften. Het woord ‘behoefte’ wordt tweemaal gedefinieerd, eenmaal onder vermelding van ‘need’ (p. 8) en eenmaal onder vermelding van ‘want’ (p. 61).

Definitie behoeften

Kotler (2009) stelt: “Een behoefte is het idee van een individu dat het hem aan iets ontbreekt” (p. 11). Hij legt hierover uit: “Het meest elementaire begrip waar marketing op berust is dat van menselijke behoeften. Mensen hebben allerlei complexe behoeften, zoals een fysieke behoefte aan voedsel, kleding, warmte en veiligheid; een sociale behoefte aan genegenheid en om ergens bij te horen; een individuele behoefte aan kennis en zelfexpressie. Deze behoeften zijn niet uitgevonden door marketeers – zij maken deel uit van de menselijke aard.”

Het NIMA Marketing Lexicon (Waarts, Peelen & Koster, 2003) definieert ‘behoefte’ als volgt: “Een behoefte (need) is voor een individu de, al dan niet ervaren, ongewenste discrepantie tussen een actuele situatie en een mogelijke situatie. Indien het individu zich bewust is van deze ongewenste discrepantie, is er sprake van een manifeste behoefte; is het individu zich daar (nog) niet van bewust, dan betreft het een latente behoefte” (Waarts, Peelen & Koster, 2003, p. 8). Bovendien definieert het lexicon het begrip ‘basisbehoefte’ als volgt: “Een voor een individu ongewenste discrepantie tussen een actuele en een voor hem noodzakelijke situatie, die betrekking heeft op de primaire levensvoorwaarden, zoals in leven blijven, voeding huisvesting, veiligheid en zekerheid” (Waarts, Peelen & Koster, 2003, p. 61).


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek in Amsterdam, Eindhoven, Leiden of Rotterdam. Je bent van harte welkom.

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek


Bronnen

Kotler, P., Armstrong, G., Wong, V., Saunders, J. (2009). Principes van marketing (F. Broere, Ned. bew.; T. Roozenboom, vert.). Amsterdam: Pearson Benelux.

Nederstigt, A. T. A. M. & Poiesz, Th. B. C. (2010). Consumentengedrag. Groningen: Noordhoff.

Waarts, E., Peelen., E. & Koster, J. D. M. (2003). NIMA Marketing Lexicon. Begrippen en omschrijvingen. Groningen: Wolters-Noordhoff.

Hoe maak je een gestapeld staafdiagram?

100% gestapelde staafdiagrammen zijn geschikt voor het rapporteren van resultaten van vragen met Likertschalen. Voor vragen zonder Likertschaal gebruik je gewone staafdiagrammen.

Voorbereiding:

  1. Maak frequentietabellen in SPSS.
  2. Exporteer de SPSS-output naar Excel.

Begin nu met het maken van een figuur:

  1. Neem de waarden (valid percent) over en maak een ‘nette’ tabel. Maak zoveel mogelijk gebruik van copy-pasten, want dan maak je geen typefouten. Tip: experimenteer eens met ‘plakken speciaal’ en ‘transponeren’. Als het aantal respondenten per stelling verschilt, dan geef je het aantal respondenten aan achter de tekst van de stelling. Is het aantal respondenten overal gelijk, dan vermeld je de (n=…) één keer in de uiteindelijke titel van je figuur.

Tabel 1.1. Voorbeeld van een ‘nette’ tabel

  1. Stel de waarden van de cellen in op ‘percentage’.
  2. Zet de stellingen in de goede volgorde (van groot naar klein op basis van de som van ‘mee eens’ en ‘helemaal mee eens’). Let op dat je niet alleen de percentages verplaatst maar ook de tekst van de stelling(!).
  3. Selecteer de tabel en voeg een 100% gestapeld staafdiagram in. Zorg dat er percentages in de figuur staan (“labels toevoegen’).
  4. Plak de afbeelding van het staafdiagram in je resultatenhoofdstuk. Geef de figuur een nummer en een titel. Schrijf er een kort stukje begeleidende tekst bij.

Tabel 1.2. Voorbeeld van een frequentietabel voor meerdere stellingen met een Likertschaal


Figuur 1.1. Voorbeeld van een 100% gestapeld staafdiagram voor meerdere stellingen met een Likertschaal


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek. Dat kan op een van onze locaties, telefonisch of online. We helpen je graag verder!

Meld je aan

Het theoretisch kader en de rol van wetenschappelijke literatuur in de scriptie

Het schrijven van een theoretisch kader en het verwerken van wetenschappelijke literatuur in je scriptie kan best lastig zijn. Als je begrijpt wat de functie van de theorie in je scriptie is, wordt het makkelijker om erover te schrijven. Om het procedé inzichtelijk te maken zullen we de scriptie met een talkshow vergelijken.

De talkshow-vergelijking

Het ‘kunstje’ dat je met je scriptie moet laten zien, is het vergelijken van theorie en praktijk. De theorie is het ideaalplaatje, “zo zou het moeten gaan” volgens de onderzoekers. In jouw scriptie ga je na wat je daar in de praktijk van herkent en ga je de verschillen, maar ook de overeenkomsten verklaren. Je kunt je literatuurhoofdstuk of je theoretisch kader als een soort discussie zien waarbij jij de gespreksleider bent – en de theorieën of modellen zijn de sprekers, jouw gasten aan tafel.

Talkshow-host

Hoe maak je een discussie interessant? Dat is in de eerste plaats door mensen uit te nodigen die relevant zijn voor en daadwerkelijk verstand hebben van het thema van jouw scriptie. En dan? Vraag je sprekers die het met elkaar eens zijn, die elkaar aanvullen of die juist tegenovergestelde meningen hebben?

Jij bepaalt de volgorde waarin ze aan bod komen en maakt de bruggetjes tussen de sprekers om daarmee de luisteraar ‘bij de les’ te houden, bijvoorbeeld door te zeggen: “U hoort het, mevrouw X zegt dit erover … ik weet dat u een andere mening hebt…”, of: “U heeft eerder ook onderzoek gedaan naar dit onderwerp: wat vindt u van de beweringen van meneer P?”

Jij leidt het gesprek dus door meningen te verzamelen, tussentijds samen te vatten, richting te geven tot wat uiteindelijk een soort conclusie wordt van waar de partijen nu staan: wat heeft het vergelijken van de verschillende opvattingen opgeleverd aan standpunten? Komen ze overeen of “do we agree to disagree”? Alles kan!

Met een overzicht en een conclusie naar aanleiding van de discussie sluit jij de bijeenkomst af. Je hebt dan relevante theorie over je onderwerp besproken en kunt kijken of de ‘ideaalbeelden’ van de sprekers wel of niet terugkomen in de praktijk: zo ontstaan je onderzoeksvragen!

Feiten checken

Die onderzoeksvragen neem je vervolgens mee in de methodologie. Pas wanneer je weet wat je gaat onderzoeken, kun je immers gaan bepalen hoe je iets gaat onderzoeken: middels interviews, observaties, een experiment, een enquête of een combinatie van verschillende methoden. Als je eerst je onderzoek doet en dan pas theorie erbij gaat zoeken, loop je het risico dat blijkt dat je een verkeerde methodiek hebt gekozen, of dat je niet helemaal de juiste vragen hebt gesteld en dus bepaalde belangrijke concepten uit je model of theorie niet gemeten hebt.

Grote kans dat je dan niet alle informatie hebt verzameld om bijvoorbeeld een model goed in te vullen. Je gaat dan ook in omgekeerde volgorde je methodologie opbouwen, waardoor je het risico loopt erachter te komen dat je beter een enquête had kunnen houden, maar daar geen tijd meer voor hebt…. Dit gaat dan vooral ten koste van de validiteit: meten wat je wilde meten. Of in dit geval: achteraf bedacht hebben wat je wilde meten…

Napraten

Wat komt er uit die vergelijking tussen theorie en praktijk? Is er bijvoorbeeld sprake van een andere respondentengroep (groter, kleiner, anders…) of was de onderzoeksperiode verschillend (meestal korter), of had je misschien een andere onderzoeksmethode? Al deze zaken kunnen leiden tot een afwijking van de theorie of een niet helemaal betrouwbaar resultaat.

Dat hoeft niet meteen een ramp te zijn; het gaat erom dat je hebt laten zien dat je weet wat de relevante theorie was bij dit onderwerp (de ‘interessante sprekers’) en dat je hebt laten zien dat je weet hoe je daarop een onderzoek kunt bouwen. In je discussie- of reflectiehoofdstuk (bij de verschillende opleidingen worden verschillende namen gebruikt) kun je dan aangeven hoe dat op grond van de verkregen inzichten op een andere manier zou kunnen worden aangepakt. Ook dat is belangrijk, en je krijgt er punten voor – je kunt immers niet alles voorzien, maar achteraf aangeven dat je beseft hoe het beter had gekund, hoort ook bij de kennis waarvan ze willen dat je die toont bij je afstuderen.


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek in Amsterdam, Eindhoven, Leiden of Rotterdam. Je bent van harte welkom.

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek

Literatuur zoeken: wanneer is het genoeg?

Je bent al tijden bezig met literatuuronderzoek, maar je blijft twijfelen of je wel genoeg modellen hebt. Of je zoekt maar door, terwijl je ergens wel weet dat dit niet is wat je moet doen. Het kost je veel tijd en levert vooral meer en meer verwarring op. Wanneer is het eigenlijk genoeg en moet je stoppen? Deze vraag komt typisch voor bij een literatuurstudie omdat de mogelijkheden daar zo oneindig zijn. Als je in je theoretisch kader een onderwerp hebt als ‘gedragsverandering’, ben je waarschijnlijk jarenlang bezig om alles over dat onderwerp te lezen. In dit blog enkele tips om jezelf te beteugelen.

Tip 1: Werk doelgericht

Als je eenmaal je onderzoeksvragen hebt opgesteld, en je hebt al een beetje rondgelezen, dan kun je een (voorlopige) argumentatie gaan opstellen: een redenering die logisch uitmondt in jouw onderzoeksvraag en hypothese(n), of een logische opbouw van theorieën en modellen, bijvoorbeeld van breed naar specifiek. Schrijf dan alle denkstappen in jouw argumentatie in korte, heldere zinnen op. Probeer de draad van dit verhaal in eerste instantie zo strak mogelijk te houden – uitweiden (en aanpassen) kan altijd nog. Ter inspiratie kun je eens kijken naar de opbouw van de inleidingen van artikelen die door anderen zijn geschreven. Meerdere wegen leiden naar Rome, dus probeer verschillende vormen uit, en kies dan de vorm die jou het meest logisch lijkt.

Deze opbouw is het uitgangspunt dat richting geeft aan jouw verdere zoektocht: je gaat al je denkstappen onderbouwen. Met een helder doel voor ogen kun je gemakkelijker diagonaal lezen en scannen: je weet immers waar je naar op zoek bent. Beantwoord aan de hand van deze opbouw steeds de belangrijkste vraag: hoe is dit artikel relevant voor mijn verhaal?

Tip 2: Werk georganiseerd

Vaak ontaardt een literatuurzoektocht in een grote bende aan losse bestanden, tabbladen in je browser, samenvattingen, referenties enzovoorts. Vervolgens zie je door de bomen het bos niet meer. Werk daarom georganiseerd: beschrijf voor elk artikel, indien mogelijk in één zin, hoe je het zou kunnen gebruiken; welk argument het bevat. Plaats het dan bij de betreffende denkstap in jouw schema. Noteer van het artikel in elk geval de auteur(s) en het jaartal, zodat je het gemakkelijk terug kunt vinden. Voeg eventueel ook de samenvatting, relevante stukken tekst of bruikbare modellen uit het artikel toe. Om alle gegevens helder in beeld te brengen zou je een tabel kunnen maken, met kopjes als: denkstap – argument – auteur – jaartal – samenvatting. Je kunt alles nu in één oogopslag zien: welke denkstappen heb ik nu goed onderbouwd, en welke denkstap is nog leeg? Zet artikelen die wel interessant zijn, maar nu niet direct essentieel lijken, niet in dit schema, maar bewaar ze in een schaduwbestand. Je bent de informatie dan niet kwijt, maar het zit jou ook niet de hele tijd af te leiden en in de war te brengen. Schrijf ook hier weer per artikel op hoe je het zou kunnen gebruiken. Je kunt in een latere fase nog gemakkelijk bekijken of je nog iets uit dit bestand kunt gebruiken. Verder laat je de informatie in dit bestand even rusten, hoe leuk het misschien ook moge zijn om het allemaal te lezen!

Tip 3: Gebruik de juiste zoektermen

Vaak blijft de angst bestaan dat je een belangrijk artikel over het hoofd hebt gezien. Dit kun je voorkomen door de juiste zoektermen te gebruiken. Elk artikel bevat zoektermen waarmee het in de zoekmachines gevonden kan worden. Doorgaans heb je wel een eerste artikel als uitgangspunt; bekijk daarvan dus eerst de zoektermen. Verder zitten er in dat artikel vast ook verwijzingen naar andere artikelen die wellicht weer net iets andere zoektermen gebruiken, die jij ook weer kunt uitproberen. Werk ook hierin georganiseerd: houd jouw zoekgeschiedenis bij (de zoektermen, hun combinaties en eventuele afbakeningen, zoals de periode) om te kunnen zien waarop je al wel en nog niet gezocht hebt, zodat je niets vergeet of juist niets dubbel zit te doen.

Tip 4: Selecteer, en hanteer je eigen structuur

Je hoeft niet de structuur van een gevonden artikel aan te houden. Je mag best een selectie van informatie uit het artikel gebruiken, of verschillende stukken informatie uit het artikel verspreiden over meerdere denkstappen in jouw schema, zolang je de feiten maar niet verandert. Jij hebt wellicht een heel ander verhaal te vertellen, en het gaat erom dat jij de relevante feiten weergeeft op een logische plaats in jouw argumentatie.

Tip 5: Vermijd vermijding

Blijf je bewust van de vraag waarom je nog verder aan het zoeken of lezen bent. Het kan goed zijn dat je met het lezen iets anders moeilijks of spannends aan het vermijden bent, zoals het maken van een lastige keuze, het opstarten van een nieuw hoofdstuk of het begrijpen van een ingewikkeld artikel. Het lijkt dan nuttig om nog wat nieuws te lezen, maar dat is het eigenlijk niet. Wees dapper en ga datgene doen wat je wilde vermijden. Hak die knoop door, begin met schrijven, lees het moeilijke artikel nog eens of overleg met anderen: zet je energie in op de juiste plek!

Tip 6: Stop

Als je alle denkstappen in jouw argumentatie onderbouwd hebt, en je hebt een aardig beeld geschetst in het verhaal, stop dan met zoeken. Je weet in principe genoeg. Leg eventueel ook jouw raamwerk voor aan een docent om te laten controleren of je uitvoerig genoeg bent. Literatuur toevoegen kan altijd nog! Besef bovendien: je kunt niet alles lezen. ‘Gewoon goed’ is goed genoeg!


Zonder vertraging een goede scriptie schrijven? Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek in Amsterdam, Eindhoven, Leiden of Rotterdam. Je bent van harte welkom.

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek

Abstract schrijven voor een scriptie of een wetenschappelijk artikel

Bij een goed wetenschappelijk artikel of een universitaire scriptie mag een abstract niet ontbreken. De scriptiespecialisten van Studiemeesters vertellen je alles wat je moet weten om een goed abstract te kunnen schrijven.

Wat is een abstract?

Een abstract is een samenvatting van een wetenschappelijk artikel of van een academische scriptie waarin de essentie van het onderzoek wordt omschreven. Het abstract heeft een duidelijke functie. De lezer die op basis van de titel vermoedt dat het artikel relevant voor hem is, moet na het lezen van het abstract kunnen beoordelen of dit inderdaad het geval is. De lezer besluit dus op basis van het abstract of hij het artikel wil lezen.

Wat staat er in een abstract?

Elk onderdeel van het wetenschappelijk artikel, of elk hoofdstuk van de scriptie, komt terug in het abstract. Het is de kunst om het kort te houden: aan elk onderdeel of elk hoofdstuk wijd je slechts één of twee zinnen. Je gebruikt een hele korte, bondige schrijfstijl voor het abstract. Ingewikkelde zinsconstructies worden vermeden. Je noemt meteen het onderwerp en vertelt weinig over theorie. Je vermeldt de vraagstelling, omschrijft de onderzoeksmethode (deelnemers, instrumenten en procedure) en deelt de resultaten en de conclusies mee.

Hoe lang is het abstract?

Verschillende bronnen zijn erg duidelijk over de lengte: een abstract heeft een maximale lengte van 120 woorden. Studenten die een scriptie schrijven in de vorm van een (lang) wetenschappelijk artikel, masterstudenten Psychologie bijvoorbeeld, dienen zich hier strikt aan te houden.

Tips voor het schrijven

De specialisten van Studiemeesters raden scriptiestudenten altijd aan een paar abstracts van andere artikelen te bekijken voor ze gaan schrijven en zichzelf daarbij de volgende vragen te stellen:

  • Zie je overeenkomsten tussen de abstracts?
  • Herken je op een gegeven moment de vaste opbouw van het abstract?
  • Zijn er bepaalde zinsconstructies die telkens terugkomen?

Als je vanuit dit oogpunt een aantal abstracts hebt bekeken, schud je er waarschijnlijk met gemak eentje uit je mouw voor je eigen onderzoek. Als je het lastig vindt om kort en bondig te schrijven, maak dan eerst een te lang abstract en vraag een studiegenoot het in te korten. Een buitenstaander kan vanwege de frisse blik vaak beter onderscheid maken tussen hoofd- en bijzaken en zal je abstract waarschijnlijk goed kunnen inkorten. Maak eventueel gebruik van één of meer van deze ‘useful sentences for academic writing’ als je een abstract in het Engels schrijft.

Checklist

Een abstract bevat:

  • maximaal 120 woorden
  • de vraagstelling
  • de methode (deelnemers, instrumenten, procedure)
  • de resultaten
  • de conclusies
  • geen ingewikkelde zinsconstructies
  • niet te veel theorie

Zonder vertraging een goede scriptie schrijven? Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek in Amsterdam, Eindhoven, Leiden of Rotterdam. Je bent van harte welkom.

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek

Wat is ‘voorwoord’ in het Engels? Hoe schrijf je een Engels voorwoord?

Wat is voorwoord in het Engels?

In het Engels zijn er twee verschillende woorden voor ‘voorwoord’. Deze twee woorden verschillen enigszins van betekenis. Het eerste Engelse woord voor ‘voorwoord’ is preface. Het is een woord vooraf, geschreven door de auteur van bijvoorbeeld een verslag, rapport of scriptie. Het tweede Engelse woord voor ‘voorwoord’ is foreword. Foreword betekent net iets anders dan preface. Met foreword wordt bedoeld: een woord vooraf dat geschreven is door iemand anders dan de auteur.

Wat moet er in een Engels voorwoord staan?

In een Engels voorwoord staat hetzelfde als in een Nederlands voorwoord. Verwar het voorwoord niet met de inleiding. De inleiding is vaak het eerste hoofdstuk van een scriptie, terwijl het voorwoord wordt gebruikt om een persoonlijk woord vooraf te schrijven. ‘Persoonlijk’ houdt in dat je kunt vertellen over jouw ervaring met je afstudeerproces. Ook bedank je de mensen die je geholpen hebben tijdens je afstuderen, onder wie je docenten. Bedank ze voor hun begeleiding en hun feedback in dit leerproces. Sluit af met je voor- en achternaam en vermeld de plaatsnaam en de datum van schrijven.


Bijna klaar met je scriptie? Lees ook deze blogpost om te checken of je scriptiedocument compleet is.

Heb je vragen over je voorwoord of over andere onderdelen van je scriptie? Maak dan een afspraak met een van onze scriptiebegeleiders. Zij kunnen je alles uitleggen wat je moet weten om een goede scriptie te schrijven. Meld je aan of lees hier meer over onze scriptiebegeleiding.

Meld je aan voor een kennismaking

Wat is het verschil tussen het voorwoord en de inleiding?

Wat is het verschil tussen het voorwoord en de inleiding? Deze vraag is eenvoudig te beantwoorden: Terwijl de inleiding echt het eerste hoofdstuk van je scriptie is, wordt het voorwoord gebruikt om een persoonlijk woord vooraf te schrijven. De verschillen tussen voorwoord en inleiding worden hieronder op een rij gezet.

1. Plek in je scriptie

  • Het voorwoord van een scriptie komt na de samenvatting, maar vóór de inhoudsopgave.
  • De inleiding is het eerste hoofdstuk van je scriptie en komt meteen na de inhoudsopgave.

2. Lengte

  • Het voorwoord is kort. Het is vaak drie tot vier, maximaal vijf alinea’s lang. Het voorwoord past dus makkelijk op één pagina.
  • De inleiding is een compleet hoofdstuk en bestaat uit meerdere pagina’s. De lengte van de inleiding is afhankelijk van het maximale aantal pagina’s van je scriptie en van de complexiteit van je onderwerp.

3. Functie

  • Door middel van het voorwoord voeg je een kort persoonlijk commentaar toe aan je scriptie. Het voorwoord schrijf je vaak vlak voor je scriptie-deadline.
  • De inleiding schrijven studenten nadat ze hebben bedacht wat het probleem van de opdrachtgever eigenlijk is en wat voor onderzoek daarbij hoort. In dit hoofdstuk omschrijf je de probleemanalyse die je als scriptiestudent doorloopt om tot (deel)vragen te komen. Een probleemanalyse houdt in dat jij als onderzoeker nagaat wat het probleem precies is (=probleemstelling formuleren) en wat er onderzocht moet worden voordat een goede oplossing (aanbeveling) kan worden opgesteld.

4. Inhoud

  • In het voorwoord vertel je over je persoonlijke ervaring met het afstudeerproces. Je vertelt waar je scriptie over gaat en voor welke opleiding je de scriptie schrijft; je schrijft iets over je achtergrond en de aanleiding voor het onderwerp; je bedankt mensen die je geholpen hebben en je sluit af met je voor- en achternaam plus de plaats en datum van schrijven.
  • De inhoud van de inleiding verschilt per opleiding. Veelvoorkomende kopjes in dit hoofdstuk zijn: ‘Opdrachtgever’, ‘Aanleiding’, ‘Doelstelling’, ‘Hoofd- en deelvragen’, ‘Relevantie’, ‘Afbakening’ en ‘Leeswijzer’.

Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek in Amsterdam, Eindhoven, Leiden of Rotterdam. Je bent van harte welkom.

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek

Voorwoord schrijven voor een scriptie? Bekijk deze voorbeeldopzet

Ben je toe aan het schrijven van je voorwoord? Dan feliciteren we je eerst even met het feit dat je je scriptie (bijna) af hebt en dat je op het punt staat hem in te leveren. Goed gedaan! In deze blogpost vertellen we je alles wat je moet weten om een voorwoord te schrijven, zodat je je scriptie mooi kunt afronden. Succes met de laatste loodjes!

Wat is een voorwoord?

Het voorwoord is de eerste tekst van een rapport, verslag of scriptie. Het is een stukje tekst dat voorafgaat aan je scriptie. Het is dus letterlijk een woord vooraf. Met andere woorden, voordat je scriptie begint mag je even wat vertellen in een persoonlijke stijl. Let op: maak het niet té persoonlijk, houd het wel professioneel.

Wat staat er in een voorwoord?

Je voorwoord is een persoonlijk woord vooraf. ‘Persoonlijk’ houdt in dat je kunt vertellen over jouw ervaring met je scriptie. Je kunt bijvoorbeeld vertellen over het doel waarmee je ging studeren, over het plezier waarmee je aan je scriptie hebt gewerkt of wat je hebt geleerd van je scriptie. Meestal bestaat het voorwoord uit tenminste drie alinea’s.

Voorbeeld voorwoord

Bouw je voorwoord bijvoorbeeld door drie tot vier alinea’s te schrijven. In de eerste alinea omschrijf je het onderwerp van je scriptie en de opleiding waarvoor je deze scriptie schrijft. In de tweede alinea vertel je iets over je achtergrond (vooropleidingen, stages etc.) en hoe je tot dit onderwerp bent gekomen of waarom je dit onderwerp hebt gekozen. In de derde alinea vertel je iets over het verloop van jouw afstudeerproces. Wat vond jij leuk, bijzonder, interessant of leerzaam? Ten slotte bedank je in de vierde alinea mensen die je geholpen hebben.

Wie bedank je?

Bedank de mensen die je gesteund of geïnspireerd hebben. Je bedankt over het algemeen alleen mensen die echt geholpen hebben. Vergeet vooral je docenten niet: Bedank ze voor hun begeleiding en hun feedback in dit leerproces. Doe dit altijd – ook als je het niet altijd even gezellig vond!

Hoe sluit je af?

Wens de lezer veel leesplezier toe. Sluit af met je voor- en achternaam. Vermeld ook de plaatsnaam en de datum van schrijven.

Tip: wees positief

Als je minder enthousiast bent over het verloop van je scriptieproces, dan kun je hier best wat over zeggen, maar wees niet te negatief. Je voorwoord is immers het eerste wat de lezer leest, en je wilt niet per ongeluk je hele scriptie in een negatief daglicht zetten. Als je toch wat ‘uitdagingen’ wilt vermelden, probeer je dan genuanceerd, diplomatiek en een beetje positief uit te drukken. Wil je laten weten dat het voor jou niet altijd makkelijk was? Zeg er dan ook bij dat je er veel van geleerd hebt. Woorden die je liever vermijdt, zijn ‘helaas’, ‘mislukt’, ‘ik wilde eigenlijk’.


Ben je je scriptiedocument compleet aan het maken? Lees ook deze blogpost over alle onderdelen van een volledig scriptiedocument.


Zonder vertraging een goede scriptie schrijven? Dat kan! Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier.

Hoeveel tijd kost je scriptie? Reken het uit en kies je deadline

Hoeveel tijd heb ik nodig om een scriptie te schrijven? Hoeveel weken gaat het duren? En hoeveel uur moet ik voor mijn thesis reserveren? De tijd die een student nodig heeft voor zijn hele scriptieproces, varieert sterk per persoon, per situatie, per opleiding én per project. Na het lezen van dit stuk kun je uitrekenen hoeveel tijd je moet reserveren voor je scriptie.

De formule

Bereken hoeveel tijd je nodig hebt in de volgende drie stappen:

Stap 1. Bereken het totale aantal uren
Weet je hoeveel uur je in totaal nodig zult hebben? Dat bereken je als volgt: Vermenigvuldig het aantal studiepunten dat je krijgt voor je scriptie met 28. Dat is het aantal uur dat studenten volgens de opleiding nodig hebben voor de scriptie, want 1 ECTS staat voor 28 uur studeren. Er is doorgaans geen reden om aan te nemen dat jij minder uren nodig hebt. Echt niet.

Stap 2. Bereken en reserveer het aantal uren per week
Weet je hoeveel uur per week je aan je scriptie moet besteden? Dat bereken je als volgt: Deel het totale aantal uren van de scriptie door het aantal weken dat je hebt tot de deadline. Nu weet je hoeveel uur je per week nodig zult hebben om je deadline te halen. Markeer in je agenda de weekdagen en dagdelen waarop je deze uren gaat maken. Bewaak deze tijd als een tijger. Niets anders dan je scriptie mag aanspraak maken op deze tijd.

Stap 3. Maak de balans op
Heb je tijdens werkdagen weinig tijd omdat je te veel andere verplichtingen hebt, bijvoorbeeld in de vorm van commissies, bestuur, sport op hoog niveau, werk of zorg voor anderen? Dat mag – als je dat wilt. Jij bepaalt zelf waar je prioriteiten liggen. Maar als je veel andere verplichtingen hebt, en daardoor minder tijd voor je scriptie hebt, moet je er wel rekening mee houden dat het langer zal duren voor je afgestudeerd bent. Bekijk hoeveel tijd jij per week overhebt voor je scriptie en bereken met behulp van je totale aantal uren wanneer je klaar zult zijn. Wees daarbij realistisch, want onrealistische verwachtingen zijn erg demotiverend. Een scriptie wordt immers zelden in twee weken geschreven. Wil je je deadline niet uitstellen? Dan zul je meer tijd vrij moeten maken.

Tip van scriptiespecialisten

Houd er rekening mee dat een scriptie een groot project is. Grote projecten zijn niet iets voor ‘erbij’ of ‘tussendoor’. Weliswaar heb je vaak weinig contacturen, maar dat betekent niet dat je op werkdagen tijd overhebt voor bijbanen, hobby’s of vrienden. Beschouw een scriptieproject bij voorkeur als een fulltimebaan met een contract voor een aantal maanden.


Zonder vertraging een goede scriptie schrijven? Dat kan! Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek in Amsterdam, Eindhoven, Leiden of Rotterdam. Je bent van harte welkom.

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek

Scriptie schrijven in 2 weken? In 7 stappen je deadline halen

Hoe schrijf je een scriptie? Kan ik een scriptie schrijven in twee weken, een maand of een dag? Wat als ik de deadline van mijn scriptie niet haal? Maak een planning en sprint in acht stappen naar de deadline met deze tips van onze specialisten.

Kun je een scriptie schrijven in twee weken?

Een scriptie schrijven in twee weken is een ambitieus plan. Bij Studiemeesters zien we weleens dat een student twee weken voor een deadline binnenkomt en dan de indruk heeft dat hij nog niets gedaan heeft, maar er vervolgens met scriptiebegeleiding wel in slaagt zijn deadline te halen. Maar als je kijkt naar de uitspraak “Ik schreef mijn scriptie in twee weken”, dan is de vraag wat iemand precies verstaat onder ‘schrijven’. Is iemand van tevoren maandenlang bezig geweest met een probleemanalyse, het bedenken van een onderzoeksopzet en het verzamelen van informatie? Heeft iemand nog een paar weken de tijd genomen om te zitten denken (of piekeren)? En dáárna alles in twee weken bij Studiemeesters uitgeschreven? Dan heeft iemand inderdaad in twee weken zijn scriptie geschreven, maar vergeet hij voor het gemak dat er maanden denk- en leeswerk aan vooraf zijn gegaan. Ga er bij het plannen van je scriptie dus niet van uit dat je aan twee weken genoeg zult hebben.

Ik heb nog twee weken – heeft het nog wel zin?

Wat moet ik doen als ik nog maar twee weken heb? Goed. Dat kan gebeuren. Je had het druk, of je hebt te veel YouTube gekeken, en opeens heb je nog maar twee weken voor de deadline. Er staat misschien nog niets op papier wat op een scriptie lijkt. Wat moet je doen? Zoals we al zeiden is het schrijven van een scriptie in twee weken een ambitieus plan. We zien weleens studenten die het halen, maar we zien ook studenten die het niet halen. De omstandigheden moeten meezitten: één griepje en je ligt eruit. Maar je maakt een kans, en als je het niet probeert, heb je het hoe dan ook niet gehaald. Studiemeesters adviseert daarom: Ga ervoor!

Bereid je voor

Stap 1. Maak je hoofd en je omgeving leeg. Alle communicatiemiddelen zet je uit. Stel een autorespond in voor je e-mail en verander je WhatsApp-status in ‘ben er even niet’. Laat iedereen weten dat je de komende twee weken niet beschikbaar bent.
Stap 2. Begin met het opstellen van Plan B: Wat ga je doen als je het niet haalt? Zoek het uit, schrijf het op, laat het even op je inwerken. Plan B is je vangnet en zal ervoor zorgen dat je stress niet te hoog oploopt op momenten dat Plan A even heel pittig is.
Stap 3. Dan stel je Plan A op. Plan A gaat ervan uit dat je het gaat halen! Normaal gesproken is een scriptie een marathon, maar jij gaat een sprint trekken. Houd er rekening mee dat je twee weken kunt sprinten, maar dat je daarna stuk bent. De derde week heb je dus vrij – je kunt dan niet bijvoorbeeld nog een tentamen maken.

Werk Plan A uit

Stap 4. Zoek uit wat de opleiding precies van je verwacht. Wat zegt je opleiding over afstudeereisen, de indeling van je scriptie, de opbouw van je scriptie, de hoofdstukindelingen? Verzamel alle informatie die je opleiding over de scriptie aanbiedt en neem deze door tot het glashelder is wat er van je wordt verwacht.
Stap 5. Neem drie vellen paper en schrijf er A, B, en C op. Op vel A schrijf je alles wat je móét, dus alles wat je nodig hebt om je scriptie af te maken. Denk bijvoorbeeld aan een methodenhoofdstuk, want zonder dat hoofdstuk kun je niet afstuderen. Op vel B schrijf je alles wat andere zwakke punten kan compenseren. Denk bijvoorbeeld aan een extra goede methode. Op vel C schrijf je alles wat je zou wíllen doen, zoals een mooie afbeelding op de voorpagina toevoegen, of een leuk voorwoord schrijven. Zo creëer je drie verschillende to-do-lijsten.
Stap 6 is het maken van een planning. Veertien dagen achtereen zul je sprinten. Elke dag heb je zo’n negen uur waarin je kunt werken aan je scriptie. Heel veel meer kunnen mensen niet doen. Die negen uur verdeel je in blokjes van twintig minuten. Tussendoor plan je pauzes in waar je je ook aan houdt. Maak op deze manier een overzicht van blokjes in een agenda of een Word- of Excelbestand. De eerste anderhalve week plan je gedetailleerd in. In deze periode werk je aan het uitvoeren van to-do-lijst A. Verdeel de taken in kleine stapjes en verdeel deze over de blokjes. Alle extra dingen of ideeën die in je opkomen tijdens het uitvoeren van to-do-lijst A, noteer je meteen op lijst B of C. De tijd die je nog overhoudt, kun je besteden aan to-do-lijst B en vervolgens aan C.

Ga sprinten

Stap 7. Voer de planning voor de eerste anderhalve week uit. Na anderhalve week moet je to-do-lijst A af zijn. Je hebt nog een halve week over. Maak weer een planning op basis van de beschikbare negen uur per dag, verdeeld in blokjes van twintig minuten. Plan eerst to-do-lijst B in en daarna -als er nog tijd over is- to-do-lijst C. Als je wilt, mag je nu wat langere dagen gaan maken en eventueel wat minder slapen.

Tips voor de eerste anderhalve week

Houd jezelf scherp met de volgende tips voor de uitvoering van Plan A:

  • Alle extra dingen of ideeën die in je opkomen tijdens het uitvoeren van to-do-lijst A, noteer je meteen op lijst B of C.
  • Als je een onderdeel van je planning niet afkrijgt, laat je dat deel liggen en ga je door naar de volgende taak die op je planning staat. Waarom? Omdat je wel iets kunt inleveren als je alle afzonderlijke delen voor 80% af hebt, maar niets kunt inleveren als je enkel het geheel voor 80% af hebt, maar bijvoorbeeld het laatste hoofdstuk van je scriptie volledig ontbreekt.
  • Eet gezond en slaap voldoende. Waarom? Omdat je zonder goede nachtrust niet kunt presteren. Doe twee uur voordat je naar bed gaat, niets meer aan je scriptie, anders slaap je slecht. Meer dan negen uur per dag aan je scriptie werken en minder dan acht uur slapen doe je in deze anderhalve week nog niet, anders houd je het sprinten niet twee weken vol.

Bonustip: Neem scriptiebegeleiding

Moet je snel klaar zijn? Met de scriptiebegeleiding van Studiemeesters kom je vooruit! Iedere student van elke opleiding kan zich inschrijven voor extra scriptiebegeleiding. Het maakt niet uit hoe ver je bent of hoeveel tijd je nog hebt. Met de juiste uitleg en een flinke stok achter de deur boek je in korte tijd grote vooruitgang.


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek in Amsterdam, Eindhoven, Leiden of Rotterdam. Je bent van harte welkom.

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek

9 scriptietips voor afstuderen zonder studievertraging

Hoe voorkom je studievertraging door je scriptie? De scriptietips voor snel afstuderen zijn best logisch. Zó logisch dat bijna iedereen vergeet om dit aan je te vertellen. Gelukkig snappen onze scriptiebegeleiders wat studenten nodig hebben om het beste uit zichzelf te halen. Daarom zetten zij alle ‘logische’ scriptietips voor je op een rij. Met deze negen scriptietips studeer je op tijd af zonder stress of studievertraging.

Scriptietip 1. Houd voldoende tijd vrij voor je scriptie

Een scriptie is een groot project. Grote projecten zijn niet iets voor ‘erbij’ of ‘tussendoor’. Beschouw een scriptieproject daarom als een fulltime baan met een contract voor een aantal maanden. Weet je hoeveel uur je in totaal nodig zult hebben? Reken het uit aan de hand van het aantal studiepunten. Weet je hoeveel uur per week je aan je scriptie moet besteden? Dat bereken je als volgt: Deel het totale aantal uren van de scriptie door het aantal weken dat je hebt tot de deadline. Nu weet je hoeveel uur je per week nodig zult hebben om je deadline te halen. Markeer in je agenda de weekdagen en dagdelen waarop je deze uren gaat maken. Bewaak deze tijd als een tijger. Niets anders dan je scriptie mag aanspraak maken op deze tijd.
Heb je op weekbasis te weinig tijd vrij voor je scriptie, omdat je te veel andere verplichtingen bent aangegaan? Dat mag als je dat wilt, maar houd er rekening mee dat het langer duurt voor je afstudeert. Stel een nieuwe deadline door uit te rekenen hoeveel weken je nodig zult hebben met het aantal uren per week dat je over hebt voor je scriptie. Wees realistisch, want onrealistische verwachtingen zijn erg demotiverend. Wil je je deadline niet uitstellen? Dan zul je meer tijd vrij moeten maken.

Scriptietip 2. Plan naast je scriptie voldoende vrije tijd in

Vrije tijd is tijd waarin je niet hoeft te werken of te studeren. Hoe weet je of je voldoende vrije tijd hebt? Dat bereken je als volgt: tel het aantal uren per week voor je scriptie en het aantal uren dat je werkt bij elkaar op. Je zou op zo’n 40 uur uit moeten komen. Heel veel meer dan 40 uur werken en studeren wordt in het algemeen niet aangeraden vanwege de negatieve effecten op je motivatie en je concentratie. Met drie dagen werken en twee dagen scriptie is een week in principe vol. Vrije tijd heb je nodig: in het weekend en in de avonden leuke dingen doen draagt bij aan je ontspanning en dat draagt weer bij aan je concentratie en je motivatie voor de volgende dag.

Scriptietip 3. Werk vanuit een basis die staat als een huis

De basis van een scriptie bestaat uit een heldere probleemanalyse, een keuze voor theorie en methodiek en een hoofdstukindeling. Het ontwerpen van een goede basis kan veel tijd kosten – soms neemt het wel de helft van je scriptietijd in beslag -, maar het loont. Als je basis eenmaal staat, kun je van start met je onderzoeksfase: verzamel telkens de benodigde informatie en schrijf een hoofdstuk. Voer gestaag je basisplan uit, zonder een meesterwerk te verwachten. Een scriptie is in wezen ‘gewoon een opdracht’, maar dan groter, vrijer en zelfstandiger dan je gewend bent. Maak er niet meer van dan het is. Blijf voor ogen houden dat je doel bestaat uit het schrijven van een conclusie die gebaseerd is op informatie uit de voorgaande hoofdstukken.

Scriptietip 4. Gebruik alle informatie van je opleiding

Verzamel alle informatie die je opleiding over je scriptie verstrekt. Neem alle informatie goed door. Begrijp je de informatie niet? Vraag uitleg tot je het begrijpt. Raadpleeg de informatie tijdens je scriptieproces regelmatig.

Scriptietip 5. Accepteer dat het soms niet leuk is

Een scriptie gaat gepaard met oncomfortabele momenten. Je motivatie en je concentratie worden flink op de proef gesteld. Je zit weleens vast, soms moet je urenlang puzzelen voor je een alinea kunt schrijven en een enkele keer moet je een stap terugdoen in je project. Dat voelt vervelend, maar het hoort erbij én het heeft een functie, want vaak leidt zo’n moment tot een inzicht of een beslissing over je koers. Blijf daarom niet hangen in uitstel of frustratie als je vastzit, maar werp een objectieve blik op de situatie waar je je in bevindt. Ga na waar je tegenaan loopt, bedenk wat mogelijke oplossingen zijn, kies de meest geschikte oplossing, voer deze uit en kijk of het werkt. Hoeveel zin je hebt, doet er soms even niet toe. Blijf objectief en neem het niet persoonlijk.

Scriptietip 6. Creëer een vaste setting om aan je scriptie te werken

Creëer goede gewoonten, want dingen die je automatisch doet, kosten geen moeite. Goede gewoonten creëer je zo:
– Zoek een vast studiemaatje.
– Kies een vaste plek om samen te studeren. Liever niet thuis, zodat je aan het einde van de dag letterlijk en figuurlijk de deur achter je kunt dichttrekken.
– Studeer elke week op dezelfde dagen en tijden.
– Kies vaste begin- en eindtijden voor pauzes. Zet die tijden in het alarm van je telefoon.
– Schakel de vliegmodus van je telefoon in.
– Installeer ColdTurkey of SelfControl op je laptop en gebruik het.
– Leer jezelf de pomodorotechniek aan.
En ten slotte: Beloon jezelf na een dag studeren!

Scriptietip 7. Zorg goed voor jezelf tot je afstuderen

Goed voor jezelf zorgen is écht de makkelijkste manier om je concentratie en je discipline te versterken. Zo zorg je goed voor jezelf: Slaap niet te veel en niet te weinig, sport, eet genoeg groente en fruit, drink niet te veel koffie, vermijd alcohol en drugs, pak je rust en neem tijd voor jezelf als je vrij bent.

Scriptietip 8. Leer bij

Voor het schrijven van een scriptie heb je bepaalde vaardigheden nodig. Denk aan onderzoeksvaardigheden, schrijfvaardigheden of timemanagement. Misschien merk je tijdens je scriptieproces dat je een vaardigheid onvoldoende beheerst en dat dit je voortgang belemmert. Ga dan actief op zoek naar informatie. Lees een boek, bekijk YouTube-video’s, laat je bijpraten door een studiegenoot of neem scriptiebegeleiding. Alles wat je nodig hebt om een scriptie te schrijven, kun je leren.

Scriptietip 9. Trek aan de bel als je vastzit

Kom je niet vooruit, terwijl je alles geprobeerd hebt? Dan is je huidige aanpak blijkbaar niet effectief. Blijf niet doormodderen onder het motto “Ik moet gewoon beter mijn best doen”. Er moet iets veranderen. Ga objectief en eerlijk na wat er nu eigenlijk aan de hand is: Is er te weinig tijd om aan je scriptie te werken? Mis je cruciale vaardigheden? Heb je net te weinig kennis? Ben je te vermoeid? Heb je te veel twijfels om te kunnen handelen? Lijk je last te hebben van een writer’s block? Kun je je op geen enkele manier concentreren? Kun je de motivatie gewoon niet opbrengen? Lijd je aan studieontwijkend gedrag? Zoek een oplossing voor datgene waar je tegenaan loopt. Sluit jezelf niet op met het idee dat je ‘het zelf moet doen’. Ga juist praten en sparren met verschillende mensen; dat inspireert. Waarschijnlijk is alles waar je tegenaan loopt herkenbaar voor anderen en kun je er gewoon wat aan doen. ‘Zelf’ is wat anders dan ‘alleen’.

Bonustip: Neem scriptiebegeleiding!

Studiemeesters bestaat uit een groep gespecialiseerde, betrokken professionals met heel veel ervaring. Elke hbo- en wo-student kan zich inschrijven voor scriptiebegeleiding. Wat de reden ook is dat je je aanmeldt, onze scriptiebegeleiders zorgen dat je snel weer verder kunt met je scriptie. Dit doen ze op verschillende manieren: ze controleren bijvoorbeeld regelmatig of je goed bezig bent met je scriptie, werpen een kritische blik op je literatuur of helpen je feedback van de opleiding te interpreteren. Als je perfectionistisch bent en te lang blijft steken op bepaalde hoofdstukken van je scriptie, motiveren onze scriptiebegeleiders je om toch de vaart erin te houden. Ben je geneigd om het werken aan je scriptie uit te stellen? Door regelmatig met onze scriptiebegeleiders af te spreken en concrete doelen te stellen, wordt die berg van een scriptie een stuk beter te overzien.


Zonder vertraging een goede scriptie schrijven? Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek in Amsterdam, Eindhoven, Leiden of Rotterdam. Je bent van harte welkom.

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek

Scriptie afronden – tips van een ervaren scriptiebegeleider

Scriptiebegeleider Ivar spreekt veel studenten die hun scriptie aan het afronden zijn. Hij heeft altijd goede raad voor studenten die vlak voor hun scriptiedeadline zitten.

Ivar, wat is jouw tip voor het afronden van een scriptie?

Een tip die ik vroeger als student kreeg van mijn begeleider is me altijd bijgebleven. Nu ik zelf scriptiestudenten begeleid komt deze tip weer goed van pas. Mijn motto is: ‘The first virtue of a thesis is that it is done!’

ivars-motto-tegen-perfectionisme

Voor welke studenten is dit een goede tip?

Dit is een mooi motto voor perfectionistische studenten die vaak het gevoel hebben dat het nog niet goed genoeg is. Deze studenten besteden te veel tijd aan het herschrijven en teruglezen van tekst. Door de focus op details worden de hoofdzaken (zoals de naderende deadline) niet meer onderscheiden van de bijzaken.

Wat betekent het precies?

Als de deadline van een paper, essay of scriptie dichterbij komt, kun je op een gegeven moment stellen dat de kwaliteit van het geleverde werk ondergeschikt raakt aan het afkrijgen van de opdracht. Als je de opdracht niet af krijgt, kan er immers niets beoordeeld worden en heb je het hoe dan ook niet gehaald.

Wat moet iemand doen om het af te ronden?

Ik zeg altijd: Het feit dat je zoveel met details bezig bent geeft aan dat je goed weet waar je mee bezig bent en goed in de stof zit. Vlak voor de deadline moet je die kennis inzetten om de opdracht af te ronden. Je mag erop vertrouwen dat je voldoende kennis hebt om dat te doen!


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek. Dat kan op een van onze locaties, telefonisch of online. We helpen je graag verder!

Meld je aan

De Net Promoter Score (NPS) in de scriptie over klanttevredenheid

Veel scriptiestudenten die klanttevredenheid onderzoeken, gebruiken de Net Promoter Score (NPS). Maar hoe neem je deze maat voor klanttevredenheid op in je enquête? En wat schrijf je op in het resultatenhoofdstuk? Als je dit blog hebt gelezen, weet je precies hoe je de NPS gebruikt in je scriptieonderzoek.

Net Promoter Score (NPS) als maat voor klanttevredenheid

De NPS (Reichheld, 2003) is een maat voor klanttevredenheid of klantloyaliteit. Deze klantloyaliteitsscore is een goede voorspeller van herhaalaankopen, positieve uitlatingen en het weerstaan van de druk om over te stappen naar een concurrent (Owen & Brooks, 2006). Het voordeel van de NPS is dat de uitkomst ervan eenduidig is en bovendien eenvoudig valt te interpreteren. Ook heb je er maar één enquêtevraag voor nodig.

Voorbeeld enquêtevraag voor de Net Promoter Score (NPS)

De enquêtevraag voor het meten van de NPS luidt als volgt: “In welke mate zou u/je [naam bedrijf, dienst of product] aanraden aan vrienden of collega’s?” Respondenten (mensen die je enquête invullen) geven antwoord met behulp van een schaal van 0 tot 10, waarbij 0 = zeer onwaarschijnlijk en 10 = zeer waarschijnlijk. De NPS-vraag wordt vaak aangevuld met een open vraag naar de reden waarom de klant die specifieke score heeft toegekend, zodat inzicht wordt verkregen in de verbeteringsmogelijkheden voor het bedrijf, de dienst of het product.

Net Promoter Score (NPS) uitrekenen

De uitkomst van de NPS bereken je in twee stappen. De eerste stap bestaat uit het opstellen van een frequentietabel. Alle respondenten hebben een getal ingevuld. Op basis van dit getal wordt door de onderzoeker een ‘label’ aan de respondent toegewezen. Er zijn drie labels, namelijk ‘criticasters,’ ‘passief tevredenen’ en ‘promoters’. Respondenten die een zes of lager invullen zijn ‘criticasters.’ Wie een zeven of acht invult is een ‘passief tevredene’ en mensen die een negen of tien geven zijn ‘promoters’ (Reichheld & Markey, 2011). Maak een frequentietabel van de antwoorden van je respondenten en stel vervolgens zelf een frequentietabel op voor de drie labels van de NPS. De laatste frequentietabel neem je op in je resultatenhoofdstuk. Je kunt er natuurlijk ook een taartdiagram of een gestapeld staafdiagram van maken. De tweede stap bestaat uit een eenvoudige rekensom, namelijk NPS = % promoters – % criticasters (Reichheld & Markey, 2011). Hier komt een getal tussen -100 en +100 uit. Dat getal is de NPS. Gebruik geen procentteken bij je NPS.

Betekenis en interpretatie van de Net Promoter Score (NPS)

Nadat het plezier van het kunnen uitrekenen van de klanttevredenheidsscore is gezakt, rijst een volgende vraag: Wat betekent deze score? Is de uitslag goed of slecht? Bij een score van -100 is iedereen een criticaster. Dat is geen goed nieuws voor je opdrachtgever. Bij een score van +100 is iedereen een promoter. Dat komt in de praktijk zelden voor. Bedrijven in de VS scoren gemiddeld lager dan +10. De best scorende bedrijven in de VS behalen een NPS tussen +50 en +80 (Reichheld, 2003). In het algemeen geldt: Een getal hoger dan 0 is goed, en een NPS van +50 is excellent. Realiseer je dat gemiddelde scores sterk verschillen binnen sectoren en binnen culturen. De gemiddelde NPS in de supermarktbranche is doorgaans lager dan die van studiebegeleidingsbureaus, die vanwege de hogere betrokkenheid en het persoonlijke karakter van de dienst gemiddeld hoger scoren. Kijk eens of je een publicatie kunt vinden met de NPS van concurrenten of van gemiddelden binnen de sector. Deze kun je als referentiepunt gebruiken. Maar zulke cijfers zijn niet altijd beschikbaar. Dan verwachten je docenten dat je de betekenis van de NPS voor jouw opdrachtgever zelf inschat.


Zonder vertraging een goede scriptie schrijven? Dat kan! Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier.


Bronnen
Bergevin, R., Kinder, A., Siegel, W., & Simpson, B. (2010). Call centers for dummies. Mississauga, Canada: John Wiley & Sons.

Owen, R., & Brooks, L. L. (2006). Answering the ultimate question: How net promoter can transform your business. San Francisco, CA: Jossey-Bass.

Reichheld, F. F. (2003). The one number you need to grow. Harvard Business Review, 81(12), 46-54, 124.

Reichheld, F. F., & Markey, R. (2011). The ultimate question 2.0: How net promoter companies thrive in a customer-driven world. Boston, MA: Harvard Business Review Press.

Hoe haal je het meeste uit je scriptiezomer?

Balen! Je moet door met je scriptie tijdens de zomer. Hoe zorg je ervoor dat je goede voortgang boekt en toch af en toe een terrasje kunt pakken? Studiemeesters geeft je de zeven gouden regels.

1. Plannen, plannen, plannen

Een scriptie kan zo groot worden als je ‘m zelf maakt. Vooral het begin van een scriptie kan een warrig proces zijn, waarbij je informatie zoekt, artikelen leest, onderwerpen afbakent, op zijsporen terechtkomt, en maar blijft lezen. Essentieel is daarom dat je deze fase beperkt tot ongeveer een kwart van de tijd die je hebt ingepland voor je scriptie. Daarna moet je hoofdvraag echt staan! De rest plan je dan in per hoofdstuk, en vergeet niet dat je aan het eind flink tijd overhoudt voor het nalezen van je stuk, het verbeteren van de lay-out en het nalopen van je bronnen.

2. Plan je scriptie én je leuke dingen

Je kunt een marathon lopen, en een sprint sprinten, maar je kunt een marathon niet sprinten. Verwacht dus niet van jezelf dat je zeven dagen per week van de vroege ochtend tot de late avond bezig gaat zijn met je scriptie, want dat hou je nog geen week vol. De vuistegel: zeven dagen achter elkaar is het langst dat je je kunt concentreren, dus als je nog zeven dagen hebt kun je sprinten. Bij elke taak die langer dan acht dagen duurt plan je om de zes dagen een dag helemaal vrij. Bij een taak die langer duurt dan vijf weken plan je twee dagen per week vrij, het liefst achter elkaar. Plan op de dagen die je vrij hebt ook écht leuke dingen: een dagje strand, een dagje festival, een dagje terras, of gewoon op de bank een dagje Netflix met de gordijnen dicht.

3. Word een monnik of een non (maar niet alléén maar!)

Scriptie is topsport. Jezelf motiveren om in de ochtend aan het werk te gaan en je dan de hele dag concentreren terwijl de hele stad bol staat van de festivals en de feestjes en de vrolijke terrasgangers, is niet gemakkelijk. Doorzetten terwijl Instagram ontploft van de strand- en vakantiefoto’s is soms bijna onmogelijk. Probeer jezelf af te sluiten van dat soort berichten op dagen dat je aan je scriptie gaat werken. En ga op je vrije dagen niet tot het gaatje: kijk uit met alcohol en drugs, en let op je slaap. Als je moe bent, krijg je niks uit je handen. Blijf bewegen, goed eten en lekker veel ijswater drinken. Wees lief voor je lijf, dan houd je het langer vol. Maar: geniet ook met volle teugen van je vrije tijd! Doe wat jij het leukst vindt (mits je er niet helemaal stuk aan gaat).

4. Doe het niet alleen

Je bent niet de enige die in de zomer zijn of haar scriptie moet schrijven. Kijk maar eens rond in de UB of in de mediatheek, en lees door de succesverhalen heen op sociale media: er zijn zat andere mensen die deze zomer hun scriptie moeten schrijven. Maak samen met hen een plan, motiveer elkaar, houd de pauzes gezellig en praat met elkaar over je planning.

5. Werk vanaf je hoofdstructuur naar beneden

En nu: schrijven! Maak niet de klassieke beginnersfout door te beginnen bij je inleiding. Je begint bij je hoofdvraag, en daarna ga je verder met je deelvragen. Van daaruit maak je je hoofdstukindeling, en die deel je op zijn beurt weer in in paragrafen. Vervolgens markeer je hoeveel woorden je ongeveer per paragraaf wilt hebben, en pas daarna begin je met schrijven. Je schrijft niet je inleiding eerst, maar het eerste hoofdstuk dat daarop volgt (meestal je theoretisch kader). Zo voorkom je dat je steeds tekst loopt te verschuiven en te verplaatsen, waardoor je onnodig veel energie kwijt bent aan de structuur van je stuk.

6. Gebruik voorbeelden

Grote kans dat je begeleider met vakantie is en je vrienden die je van feedback kunnen voorzien ook niet in de buurt zijn. Niet getreurd! Gebruik de databank van scripties van je opleiding om te kijken hoe andere studenten die scriptie hebben aangepakt. Hoe ziet hun hoofdstukindeling eruit? Hoeveel bronnen hebben ze gebruikt, en hoe hebben ze hun methode verantwoord? Schrijf NOOIT teksten over! Deze voorbeelden kunnen je inzicht geven in hoe groot (of hoe klein, eigenlijk) het onderzoek is dat van je wordt verwacht.

7. Hou je onderwerp eenvoudig en je analyse complex

De meeste studenten hebben de neiging hun onderwerp te groot te maken. Dat hoeft niet – een eenvoudig, goed afgebakend onderwerp kun je veel beter grondig uitdiepen dan een heel breed onderwerp. Zorg ervoor dat je genoeg te zeggen hebt over je onderwerp om een conclusie te kunnen schrijven die voldoende diepgang heeft (“aan de ene kant…aan de andere kant…”)

En vooral: houd het hoofd koel, deze zomer!


Zonder vertraging een goede scriptie schrijven? Dat kan! Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek in Amsterdam, Eindhoven, Leiden of Rotterdam. Je bent van harte welkom.

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek

Klanttevredenheid en klantverwachtingen in de scriptie: relevantie en definities

Klanttevredenheid en klantverwachtingen zijn populaire scriptieonderwerpen. Waarom eigenlijk? En wat betekenen deze begrippen precies? De specialisten van Studiemeesters leggen uit waarom klanttevredenheid en klantverwachtingen belangrijk zijn en geven een paar definities. Lees dit blog voordat je aan je klanttevredenheidsonderzoek begint, dan begrijp je wat je onderzoekt en waarom dat zinvol is.

Klanttevredenheid en klantverwachtingen als scriptieonderwerp

Consumenten kunnen tegenwoordig kiezen uit een groot aanbod van producten en diensten. Daardoor kunnen ze het zich veroorloven om kritisch te zijn in hun keuze voor aanbieders (Thomassen, 2006). Dit maakt het moeilijk voor bedrijven om klanten te behouden, terwijl klantbehoud zeer belangrijk is voor de groei van een bedrijf. De kans dat klanten terug blijven komen is het grootst als ze tevreden zijn. Klanttevredenheid is volgens wetenschappelijke theorie zelfs een vereiste voor klantloyaliteit (Thomassen, 2006). Hoe ontstaat tevredenheid? Tevredenheid wordt sterk bepaald door de verwachting van de klant. Daarom staan klanttevredenheid en klantverwachtingen vaak centraal in marktonderzoek en vormen zij een goed scriptieonderwerp voor zowel hbo-scripties als universitaire scripties.

Definitie van klanttevredenheid

Kotler (2009) omschrijft ‘klanttevredenheid’ als volgt: “Klantevredenheid is de mate waarin de waargenomen prestaties van een product voldoen aan de verwachtingen van een klant. Als de prestaties van het product niet aan de verwachtingen voldoen, is de koper ontevreden. Als de prestaties wel aan de verwachtingen voldoen, of die overtreffen, is de afnemer tevreden of zelfs opgetogen” (p. 13). Hij zegt hierover ook: “Klanten koesteren verwachtingen ten aanzien van de waarde en handelen hiernaar. Zij vergelijken de werkelijke waarde die zij bij de consumptie van het product krijgen met de waarde die zij verwachtten; hun conclusie beïnvloedt hun tevredenheid en herhalingsaankoop” (p. 323).

Definitie van verwachtingen (‘customer expectations’)

De meeste marketinghandboeken definiëren ‘verwachtingen’ niet duidelijk. Kotler zegt wel dat tevredenheid afhangt van verwachting, maar geeft van dat laatste geen definitie. Nederstigt en Poiesz (2010) zeggen over verwachtingen alleen: “Vanuit eerdere ervaringen of gewoonten bouwt de consument bepaalde verwachtingen op […]” (p. 223). Op Google Scholar vind je wel veel wetenschappelijke artikelen over klantverwachtingen. Daaruit blijkt dat wetenschappers het met elkaar eens zijn dat verwachtingen als standaard dienen waar ervaringen vervolgens mee vergeleken worden, maar dat ze nog niet weten wat een verwachting precíes is.

Verwachtingen in dienstverlening

Verwachtingen ten opzichte van een product zijn vaak helder en concreet. Klanten verwachten bijvoorbeeld een bepaalde kwaliteit op basis van de prijs die ze bereid zijn te betalen. Verwachtingen met betrekking tot dienstverlening zijn minder concreet, omdat een dienst niet tastbaar is. Daarom besteden we extra aandacht aan klantverwachtingen ten opzichte van dienstverlening: Wat zijn volgens de theorie ‘verwachtingen’ in dienstverlening? Verwachtingen in dienstverlening ontstaan op basis van percepties van het bedrijf en de sector. Deze percepties worden gevormd door eerdere ervaringen van de klant en door de ervaringen van andere mensen met wie de klant communiceert.

Volgens Zeithaml, Berry en Parasuraman (1993) kunnen verwachtingen in dienstverlening opgevat worden als twee verschillende dingen. Ten eerste als een standaard voor een voorspelling van wat de klant verwacht dat er gaat gebeuren als hij gebruikmaakt van de dienstverlening. De verwachting is dan een objectieve berekening van de waarschijnlijkheid van prestaties van de dienstverlening (Miller, geciteerd in Zeithaml, Berry & Parasuraman, 1993). Ten tweede kunnen verwachtingen worden opgevat als een standaard voor de ideale uitvoering van de dienstverlening. De verwachting bestaat dan uit een gewenst niveau van dienstverlening (Swan & Trawick, geciteerd in Zeithaml, Berry & Parasuraman, 1993).

Tip: Lees ook ons blog over wensen en behoeften‎.


Zonder vertraging een goede scriptie schrijven? Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek in Amsterdam, Eindhoven, Leiden of Rotterdam. Je bent van harte welkom.

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek


Bronnen

Kotler, P., Armstrong, G., Wong, V., Saunders, J. (2009). Principes van marketing. Amsterdam: Pearson Benelux.

Nederstigt, A. T. A. M. & Poiesz, Th. B. C. (2010). Consumentengedrag. Groningen: Noordhoff.

Thomassen, J. P. R. (2006). Waardering door klanten: Klantenmanagement als fundament voor Totale Kwaliteit. Kluwer: Deventer.

Zeithaml, V. A., Berry, L. L. & Parasuraman, A. (1993). The nature and determinants of customer expectations of service. Journal of the Academy of Marketing Science, 21(1), 90-106.

Waarom een wensen- en behoeftenonderzoek?

Wensen en behoeften spelen sinds de jaren vijftig van de vorige eeuw een steeds grotere rol dankzij de de manier waarop ondernemingen de markt benaderen (Nederstigt & Poiesz, 2010). Als je de marktbenaderingen kent, dan begrijp je waarom wensen en behoeften zo belangrijk zijn.

Het toenemende belang van marketing

De eerste producent van auto’s had het makkelijk, want de vraag was groter dan het aanbod. Auto’s werden verkocht zonder dat daar sales- of marketingafdelingen aan te pas kwamen. De klantbehoefte speelde nog geen rol.Het ondernemingsbeleid hoefde zich alleen te richten op een zo groot mogelijke productie tegen zo laag mogelijke kosten. Dit is de productieoriëntatie, waarmee ondernemingen na de industriële revolutie de markt benaderden.

Sindsdien is er veel veranderd. Steeds meer bedrijven benaderden de markt. De toename van concurrentie vroeg om een productoriëntatie, waarbij wordt uitgegaan van een consument die alleen producten koopt die de meeste waar voor hun geld bieden. De kwaliteit van het product werd een belangrijke voorwaarde voor de verkoop. Vervolgens leidden overproductie en overcapaciteit tot een verkooporiëntatie, waarbij ondernemers de markt veroverden door de aandacht te leggen op de effectiviteit van verkoop (Bliekendaal & Van Vught, 2013).

Toen ook de verkooporiëntatie geen garantie meer was voor het succesvol veroveren van de markt ontstond de marketingbenadering: rekening houden met de wensen en behoeften van klanten als je een product op de markt brengt. Dit idee vormt de basis van marketing en wordt ook wel het marketingconcept genoemd. Bij dit type marktbenadering staan wensen en behoeften van afnemers centraal in het hele ondernemingsbeleid (Bliekendaal & Van Vught, 2013).

Wensen en behoeften staan centraal

Verhage (2009): “De eerste taak van marketing is om de wensen en behoeften op de markt op te sporen en te inventariseren. […] Deze ideeën vormen het uitgangspunt voor de ontwikkeling van de juiste producten of diensten en marketingstrategie voor het gekozen marktsegment” (p. 28). Daarom staan wensen en behoeften zo vaak centraal in marktonderzoek en vormen ze een goed scriptieonderwerp voor zowel hbo-scripties als universitaire scripties.

Tip: Lees ook ons blog over klanttevredenheid en klantverwachtingen.


Zonder vertraging een goede scriptie schrijven? Dat kan! Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek in Amsterdam, Eindhoven, Leiden of Rotterdam. Je bent van harte welkom.

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek


Bronnen

Bliekendaal, C. & Van Vught, T. (2013). Marketingoriëntatie. Groningen: Noordhoff.

Nederstigt, A. T. A. M. & Poiesz, Th. B. C. (2010). Consumentengedrag. Groningen: Noordhoff.

Verhage, B. (2009). Grondslagen van de marketing. Groningen: Noordhoff.

Structuur aanbrengen in je scriptie

Tijdens het schrijven verlies je gemakkelijk het overzicht. In deze blog wordt uitgelegd hoe je een duidelijke structuur in je scriptie aanbrengt. We bespreken de structuur van groot naar klein, van het gebruik van een hoofdstuk naar een enkele zin.

Hoofdstukken

Aanwijzingen over de indeling van je hoofdstukken vind je vaak terug in je scriptiehandleiding. Tip: print de scriptiehandleiding uit, lees hem goed door en stop hem in je tas. Hier kun je altijd op terugvallen als je geen goed overzicht meer hebt. Aanvullende informatie over mogelijke hoofdstukindelingen vind je in scripties van studiegenoten, via scriptiebanken, en in onze blogpost over de structuur van de hbo-scriptie.

Op basis van deze informatie bedenk je welke hoofdstukken jij nodig hebt en maak je een inhoudsopgave (table of contents). Ook al weet je niet precies hoe je elk hoofdstuk gaat noemen of wat de precieze inhoud wordt, een duidelijke inhoudsopgave helpt het overzicht te houden. Op YouTube staan verschillende filmpjes die in een paar minuten laten zien hoe je in Word een goede inhoudsopgave maakt.

Paragrafen

Een hoofdstuk bestaat doorgaans uit meerdere paragrafen. Het methodologie-hoofdstuk bestaat bijvoorbeeld meestal uit een paragraaf over de verschillende onderzoeksmethoden en een paragraaf over betrouwbaarheid en validiteit. Neem ook deze paragrafen op in je inhoudsopgave, want dan kun je met een klik op de (muis)knop van hier naar de juiste paragraaf springen.

Essentieel bij het goed gebruiken van paragrafen is de volgorde. Probeer na te denken over de vraag waarom bepaalde paragrafen eerst komen en andere later. Voornamelijk bij het theoretisch kader en de besprekingen van je onderzoeksresultaten is de volgorde van de paragrafen erg belangrijk. Waarom komt het ene theoretische concept voor het andere? Zouden ze ook omgedraaid kunnen worden?

Alinea’s

Een paragraaf bestaat uit meerdere alinea’s. De inleiding, bijvoorbeeld, beslaat doorgaans vier tot zes alinea’s. Het aantal zinnen per alinea verschilt vaak per auteur, maar een waslijst aan ‘eenzinsalinea’s’ is niet mooi. Daarentegen is een hele pagina zonder onderbreking ook niet erg fraai. Over het algemeen bevat een alinea tussen de vier en acht zinnen. Probeer je in één alinea te beperken tot één onderwerp. Als je er twee behandelt, probeer dan ook beide onderwerpen in één duidelijke eerste zin te noemen. Lukt dat niet, dan kun je erover denken om toch maar twee afzonderlijke alinea’s te gebruiken.

Zinnen

De eerste zin van een alinea wordt ook wel een key sentence genoemd. In deze zin (de belangrijkste van een alinea) beschrijf je de kerngedachte van de alinea. Neem bijvoorbeeld de volgende key sentence: ‘Morgen wordt een mooie dag.’ Hoe deze dag er precies uit gaat zien wordt in de alinea verder uitgewerkt: daarin wordt verteld over de geringe hoeveelheid wind en wolken en de uitbundige zonneschijn die voor morgen verwacht wordt.

De overige zinnen van de alinea dienen dus ter verduidelijking van de eerste zin. De middelste zinnen kunnen het punt aansterken, verduidelijken, uitleggen, illustreren, etc. De laatste, afsluitende zin kan zowel een slot zijn van deze alinea als een bruggetje naar de volgende. Net als bij de volgorde van de paragrafen in je hoofdstuk probeer je ook na te denken over de volgorde van de zinnen in je alinea. Ga na welke zinnen ter verduidelijking dienen en welke ter afronding.

Van zinnen terug naar hoofdstukken

Dankzij het gebruik van de key sentence wordt duidelijk wat je wilt bespreken in een alinea. De key sentences van meerdere alinea’s tonen de structuur van een paragraaf. In het geval van deze blog zou je het volgende overzicht krijgen:

  1. Aanwijzingen over de indeling van je hoofdstukken vind je vaak terug in je scriptiehandleiding.
  2. Op basis van deze informatie bedenk je welke hoofdstukken jij nodig hebt en maak je een inhoudsopgave.
  3. Een hoofdstuk bestaat doorgaans uit meerdere paragrafen.
  4. Essentieel bij het goed gebruiken van paragrafen is de volgorde.
  5. Een paragraaf bestaat uit meerdere alinea’s.
  6. De eerste zin van een alinea wordt ook wel een key sentence genoemd.
  7. De overige zinnen van de alinea dienen ter verduidelijking van de eerste zin.
  8. Dankzij het gebruik van de key sentence wordt duidelijk wat je wilt bespreken in een alinea.

Door het uitschrijven van de key sentences is er nu een duidelijk overzicht (en samenvatting) van de hele blog ontstaan. Als je tijdens het schrijven van je scriptie door de bomen het bos niet meer ziet, open dan een nieuw document en kopieer daar alle key sentences van de paragraaf in. Zo schrijf je van zin, naar alinea, naar paragraaf en uiteindelijk weer terug naar je hoofdstuk.

Succes met het schrijven!


Zonder vertraging een goede scriptie schrijven? Dat kan! Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek in Amsterdam, Eindhoven, Leiden of Rotterdam. Je bent van harte welkom.

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek

Scriptie mee? Slecht idee

Het lijkt zo logisch: op vakantie heb je alle tijd van de wereld om je scriptie nog even af te maken. Je hele scriptie staat toch op je laptop, en die neem je mee. Elke dag even twee uurtjes schrijven en je krijgt je scriptie deze vakantie wel af! Toch is het een slecht idee, waarschuwt Kinge Siljee van Studiemeesters. “Je betaalt een hoge prijs voor het meenemen van die scriptie!”

Laat je scriptie thuis

Ingrid had zich haar scriptieperiode anders voorgesteld. Ze was van plan in juni klaar te zijn met haar Bachelor of Arts, zodat ze lekker met haar vrienden op vakantie kon. “Dat liep anders: een flinke griep, problemen met dataverzameling en mijn studieontwijkend gedrag, zorgden ervoor dat ik enorm uitliep en in juni nog niet halverwege was. De paniek sloeg toe en ik meldde me bij Studiemeesters.” Ingrid stelde voor dat ze tijdens haar maandje weg elke dag even aan haar scriptie zou zitten. Tot haar verbazing raadde Studiemeesters dat af.
Kinge: “Je vakantie is om uit te rusten. Die energie heb je nodig om er daarna weer tegenaan te gaan. Bij studenten die hun studie meenemen op vakantie zien we vaak twee mogelijke uitkomsten: óf ze komen niet voldoende uitgerust terug, óf ze hebben niks gedaan en voelen zich schuldig waardoor ze ook niet goed zijn uitgerust.” Je scriptie meenemen op vakantie is dus een slecht idee.

Wat werkte dan wel?

Ingrid vertelt: “In juli was ik lekker op vakantie, en voelde ik me niet schuldig dat ik niks deed, want van Studiemeesters mocht ik even helemaal niks doen. In augustus heb ik flink aan mijn scriptie gewerkt, door op studiedagen met andere studenten aan de scriptie te zitten en veel perenijsjes te eten. Daardoor heb ik heel ontspannen deze zomer mijn scriptie afgemaakt en was ik niet moe toen ik aan mijn master begon.”

Kortom: vakantie is vakantie, geniet ervan!

Meld je aan voor een gratis kennismaking

Hoe vind je een onderwerp voor je scriptie?

Je scriptie: Jij moet er de komende weken, maanden, soms jaren mee aan de slag. Kies dus met beleid! Ga eerst na waar je interesse ligt, zodat je niet eindigt met een onderwerp dat je eigenlijk niet leuk vindt. Check daarna of je onderwerp ook écht geschikt is om een scriptie over te schrijven. Zo voorkom je dat je halverwege je motivatie verliest, of vastloopt omdat blijkt dat je toch geen geschikt onderwerp had gekozen. Lees hieronder hoe je dit aanpakt.

Kies een onderwerp dat bij jou past

Om gemotiveerd aan de slag te kunnen gaan, is het belangrijk een onderwerp te kiezen waarin je ook echt geïnteresseerd bent. Om dat te bepalen kun je een aantal stappen volgen:
1. Wat vond je het leukste vak dat je ooit hebt gevolgd? En was dat vanwege de inhoud of vanwege de docent?
2. Hoe wil je verder na je scriptie? Wil je een master gaan doen op een bepaald vakgebied? Wil je ergens over publiceren? Wil je solliciteren naar een functie? Kies dan een bijpassend onderwerp!
3. Waar ligt je talent? Ben je iemand die goed is met statistiek? Of zijn interviews meer jouw kracht? Ben je goed met primaire bronnen? Of ben je meer van het technisch ontwerp? Breng dat eens in kaart!
4. Ga eens lezen in artikelen wat er allemaal door anderen over je onderwerp is gezegd. Welke invalshoek zou jij kiezen?
5. Heb je een leuke docent of stagebegeleider? Nodig hem of haar dan eens uit voor een gesprek bij een kop koffie om zo inspiratie op te doen. Maar let op: het wordt wel jóúw onderzoek, dus laat het niet kapen door een ander!

Voorwaarden

Verder moet je scriptieonderwerp aan een aantal voorwaarden voldoen:
1. Sluit je onderwerp aan bij je studierichting? (Vaak is er meer mogelijk dan je denkt. Twijfel je? Doe dan navraag bij je opleiding.)
2. Leent het door jou gekozen onderwerp zich voor onderzoek? Bestaan er bronnen en/of methoden die je inzicht kunnen geven in je onderwerp?
3. Is het haalbaar om je onderzoek uit te voeren binnen de tijd die je hebt en met de onderzoeksinstrumenten waarover je kunt beschikken?
4. Doe je een toegepaste studie, zoals een hbo- of technische studie? Bedenk dan dat je scriptie ook een praktisch nut moet hebben!
5. Doe je een wetenschappelijke studie, zoals de meeste universitaire studies? Dan moet je scriptie kennis of inzicht toevoegen aan de “body of knowledge” en moet je dus met iets nieuws komen!


Zonder vertraging een goede scriptie schrijven? Dat kan! Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek in Amsterdam, Eindhoven, Leiden of Rotterdam. Je bent van harte welkom.

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek

De hoofdvraag of probleemstelling

De hoofdvraag of probleemstelling is een vraag of korte stelling waarin je precies samenvat wat je in je scriptie gaat onderzoeken. Hoe weet je of je een goede hoofdvraag/probleemstelling hebt? Door op deze drie criteria te testen:

  1. Je mag geen “ja” of “nee” kunnen antwoorden op je probleemstelling.

    Foute probleemstelling: Is de nieuwe autoweg bij Abcoude de meest effectieve manier om verkeersdruk te verminderen?

    Goede probleemstelling: Welke gevolgen heeft de nieuwe autoweg bij Abcoude voor de verkeerscongestie rond die gemeente?

  2. Je probleemstelling moet precies datgene beschrijven wat je onderzoekt. Ze mag dus maar één centraal thema bevatten.

    Foute probleemstelling: Welke problemen spelen het meest bij ondervoede jongeren, en wat kun je daaraan doen?

    Goede probleemstelling: Wat is het effect van ondervoeding op de schoolprestaties bij jongeren van 14 tot 18 jaar?

  3. Je probleemstelling moet helder zijn. Een willekeurige medestudent moet je probleemstelling zonder uitleg kunnen volgen en moet kunnen snappen waar je onderzoek ongeveer over gaat. Probeer het eens uit!

    Foute probleemstelling: Wat is de oorzaak van innovatie?

    Goede probleemstelling: Welke leiderschapsstijlen dragen bij aan innovatief medewerkersgedrag?


Zonder vertraging een goede scriptie schrijven? Dat kan! Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier.

Tips voor het omgaan met je scriptiebegeleider

Tijdens je afstudeerperiode kan je scriptiebegeleider je beste vriend of je ergste vijand zijn. Sommige docenten hebben een engelengeduld, helpen je altijd, staan voor je klaar met uitleg en koffie als je wilt sparren: andere begeleiders lijken er wel genoegen in te scheppen om studenten te zien lijden. De meeste begeleiders zitten ergens tussen die twee extremen in – ze zijn, kortom, gewoon menselijk. Wat in elk geval helpt is om je begeleider niet te irriteren, maar zo veel mogelijk goede feedback van hem of haar te vragen.

Hoe irriteer ik mijn scriptiebegeleider?

  1. Stuur werk op dat maar half af is, zodat de begeleider niet weet wat er nagekeken moet worden en alleen maar let op wat er nog níet af is.
  2. Stuur een stuk vol taal- en spelfouten.
  3. Mail hem of haar op rare momenten van de dag – de meeste begeleiders schrikken als je hen om vier uur ’s nachts mailt. Ze vragen zich dan af of je wel gezond bezig bent.
  4. Kom afspraken niet na, kom niet opdagen, en negeer zijn of haar e-mails.
  5. Overvraag je begeleider voor elk klein puntje.

Hoe heb ik juist het meeste aan mijn scriptiebegeleider?

  1. Maak vaste afspraken over wanneer je wat af hebt en stuur dan ook een volledig hoofdstuk dat aan alle richtlijnen voldoet.
  2. Zorg ervoor dat een tweede paar ogen je tekst heeft nagekeken voor je iets stuurt. Let ook op spelfouten in je e-mails!
  3. Mail je begeleider op vaste momenten om mee te delen wat je van hem of haar verwacht. Bijvoorbeeld: elke maandag een FYI (for your information) waarin je de voortgang beschrijft. Zet er dan expliciet in dat je geen antwoord hoeft!
  4. Maak een vaste serie afspraken, houd je aan die afspraken, en mail na elke afspraak (ook telefonische) een gespreksverslag, zodat je zeker weet dat jij en de docent elkaar goed hebben begrepen.
  5. Bewaar je grotere vragen voor de persoonlijke afspraken met hem of haar. Zorg er ook voor dat je een stuk dat je wilt bespreken minstens 24 uur van te voren mailt (en zeker vóór het weekend!) Kleine dingen, zoals hoe je in de APA-stijl verwijst naar een artikel met meerdere auteurs, zoek je zelf op!

Zonder vertraging een goede scriptie schrijven? Dat kan! Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier.

Hoe houd je je scriptie onder controle?

Wanneer je een onderzoeksopzet of een scriptie schrijft, heb je een kans om te laten zien wat je geleerd hebt. Dit is jouw moment! Zorg dus dat je je scriptie onder controle houdt; laat de scriptie er niet met je vandoor gaan en leer op tijd om hulp te vragen.

Maar wat nu als….

…je begeleider niet tijdig reageert en je werk telkens maar half gelezen heeft. Spreek je begeleider hierop aan; wees proactief, maar ook begripvol. Maak van tevoren duidelijke en heldere afspraken over de verwachtingen over en weer. Een professionele houding wordt gewaardeerd en eveneens beloond: lever op tijd in, communiceer over eventuele vertragingen, geef inzicht in je planning en bespreek problemen. Mocht een begeleider niet genoeg tijd voor de begeleiding hebben, kaart dit aan bij je docent, studieadviseur en/of decaan. Wees niet bang om te vragen, maar blijf redelijk.

…je telkens afgeleid wordt wanneer je eigenlijk aan je onderzoek/scriptie moet werken. Ook dit is een vorm van studieontwijkend gedrag. Probeer je onderzoekstijd af te bakenen en creëer regelmaat en structuur in je dagindeling. Sta op tijd op, eet op vaste tijden en ga op tijd naar bed. Bewaak je studietijd: studeren is je werk. Het kan helpen om een vaste studeerplek te kiezen, bijvoorbeeld in de bibliotheek, bij een vriend(in) of in de studieruimte bij Studiemeesters. Houd je werkplek vrij van afleiding, hierbij is internet zowel je grootste vriend als vijand. Indien nodig, installeer software op je computer die de toegang tot bepaalde sites tijdens studieuren afsluit.

…je vast zit en je er zelf niet uitkomt. Leer tijdig te (h)erkennen dat het niet lukt. Vastzitten is niet iets om je voor te schamen en ook geen teken dat je het niet kan. Soms betekent het gewoon dat je het nodig hebt om met iemand anders van gedachten te wisselen en zo orde te scheppen in je hoofd. Een andere keer kan het betekenen dat je een bepaalde vaardigheid nog moet leren en dat je hier meer hulp bij nodig hebt. Natuurlijk kan vastzitten in het scriptieproces ook een symptoom zijn van een onderliggend probleem of ziekte, bijvoorbeeld tijdgebrek of depressiviteit. Wat het ook is, blijf niet vastzitten. Geef aan dat het niet goed gaat bij vertrouwelingen en schroom niet om professionele en/of academische hulp in te roepen.


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek. Dat kan op een van onze locaties, telefonisch of online. We helpen je graag verder!

Meld je aan

Tips voor het kiezen van een scriptieonderwerp

Allereerst: kies een onderwerp of probleem dat je daadwerkelijk interesseert of intrigeert. Dit moet altijd de basis zijn voor je onderzoek en scriptie, omdat plezier motiveert!

Maar wat nu als…

…je begeleider niet enthousiast reageert?

Zie dit niet als kritiek op je onderwerp, maar als een uitdaging om samen tot een goede vraagstelling te komen. Leg uit wat je fascinerend vindt aan het onderwerp. Omschrijf waarom het onderwerp/probleem belangrijk is binnen je vakgebied. Benoem verbanden. Luister naar het commentaar van je begeleider en probeer zijn/haar bezwaren te vertalen naar een alternatieve aanpak van het onderwerp dat je interesseert. Gegarandeerd: samen komen jullie tot een aanpak die jullie allebei tevreden stemt!

…er al heel veel over dit onderwerp geschreven is?

Verval niet in de fout om alles te willen herhalen dat geschreven is, maar onderzoek welke discussiepunten onderbelicht zijn gebleven in het debat. Vaak is dit een goede basis voor een kritische beschouwing van het bestaande onderzoek en je theoretische onderbouwing voor het belang van een vervolgonderzoek.

…je geen geschikt bronnenmateriaal/onderzoeksdata/literatuur kan vinden?

Dit is een lastige noot om te kraken. Dwing jezelf creatief en associatief te denken: bedenk relevante verbanden; benoem concepten waar je onderwerp mee te maken heeft; praat met studiegenoten, vrienden en familie over je onderwerp. Praten helpt, omdat het je dwingt om gedachten te ordenen. Mocht dit allemaal niet tot een resultaat leiden, dan moet je misschien alsnog een ander onderwerp kiezen. Hopelijk heeft je associatieve manier van denken al een alternatief, aanverwant onderwerp opgeleverd.


Zonder vertraging een goede scriptie schrijven? Dat kan! Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier.

Tien tips voor het schrijven van je scriptie

Je scriptie kan een vervelende, moeilijke periode zijn. Als je geneigd bent studieontwijkend gedrag te vertonen, als je afbakenen moeilijk vindt, als je statistiek of SPSS lastige materie vindt, dan wordt een scriptie een gebed zonder end.

Studiemeesters heeft niet alleen de meeste ervaring met scriptiebegeleiding van heel Nederland, maar heeft ook de beste prijs-kwaliteitverhouding, omdat studeren al duur genoeg is.

Daarom biedt Studiemeesters de mogelijkheid om eerst gratis te komen kennismaken. Bij het kennismakingsgesprek bekijken we eerst waar je tegenaan loopt bij het schrijven van je scriptie. Aan de hand daarvan maken we direct een plan voor hoe je dit het beste kunt gaan aanpakken!

Maak daarom vandaag nog een afspraak voor een kennismakingsgesprek.

En tot die tijd, hier zijn tien tips om je verder te helpen:

  1. Zoek een onderwerp waarvan je veel weet en waar je passie ligt.
  2. Denk goed na over je hoofdvraag: zorg ervoor dat deze niet vaag is, maar concreet en goed te onderzoeken.
  3. Ga pas schrijven als je zeker weet wat je wil vertellen.
  4. Schrijf niet langer dan vijf uur per dag, en neem voldoende pauze.
  5. Bedenk: het is maar een groot essay/werkstuk, geen levenswerk.
  6. Maak gelijk een literatuurlijst die voldoet aan de richtlijnen en houd die goed up to date.
  7. Schrijf alle zoektermen op die je gebruikt.
  8. Als je aan het schrijven bent, maak je dan nog even niet druk om mooie woorden en complexe zinnen: je kunt je stuk altijd nog verbeteren, mooier maken en opschonen.
  9. Laat in elk geval je onderzoeksmethode goedkeuren door je begeleider voor je op pad gaat.
  10. Plannen, plannen, plannen! Een sterke planning is het halve werk.

Zonder vertraging een goede scriptie schrijven? Dat kan! Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier.