Welk type sogger ben jij?

Je kunt met zekerheid zeggen dat, als je studeren voor tentamens, opdrachten maken en andere zaken uit blijft stellen, je nooit succes zult hebben.

Dat is de eerste reden voor uitstelgedrag: mensen vinden het soms beangstigend om een opdracht in te leveren, want wat als er kritiek op komt? Wat als mijn presentatie niks wordt gevonden? Ook omgekeerd zie je het: als ik afstudeer, wat dan? Krijg ik wel een baan? Kan ik mijn master wel aan? Deze mensen zijn de zogenoemde “gespannen soggers”.

De tweede oorzaak ligt in ervaring: als je eerder weg bent gekomen met dingen op het laatste moment doen, construeer je een beeld van jezelf waarin je denkt dat je het beste werkt met strenge deadlines. “Ik werk het beste onder druk” is nooit waar: waarschijnlijk werk je slordiger en lever je werk af dat ondermaats is vergeleken bij wat je echt kunt. Zonde! Mensen die dit gedrag hebben aangeleerd noemen we “ontspannen soggers”.

De derde oorzaak is de angst om een beslissing te nemen. Als je voor een bepaald onderwerp voor je presentatie kiest, of als je een opdracht inlevert, is het meteen zo definitief: je kunt dan niet meer terug. Je kunt eeuwig blijven twijfelen aan je eigen beslissingen: was het niet beter geweest als je toch een andere opdracht had gekozen? Als je dit bekend in de oren klinkt ben je een “twijfel-sogger”.

De vierde oorzaak is het idee dat er niet genoeg van je wordt verwacht. Als je voor je gevoel samenwerkt met een groep mensen van wie je niks kunt leren aan een opdracht die saai voor je is omdat je al weet wat er gaat gebeuren, dan heb je de neiging om te denken: is dit alles? Hoe kan ik het interessanter maken? Waarom zijn de mensen om me heen zo weinig ambitieus? Deze mensen noemen we de “Groucho Marx-soggers”, naar de beroemde komiek die geen lid wilde worden van een club die zulke lage standaarden heeft dat ze hemzelf als lid zouden accepteren.

Interessant is dat iedereen wel eens iets uitstelt vanwege bovenstaande vier redenen, maar dat we meestal een dominant type hebben als het op de studie aankomt. De eerste stap naar de oplossing van efficiënt studeren is bepalen wat jouw houding is ten opzichte van je studie. Sommige mensen hebben meerdere houdingen: ze vinden bijvoorbeeld een opdracht voor statistiek zo moeilijk dat ze die niet inleveren (gespannen sogger), maar ze stellen een andere opdracht uit omdat ze denken ermee weg te kunnen komen (ontspannen sogger). Denk er dus goed over na.

Wil je weten welk type sogger jij bent? Doe dan nu onze SOG-test. Je krijgt dan direct do’s en don’ts voor jouw type uitstelgedrag.


Stop met uitstellen. Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier.

Vijftien tips voor goed presenteren

Veel studenten gaan een klein beetje dood als ze horen dat ze moeten presenteren voor hun werkgroep. Dat is volstrekt normaal: iedereen die er nog weinig mee heeft geoefend, vindt spreken in het openbaar heel eng. Je moet namelijk live, terwijl er twee dozijn ogen naar je kijken, een verhaal vertellen zonder te gaan stamelen of grote fouten te maken. Gelukkig is presenteren te leren!

Studiemeester en sociaal psychologe Selina heeft vijftien tips geschreven over presenteren. Zij is zelf (met vallen en opstaan) erg goed geworden in presenteren en ze deelt nu haar geheimen.

1. Vertrouw op een goede afloop
Een goede presentatie valt of staat met het geloof in jezelf en je boodschap. Als je zelf niet in je verhaal gelooft, hoe ga je er dan voor zorgen dat je publiek het wel doet? Heb je hier moeite mee, vraag dan een goede medestudent, vriend of collega naar jouw sterke punten. Schrijf deze op een post-it en plak die op je spiegel. Herhaal voor jezelf zeker twee keer per dag deze goede punten terwijl je jezelf in de spiegel aankijkt.

2. De spanning mag niet winnen
Het is niet erg om een beetje gespannen te zijn voor een presentatie. De spanning moet echter niet zo groot worden dat je dichtklapt en je vertrouwen op een goede afloop verliest. Het ervaren van een beetje spanning houdt je scherp, maar je moet er natuurlijk niet aan onderdoor gaan. Houd in gedachten: iedereen vindt spreken in het openbaar eng! Als je merkt dat je moeite hebt om te ontspannen, ga dan op zoek naar goede ontspanningsoefeningen of ga bijvoorbeeld eens naar yoga.

3. Neem de tijd voor voorbereiding
Begin op tijd. Dan kun je in alle rust de presentatie één of meer keren oefenen. Ook heb je dan de tijd om ergens langer over na te denken als je twijfelt, of om leuke voorbeelden, filmpjes of plaatjes te zoeken om er je presentatie mee te pimpen en om proefkonijnen te zoeken om je presentatie op te oefenen.

4. Werk op normale tijden en ontspan regelmatig
Het heeft geen zin om om 12 uur ’s nachts je presentatie voor te bereiden of om tien uur achter elkaar te blokken. Het is belangrijk om ontspannen de presentatie voor te bereiden en tijdens je presentatie ontspannen over te komen. Bereid je presentatie voor tijdens de dag, zodat je je ’s avonds kunt ontspannen. Kun je de avond voor je presentatie niet slapen? Lees dan onze slaaptips.

5. Bedenk waarom je iets presenteert / zorg voor een pakkende inleiding
Zorg voor een duidelijke inleiding op de presentatie. Maak duidelijk waarom jouw presentatie zo interessant is en wat het belang is van deze presentatie. Je geeft het publiek dan een reden om te blijven luisteren.

6. Koppel je kennis
Zorg ervoor dat je presentatie een logische volgorde heeft, maak duidelijk waar je naar toewerkt en speel in op de voorkennis van het publiek. (“Wat stellen jullie je voor bij x?”, of: “Hoe zouden jullie dit plaatje interpreteren?”) Hierdoor koppel je de kennis die jij wilt overdragen op het juiste niveau aan het publiek. Dit maakt het voor jouw publiek gemakkelijker de informatie op te nemen en weer terug te halen.

7. Wees enthousiast
Zorg ervoor dat je in de presentatie enthousiast overkomt. Je moet soms in een presentatie een saaie theorie behandelen. Het kan dan veel schelen als je dit enthousiast doet en veel voorbeelden geeft om de theorie te verduidelijken in plaats van dat je een aantal sheets met definities voorleest. Bedenk je ook dat je niet het publiek wilt laten zien hoe goed jíj het begrijpt, maar dat je ervoor moet zorgen dat zíj de stof begrijpen. Blijf dus je publiek op enthousiaste wijze betrekken bij de stof.

8. Face your fears
De mensen die het meest bereiken, zijn de mensen die altijd proberen hun obstakels te overwinnen. Presenteren is heel spannend, en het is helemaal niet erg als je daar zenuwachtig over bent. Maar probeer er ook steeds beter in te worden! Probeer te bedenken waar in een presentatie jouw obstakel ligt en hoe je dit obstakel kunt wegnemen. (Bijvoorbeeld: “Ik heb een accent.”) Door dit vooraf te doen krijg je inzicht in hetgeen jij moeilijk vindt en heb je vervolgens vaak al een idee hoe je dit op kunt lossen. Ook kom je er dan vaak achter dat het obstakel helemaal geen obstakel hoeft te zijn. (Het accent is onderdeel van jou en mensen kunnen je prima volgen.)

9. Zorg voor verschillende werkvormen
Het is bij een presentatie belangrijk om het publiek op verschillende manieren te prikkelen. Hierbij kun je denken aan het toevoegen van een filmpje, maar ook aan het stellen van de juiste open vragen aan het publiek. Het uitdelen van een simpele opdracht kan de stof verduidelijken en interessanter maken.

10. Vind een natuurlijke houding die het voor jou fijn maakt om te presenteren
Zorg tijdens de presentatie voor een stabiele en rustige houding. Voor jezelf kan het soms fijn zijn om heen en weer te lopen. Maar dit kan op het publiek onzeker overkomen, en doordat je constant beweegt ben je minder goed te verstaan. Oefen thuis met verschillende houdingen. Zachte sprekers kunnen beter staan, omdat je stem dan verder draagt. Stram staan met een trillend papiertje in de hand is ook niet best: als je erg zenuwachtig bent, is het beter om te zitten.

11. Haal adem
Zorg ervoor dat je tijdens je presentatie rustig adem blijft halen en geconcentreerd blijft. Probeer je niet te laten afleiden door een publiek dat rare dingen doet. Dat het publiek soms rare dingen doet, heeft namelijk niet altijd wat met jou te maken. Oefen met rustig in- en uitademen tijdens het spreken.

12. Bekijk de zaal en de omstandigheden van tevoren
Niks is zo erg als een powerpointpresentatie te moeten aanhoren zonder slides (“Mijn usb opent niet op dit systeem”), of houten armbanden te horen kletteren op de lessenaar (“Niet aan gedacht”), of iemand die zijn presentatie zittend wilde doen, heel ongemakkelijk op een wiebelend krukje te zien zitten. Een generale repetitie op locatie is meestal de moeite waard!

13. Wees nonchalant, maar niet onvoorbereid
De beste sprekers komen over alsof ze de speech uit de mouw schudden zonder na te denken. Dat wil niet zeggen dat ze hun presentatie niet urenlang hebben voorbereid: vaak kennen ze hem zo goed dat ze heel ontspannen hun verhaal kunnen vertellen zonder constant op hun papier te hoeven kijken. Als jij je presentatie zo goed oefent dat je ook kunt praten zonder te hoeven voorlezen, kom je het meest natuurlijk en zelfverzekerd over.

14. Langzaam aan!
Praat langzamer dan je normaal zou doen. Laat stiltes vallen als je van het ene onderwerp naar het andere onderwerp overgaat. Oefen dit!

15. Doe een voorbeeld na
Kies een mooie spreker uit en luister naar hoe deze spreekt: tempo, intonatie, enzovoorts. Mijn studenten noemden de volgende voorbeelden:

Engelse sprekers: Carl Sagan (van Pale Blue Dot); David Attenborough (BBC-natuurprogramma’s) en Gore Vidal (Amerikaanse schrijver).

Nederlandse sprekers: Jan Marijnissen (politicus); Frits Bolkestein (politicus) en Frits van Oostrom (wetenschapper).


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek. Dat kan op een van onze locaties, telefonisch of online. We helpen je graag verder!

Meld je aan

Tips voor verschillende typen soggers

Niemand stelt het eten van een lekker toetje of het chatten met een leuke medestudent uit. Het lijkt logisch: leuke dingen stel je niet uit. Toch is het handig om eens stil te staan bij de taken die je wel gemakkelijk doet en de taken die je lastig vindt om op te pakken, vol te houden en af te ronden.

Gespannen soggers moeten uitkijken voor klussen die ze niet goed kunnen overzien. Ben je een gespannen sogger? Zorg er dan voor dat je altijd weet wat er van je verwacht wordt. Vergelijk je werk met dat van medestudenten: dan zie je dat het allemaal wel meevalt. Zorg ervoor dat je iemand hebt die je steunt en er voor je is. Ga mensen uit de weg die hard tegen je zijn over je studie of je proberen te motiveren met straf. Straf jezelf niet, maar beloon. Hak een complexe taak op in stukjes. En vooral: durf hulp te vragen!

Ontspannen soggers stellen taken uit die ze saai vinden of niet nuttig. Zulke taken kun je het beste meteen doen: als je al begint met uitstellen krijg je het zeker niet af. Daarnaast hebben ontspannen soggers vaak aangeleerd dat uitstelgedrag toch tot een prima resultaat leidde. Elke toekomstige taak die daarop lijkt zal dus hetzelfde effect hebben: ook die zal worden uitgesteld tot het laatste moment. Zorg ervoor dat je die cyclus doorbreekt! Daarnaast hebben ontspannen soggers baat bij strenge docenten en grondig toezicht. Kies mensen om je heen die je smoesjes niet pikken.

Twijfel-soggers hebben moeite met vaag omschreven taken met een open einde. Zorg er dus voor dat je gelijk beslissingen neemt, liefst met je docent erbij: waarover ga je een opdracht maken, welk boek ga je samenvatten? Leg deze beslissingen meteen vast en hou je daaraan. Daarnaast kun je het beste tegen iemand met wie je goed kunt discussiëren zeggen dat je er last van hebt. Zodra je twijfelt spreek je die persoon aan. Deze laat je dan met argumenten zien dat je oorspronkelijke idee niet zo gek is. En bedenk je dat de impact van zulke keuzes maar beperkt is. Op de lange termijn maakt het echt niet uit of je nu opdracht A of opdracht B maakt. Zolang je maar kiest!

Groucho Marx-soggers – genoemd naar de komiek die geen lid wilde zijn van een club die zulke lage standaarden heeft dat ze hemzelf als lid zouden accepteren – zitten waarschijnlijk op een verkeerd niveau. Zij kunnen het beste verdieping aanbrengen in hun studie door bijvoorbeeld vrijwillig extra opdrachten te maken, naar een bepaald gemiddelde te streven om toegelaten te kunnen worden tot een zwaardere studie of iets concreets te doen met de geleerde stof, zoals een blog beheren. Ben je een Groucho Marx-sogger? Zorg dan dat je iemand om je heen hebt die je af en toe extra stimuleert door je aan het denken te zetten.

Stop met uitstellen!

Studieontwijkend gedrag is nergens voor nodig. Sterker nog, het berokkent jou en iedereen om je heen erg veel schade. Ga dus bij jezelf te rade wat de oorzaak is van je gedrag en bestrijdt deze met gepaste maatregelen. Accepteer je eigen smoezen, angsten en twijfels niet. Je bent ooit begonnen aan die studie omdat je er iets van wilde maken. Gooi dat niet weg!


Stop met uitstellen. Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier.

10 voorwaarden om lekker te studeren

Veel studenten nemen zich regelmatig voor om thuis écht te gaan studeren. Ondanks dit goede voornemen lukt het ze vaak niet om een begin te maken, of als ze al beginnen haken ze snel af. Veel studenten geven aan dat ze als ze zijn begonnen met studeren vaak stoppen als ze “even” pauze nemen. Hoe zorg je nu dat je gaat studeren als je het je hebt voorgenomen? En hoe zorg je dat je ook echt doorstudeert als je begonnen bent?

  1. Facebook.com, Nu.nl, Telegraaf.nl, Youtube: sluiten! (Hier zijn programma’s voor, zoals Cold Turkey of SelfControl.)
  2. Telefoon: uit!
  3. Zorg voor voldoende daglicht, zeker in de donkere maanden – dat hebben je hersenen nodig!
  4. Zorg voor een eigen plekje om te studeren – het liefst een plek zonder afleiding
  5. Breek iedere taak op in kleine porties. Vind je dit lastig? Schrijf dan eens op wat je ieder halfuur hebt af gekregen
  6. Probeer je in te leven in wat je docent van je verwacht – wat zou jij verwachten als je hem was?
  7. Leg een leeg vel papier naast je werkblad. Schrijf alle losse dingetjes die in je opkomen daarop en hou je aan je planning
  8. Zoek andere mensen op – medestudenten die ook aan de slag zijn met het leren van tentamens of het maken van opdrachten
  9. Begin gelijk als je een opdracht krijgt
  10. Is je niet precies duidelijk wat er van je verwacht wordt? Zoek dat dan eerst uit vóórdat je begint!

Met de juiste aanpak verspil je minder tijd en energie. Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier.

Studeren met ADD of ADHD

Ja, we weten het, mensen met ADD of ADHD hebben een haat-liefdeverhouding met structuur: Ze zouden het liefst helemaal geen structuur hebben, en hebben er vaak een vreselijke hekel aan om te plannen. Maar ervaring heeft geleerd dat in de juiste omstandigheden zo’n structuur goed aan te houden is, en je ook echt effectiever laat werken. Misschien lukt het thuis niet, of zonder stok achter de deur, maar dat wil niet zeggen dat je het niet kunt!

Over het algemeen werken de volgende tips goed voor studenten met ADD of ADHD:

Blijf niet thuis zitten als je moet studeren

Het klinkt heel flauw, maar door jezelf weg te halen uit je “eigen” omgeving, met alle afleiding die daarbij hoort, creëer je een werkklimaat. En dat is erg belangrijk. Zie studeren dan ook als naar je werk gaan, daar kun je namelijk ook niet van alles tussendoor gaan doen.

Zorg voor een vast ritme

Door op vaste tijden naar bed te gaan en op te staan, zorg je dat je voldoende slaap krijgt op een nacht. (Dit lijkt heel vanzelfsprekend, maar voor mensen met ADD of ADHD is dit vaak nog best lastig!) Je bent dan beter uitgerust en hebt een vast ritme, waardoor je minder snel geneigd bent om je nog een keer om te draaien als je eigenlijk moet gaan studeren.

Plan superconcreet, en reflecteer hierop

Plan per uur in wat je gaat doen. Houd hierbij ook het SMART-principe in je hoofd: een doel moet Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden zijn. Hierdoor krijg je niet alleen een beter beeld van hoe snel je werkt, waardoor je planningen steeds realistischer zullen worden, maar raak je ook minder snel je tijdsbesef kwijt. Daarbij houd je als je je planning hebt afgemaakt ook tijd over om leuke dingen te doen, zonder je schuldig te hoeven voelen.

Onderscheid hoofd- en bijzaken

Zeker als je grote hoeveelheden moet leren, is het soms lastig om hoofd- en bijzaken te onderscheiden. Maar er zijn manieren om te kunnen zien wat wel of niet belangrijk is. Let bij het lezen op kopjes, schuin- of vetgedrukte woorden, kaders, tabellen, grafieken, lijstjes, opsommingen, etc. Voorbeelden zijn leuk, maar niet de hoofdzaak. Waar zijn ze een voorbeeld van? Hierdoor kun je vrij snel de grote lijnen van een hoofdstuk doorwerken zonder alles regel voor regel te hoeven lezen.

Studeer samen met anderen

Zorg dat je met andere mensen afspreekt zodat je een stok achter de deur hebt. Het is heel makkelijk om je ’s ochtends nog even om te draaien als er niemand op je wacht. En door samen met de stof bezig te zijn, motiveer je elkaar en kun je elkaar lastige dingen uitleggen.

Neem op gezette tijden pauze

Het is beter om 3x 20 minuten te studeren dan in één keer een uur. Zet desnoods een wekker en zorg dat je ook DIRECT stopt als die gaat. En DIRECT begint als hij weer gaat na je pauze. No excuses! Je zult verbaasd zijn hoe veel je kunt doen in die korte blokjes.

Beloon jezelf

Als je een goede dag gehad hebt, zorg dat je daarna iets leuks doet.

Straf jezelf niet

Streng zijn voor jezelf kan goed zijn, maar té streng zijn zorgt er juist voor dat je in een negatieve spiraal terecht komt. Wees dus lief voor jezelf! Soms heb je een slechte dag, accepteer dit. Leer ervan en zorg dat de volgende dag beter is. Of laat het gewoon een slechte dag zijn, die hebben we allemaal wel eens.

Gebruik die hyperfocus!

Ondanks dat ADD en ADHD geassocieerd worden met een gebrek aan concentratie, kan het juist ook zorgen voor een hele sterke concentratie op één onderwerp. Dit wordt ook wel hyperfocus genoemd. Als iemand met AD(H)D iets interessant vindt, gaat het concentreren vanzelf makkelijker. Zorg dus dat je je studie zo kiest en inricht dat je de dingen doet die je écht leuk vindt. Vaak kun je dan nog veel harder werken dan de gemiddelde student, juist door die hyperfocus.

Wees niet bang om hulp te vragen

Vragen stellen is nooit stom, en je hebt alleen jezelf ermee als je vast zit en er niets aan doet. Jij bent verantwoordelijk voor je eigen succes, en als je dit kunt bereiken door extra hulp te vragen, prima. Dit getuigt van zelfkennis, niet van zwakte!

En boven alles: Ken jezelf!

Jij weet het beste wat wel (en vooral ook, wat niet) voor je werkt. Maak hier dus ook goed gebruik van. Ga eens na wanneer je wel of niet goed werkt. Ook al studeer je ’s nachts beter dan overdag, dan is dat blijkbaar hoe het voor jou werkt.

Kun je er alsnog de vinger niet op leggen waarom het niet lukt om lekker te studeren? Wij weten als geen ander dat er vaak een enorm gat zit tussen “best wel weten hoe het zou moeten”, en het daadwerkelijk zo doen. Dit is waarom we studenten de mogelijkheid bieden om hier op locatie, onder begeleiding te komen studeren. We helpen je bij het maken en bijhouden van een planning, en bekijken hoe jij het prettigst kunt studeren.

Studiemeesters helpt studenten zoals jij vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek in Amsterdam, Eindhoven, Leiden of Rotterdam. Je bent van harte welkom.

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek

Stop met uitstellen, voorkom studieontwijkend gedrag!

Ooit kwam Marieke, studente kunstmatige intelligentie, zuchtend en steunend mijn spreekkamer binnen. “Ik heb ernstige sog,” zei ze, alsof ze leed aan een ernstige ziekte. “Gisteren heb ik weer de hele dag mijn tijd verdaan met grappige foto’s van katten en filmpjes van vallende mensen.”

Marieke was duidelijk ongelukkig met haar uitstelgedrag. Ze was zelfs zo ongelukkig dat ze dacht dat ze een zware aandoening had die haar dwong om naar YouTube en blogs te surfen.

Gelukkig voor Marieke is studieontwijkend gedrag geen ziekte – althans, geen chronische. Ze was binnen twee maanden dankzij een intensieve training weer prima op weg en ze is inmiddels afgestudeerd. Ze had eerder moeten ingrijpen, vindt ze nu: het had haar minstens een jaar stress en uitloop gescheeld.

Ongeveer tachtig procent van de Nederlandse studenten geeft toe weleens studieontwijkend gedrag te vertonen. Waarom ontwijken studenten massaal hun studietaken? En: valt daar iets aan te doen, zoals in het voorbeeld van Marieke?

Soggen

Studieontwijkend gedrag (sog) is een term die zo ingeburgerd is geraakt dat je mensen vaak de afkorting ervan hoort gebruiken als werkwoord. Van de zomer heb ik het nog gezien: in het park nam een meisje dat al een uur zuchtend tekeningetjes zat te maken op haar studieboek haar telefoon op met: “Hai. Alles goed? Ik zit te soggen.” Maar niet alleen in het park wordt ‘gesogd’. Loop bijvoorbeeld eens door een drukke bibliotheek: je ziet Facebook op alle laptops, je hoort alle smartphones constant trillen door Ping- en WhatsApp-berichten.

Eigenlijk is het vreemd gedrag. Iemand gaat naar de bibliotheek om aan de slag te gaan, neemt zich ook voor om de hele dag hard te werken, maar doet uiteindelijk heel weinig. Hoe kan dat?

Uitstelgedrag

Studieontwijkend gedrag is volgens psychologen onderdeel van een groter probleem: uitstelgedrag. Je neemt je voor om iets te doen, maar in plaats daarvan doe je iets anders, terwijl je wel met je hoofd bij je oorspronkelijke klus zit. Echt ontspannen ben je dus niet, maar je krijgt ook niks voor elkaar. Ook werkende mensen hebben er last van: de belastingpapieren worden niet op tijd ingeleverd, werknemers staan te kletsen in de koffiehoek, het strijkgoed blijft liggen en de dakgoot wordt maar niet ontstopt.

De plaats van de uitgestelde taken wordt vaak ingenomen door andere kortdurende werkzaamheden die een bepaalde kortetermijnbehoefte bevredigen. Een kort level van een spel uitspelen, bijvoorbeeld, bevredigt je behoefte aan afleiding en aan snel succes. E-mail en Facebook checken bevredigt je behoefte aan een snelle afleiding van sociale aard. Stofzuigen bevredigt je behoefte aan controle over je leefomgeving.

Uitstelgedrag is niet aangeboren. Het komt vaker voor in welvarende landen, waar de schade van uitstelgedrag vaak financieel te compenseren is. Wat meer studieschuld, een overstromende regenpijp, een boete door een te late aangifte: eigen schuld, dikke bult; spreek wat spaargeld aan en het negatieve effect is opgelost. Daarentegen zal een inwoner van een arm land die zijn gezin moet voeden met de oogst van zijn land het zaaien natuurlijk niet uitstellen. Zo verklaren psychologen althans dat het verschijnsel een typisch probleem is van welvarende landen.

Uitstelgedrag is schadelijk

Desondanks is uitstelgedrag, en dus ook studieontwijkend gedrag, wel heel schadelijk. Ten eerste wordt er simpelweg minder werk verzet door uitstellende werknemers, raken daken lek door verstopte dakgoten en worden er boetes uitgeschreven voor mensen die te laat zijn met hun belastingaangifte. Een econoom durft desgevraagd geen nauwkeurige schatting te geven van de financiële schade die door uitstelgedrag wordt veroorzaakt, maar hij vermoedt dat het totaalbedrag gemakkelijk in de miljarden loopt – en dat voor Nederland alleen.

Dan is er natuurlijk nog andere schade. Onderzoek toonde aan dat uitstellende studenten ongezonder zijn dan niet-uitstellende studenten: ze slapen slechter, eten minder gezond en hebben een slechtere band met hun ouders, waarschijnlijk omdat ze vaker liegen over hun slechte prestaties. Uitstellers hebben vaak ook minder zelfvertrouwen. Daarnaast halen ze veel lagere cijfers en doen ze minder vaak een vervolgopleiding. Bovendien stoppen uitstellers vaak voortijdig met hun studie. Genoeg redenen om er iets aan te doen!


Stop met uitstellen. Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier.

Tentamen goed leren? Bereid je voor met de DART-methode

Heb jij studietips nodig om je tentamens goed voor te bereiden? Wil je weten hoe je moet leren om je tentamen te halen? De succesformule voor het halen van tentamens bestaat uit het creëren van een duidelijk overzicht van de leerstof. De DART-methode leert je hoe je uit grote hoeveelheden informatie de hoofdlijnen kunt halen. Hieronder volgt een uitleg.

Tip 1. Deel de tentamenstof op voor je begint met leren

Om het overzicht te bewaren, is het handig om je te verplaatsen in je docent en je te bedenken waarom hij het vak op deze manier heeft ingedeeld. Hoe is de cursus opgebouwd? Waarom wil de docent dat deze informatie juist in deze week gelezen moet worden? Wat verwacht de docent dat je gaat leren van dit vak? Bedenk dat een docent zijn uiterste best doet om een zo goed mogelijk vak in elkaar te zetten, maar dat dit niet betekent dat alles 100% logisch is.

Kunnen & Snappen
Wanneer je duidelijk voor ogen hebt wat het vak behelst, kun je de inhoud gaan indelen in wat je moet kunnen en wat je moet snappen.

Kunnen
Onder kunnen vallen de praktische vaardigheden. Denk aan:
– de statistiek
– het kunnen werken met software als SPSS, STATA of GIS
– het vertalen van stukken
– het uitwerken van managementmodellen

Een handige manier om de stof goed te kunnen onthouden is door ‘flashcards’ te gebruiken. Flashcards zijn kleine kartonnen kaartjes met lijntjes om op te schrijven. Schrijf op de voorkant een vraag (zoals ‘in welk jaar…’ of ‘wie bedacht…’ of ‘geef de definitie van…’) en schrijf op de achterkant het antwoord. Je kunt vervolgens op twee manieren oefenen: ofwel door zelf de vraag hardop te beantwoorden, ofwel door eerst het antwoord te lezen en dan te bedenken welke vraag erbij hoort. Wanneer je de vragen en antwoorden net zo goed kent als de ingrediënten van je favoriete cocktail, kun je aan vrienden en/of familie vragen je te overhoren. Doe dit, want overhoren helpt!

Snappen
Onder snappen rekenen we alles wat de docent verwacht dat je weet. Voor open essay-vragen op het tentamen is het snappen van de stof essentieel. Een goede manier om de stof te snappen is kritisch lezen. Voor een boek geldt dan dat je allereerst de inhoudsopgave kritisch bekijkt. Wat is de structuur van het boek en waarom is het zo opgebouwd? Tijdens het lezen kun je een Word-document of aantekeningenschrift gebruiken waarin je de kernelementen vastlegt, zoals speciale woorden, formules, regels, jaartallen, definities of belangrijke namen. Deze kun je dan voor je tentamen in je hoofd ‘stampen’. Bij artikelen vind je de structuur van het stuk vaak in de abstract of samenvatting. Kernpunten zijn vaak: Wat zijn de uitkomsten van de studie, welke theorie wordt er gebruikt, en hoe is er onderzoek gedaan? Ook is het belangrijk om te kijken naar het jaartal waarin het boek of artikel is gepubliceerd, want dit zegt vaak iets over de invalshoek van de schrijvers. Met name bij oudere studies kunnen de ideeën inmiddels achterhaald zijn.

Tip 2. Agenda’s mogen niet ontbreken bij goede tentamenvoorbereiding

Het belang van een planning wordt gemakkelijk onderschat. Een planning verbetert de concentratie en voorkomt dat je ‘verzuipt’ in een grote hoeveelheid stof. Het loont dus om tijd te steken in het maken van een werkschema. Heb je het gevoel dat je die niet kunt maken omdat je niet weet hoeveel tijd iets kost? Realiseer je dan dat een planning altijd gebaseerd is op een schatting, dat je je planning sowieso elke week even bijwerkt, en dat je alleen beter kunt worden in plannen als je ermee oefent. Laat je niet afschrikken door het feit dat je het hele schema nog niet tot in detail kunt invullen. In tegenstelling tot wat studenten vaak denken is een planning niet in steen gebeiteld, maar flexibel en veranderbaar. De kunst is om je planning constant aan te passen en daarbij het einddoel goed voor ogen te houden. Sommige studenten geven de voorkeur aan een digitale planning (in Word, Excel of Google Calendar), anderen tekenen het uit op papier.

Een paar plan-tips:

  • Plan niet meer dan acht uur per dag in. Werk in blokken van één tot twee uur, en neem twee keer een kwartier pauze en één keer een uur. Download hier onze studiedagplanning.

  • Zoals boven besproken deel je de stof in. Zet deze in een document en noteer achter elk deel hoeveel uur je denkt eraan te gaan besteden, en vermenigvuldig deze uren met 1,3. Door je uren ruim in te plannen heb je ruimte voor speling en creëer je een rustiger manier van studeren.

  • Plan ook je sociale leven in. Naast je studie ben jijzelf ook belangrijk. Door voldoende tijd voor jezelf te reserveren blijf je fit en gemotiveerd.

  • Maak een week- en maandplanning en werk deze regelmatig bij.

Tip 3. Routine is onmisbaar bij het leren van tentamens

Wanneer je iets regelmatig doet, zoals meerdere uren achtereen studeren, ontstaat er een routine. Nieuwe taken die in eerste instantie veel tijd en energie kosten, zoals het opdelen van tentamenstof en het plannen, gaan steeds minder moeite kosten naarmate je het vaker doet. Mocht je het erg druk hebben met veel verschillende dingen, denk dan aan de drie R’en: Rust, Reinheid en Regelmaat. Even goed voor jezelf zorgen doet wonderen voor lichaam en geest. De drie R’en helpen je een routine te ontwikkelen en zodoende fijner en rustiger aan de slag te gaan.

Een paar tips om routine te kweken:

  • Zorg voor een goede omgeving om te studeren. Misschien vind je een rustig cafeetje om de hoek lekker om te werken, of juist een drukke samenkomst van interactie zoals de Universiteitsbibliotheek. Ook openbare bibliotheken zijn erg fijne plekken om te werken. Pas wel op dat je werkplek je niet te veel afleiding geeft; je bent er immers om zo veel mogelijk werk te verzetten! Wees dus eerlijk naar jezelf en stel jezelf de vraag ‘Op welke plek studeer ik het best?’ en niet ‘Waar kan ik het gezelligst kletsen?’.

  • Zorg voor regelmaat in je dag. Je kunt bijvoorbeeld een standaard-dagschema maken dat je indeelt in vier studieblokken en drie pauzes. Blijf er telkens naar streven je studiedagen op die manier in te delen.

  • Veel studenten vinden het prettig om samen te studeren. Als je dit prettig vindt, maak dan afspraken met medestudenten om samen ergens te gaan studeren. Aarzel niet om studiegenoten hiervoor uit te nodigen.

Tip 4. Toets jezelf ter voobereiding van het Tentamen

Tijdens de laatste dagen voor het tentamen gaat waarschijnlijk al je aandacht naar het oefenen van de stof. Je kunt jezelf (hardop) toetsen met het gebruik van de flashcards, of in samenwerking met medestudenten elkaar overhoren. Door te praten en actief bezig te zijn met de stof komt de informatie in je langetermijngeheugen terecht. Eventueel kun je ook een aandachtsformulier maken, waarop je de probleempunten noteert die extra aandacht behoeven.

Tot slot nog enkele tips voor de laatste tentamenvoorbereidingen:

  • Probeer voordat je gaat beginnen oude tentamens te vinden die je inzicht geven in wat er uiteindelijk van je verwacht wordt.

  • De dag voor het tentamen stop je met leren. Je hebt de afgelopen weken hard geleerd en bent nu toe aan ontspanning, zodat je oplaadt voor het tentamen.

  • Laat je vlak voor het tentamen niet gek maken door studiegenoten. Het is niet nodig om nog over de stof te praten of te controleren of je alles wel weet. Dit levert vaak weinig op, maar kan je wel nerveus maken.

  • Neem water, noten en twee stuks fruit mee naar het tentamen. Je verbruikt erg veel energie tijdens een tentamen, zeker als het drie uur duurt. Drink niet te veel koffie, want dat kan je nerveus maken.

  • Vanwege de hoge concentratie tijdens het tentamen wil het nogal eens gebeuren dat je tijdsgevoel je in de steek laat, zodat je vijf minuten voor het einde ineens ontdekt dat er te weinig tijd over is voor het beantwoorden van de laatste vragen. Probeer daarom in het begin een goed overzicht te krijgen van de beschikbare tijd per vraag. Als je vastloopt bij een vraag, blijf dan niet te lang hangen en ga verder naar de volgende. Maar vergeet niet de overgeslagen vragen later alsnog in te vullen!


Met de juiste aanpak presteer je veel beter op tentamens. Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek in Amsterdam, Eindhoven, Leiden of Rotterdam. Je bent van harte welkom.

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek

Hoe schrijf je een psychologie-paper? Het zandlopermodel

Als je een literatuuronderzoek moet uitvoeren voor een vak dat gaat over het gedrag van mensen (ook vaak bijvoorbeeld sociologie, criminologie, onderwijskunde, etc.) en hierover een paper moet schrijven, is het soms lastig te weten waar je moet beginnen. Maar als je de opbouw van een paper eenmaal onder de knie hebt, zul je zien dat een paper schrijven helemaal niet zo lastig is! Houd in je hoofd dat het paper een zandloperstructuur heeft! Je begint breed in je inleiding (aanleiding, relevantie), gaat dan steeds smaller (werk toe naar je onderzoeksvraag en het beantwoorden hiervan), en eindigt weer breed (conclusie, implicaties). In je conclusie vermeld je geen nieuwe informatie meer! Hieronder staat een boomstructuur die je kunt aanhouden bij het schrijven van een paper waarin je literatuuronderzoek beschrijft:

Inleiding

  • Achterliggende gedachte bij het artikel, aanleiding voor het onderzoek
  • Korte uitleg van de theorie, en verklaring van begrippen
  • Eerder onderzoek bespreken en relevantie van jouw onderzoek aangeven
  • Vraagstelling met hoofd- en deelvragen
  • Korte uitleg hoe het paper is opgebouwd

Deelthema(‘s)

  • Inleidende zin: wat ga je bespreken, en waarom?
  • Bespreking van de artikelen die bij dit deelthema horen. Hierbij beschrijf je kort per artikel:
    • Vraag
    • Proefpersonen
    • Wat gedaan/gemeten
    • Resultaten
    • Conclusie/kritiek
    • Geef ook tussen de artikelen aan hoe ze overeenkomen of elkaar juist tegenspreken. Op die manier bereid je vast de subconclusie voor, en maak je mooie bruggetjes tussen de verschillende alinea’s.
  • Na het beschrijven van de artikelen kom je tot een subconclusie
  • Daarna maak je een verbinding naar het volgende deelthema.

Conclusie

  • Antwoord op vraagstelling
  • Korte weergave van de subconclusies ter ondersteuning
  • Discussie-/kritiekpunten (hoe kun je het antwoord op je vraag verklaren?)
  • Suggesties voor vervolgonderzoek
  • Afsluitende zin (dit is een brede zin: je grijpt hier weer terug naar de relevantie van jouw onderzoek en koppelt het weer terug naar het probleemgebied en de praktijk)

Vlot en doelgericht schrijven kun je leren. Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier.