Wat is ‘voorwoord’ in het Engels? Hoe schrijf je een Engels voorwoord?

Wat is voorwoord in het Engels?

In het Engels zijn er twee verschillende woorden voor ‘voorwoord’. Deze twee woorden verschillen enigszins van betekenis. Het eerste Engelse woord voor ‘voorwoord’ is preface. Het is een woord vooraf, geschreven door de auteur van bijvoorbeeld een verslag, rapport of scriptie. Het tweede Engelse woord voor ‘voorwoord’ is foreword. Foreword betekent net iets anders dan preface. Met foreword wordt bedoeld: een woord vooraf dat geschreven is door iemand anders dan de auteur.

Wat moet er in een Engels voorwoord staan?

In een Engels voorwoord staat hetzelfde als in een Nederlands voorwoord. Verwar het voorwoord niet met de inleiding. De inleiding is vaak het eerste hoofdstuk van een scriptie, terwijl het voorwoord wordt gebruikt om een persoonlijk woord vooraf te schrijven. ‘Persoonlijk’ houdt in dat je kunt vertellen over jouw ervaring met je afstudeerproces. Ook bedank je de mensen die je geholpen hebben tijdens je afstuderen, onder wie je docenten. Bedank ze voor hun begeleiding en hun feedback in dit leerproces. Sluit af met je voor- en achternaam en vermeld de plaatsnaam en de datum van schrijven.


Bijna klaar met je scriptie? Lees ook deze blogpost om te checken of je scriptiedocument compleet is.

Heb je vragen over je voorwoord of over andere onderdelen van je scriptie? Maak dan een afspraak met een van onze scriptiebegeleiders. Zij kunnen je alles uitleggen wat je moet weten om een goede scriptie te schrijven. Meld je aan of lees hier meer over onze scriptiebegeleiding.

Meld je aan voor een kennismaking

Wat is het verschil tussen het voorwoord en de inleiding?

Wat is het verschil tussen het voorwoord en de inleiding? Deze vraag is eenvoudig te beantwoorden: Terwijl de inleiding echt het eerste hoofdstuk van je scriptie is, wordt het voorwoord gebruikt om een persoonlijk woord vooraf te schrijven. De verschillen tussen voorwoord en inleiding worden hieronder op een rij gezet.

1. Plek in je scriptie

  • Het voorwoord van een scriptie komt na de samenvatting, maar vóór de inhoudsopgave.
  • De inleiding is het eerste hoofdstuk van je scriptie en komt meteen na de inhoudsopgave.

2. Lengte

  • Het voorwoord is kort. Het is vaak drie tot vier, maximaal vijf alinea’s lang. Het voorwoord past dus makkelijk op één pagina.
  • De inleiding is een compleet hoofdstuk en bestaat uit meerdere pagina’s. De lengte van de inleiding is afhankelijk van het maximale aantal pagina’s van je scriptie en van de complexiteit van je onderwerp.

3. Functie

  • Door middel van het voorwoord voeg je een kort persoonlijk commentaar toe aan je scriptie. Het voorwoord schrijf je vaak vlak voor je scriptie-deadline.
  • De inleiding schrijven studenten nadat ze hebben bedacht wat het probleem van de opdrachtgever eigenlijk is en wat voor onderzoek daarbij hoort. In dit hoofdstuk omschrijf je de probleemanalyse die je als scriptiestudent doorloopt om tot (deel)vragen te komen. Een probleemanalyse houdt in dat jij als onderzoeker nagaat wat het probleem precies is (=probleemstelling formuleren) en wat er onderzocht moet worden voordat een goede oplossing (aanbeveling) kan worden opgesteld.

4. Inhoud

  • In het voorwoord vertel je over je persoonlijke ervaring met het afstudeerproces. Je vertelt waar je scriptie over gaat en voor welke opleiding je de scriptie schrijft; je schrijft iets over je achtergrond en de aanleiding voor het onderwerp; je bedankt mensen die je geholpen hebben en je sluit af met je voor- en achternaam plus de plaats en datum van schrijven.
  • De inhoud van de inleiding verschilt per opleiding. Veelvoorkomende kopjes in dit hoofdstuk zijn: ‘Opdrachtgever’, ‘Aanleiding’, ‘Doelstelling’, ‘Hoofd- en deelvragen’, ‘Relevantie’, ‘Afbakening’ en ‘Leeswijzer’.

Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek in Amsterdam, Eindhoven, Leiden of Rotterdam. Je bent van harte welkom.

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek

Voorwoord schrijven voor een scriptie? Bekijk deze voorbeeldopzet

Ben je toe aan het schrijven van je voorwoord? Dan feliciteren we je eerst even met het feit dat je je scriptie (bijna) af hebt en dat je op het punt staat hem in te leveren. Goed gedaan! In deze blogpost vertellen we je alles wat je moet weten om een voorwoord te schrijven, zodat je je scriptie mooi kunt afronden. Succes met de laatste loodjes!

Wat is een voorwoord?

Het voorwoord is de eerste tekst van een rapport, verslag of scriptie. Het is een stukje tekst dat voorafgaat aan je scriptie. Het is dus letterlijk een woord vooraf. Met andere woorden, voordat je scriptie begint mag je even wat vertellen in een persoonlijke stijl. Let op: maak het niet té persoonlijk, houd het wel professioneel.

Wat staat er in een voorwoord?

Je voorwoord is een persoonlijk woord vooraf. ‘Persoonlijk’ houdt in dat je kunt vertellen over jouw ervaring met je scriptie. Je kunt bijvoorbeeld vertellen over het doel waarmee je ging studeren, over het plezier waarmee je aan je scriptie hebt gewerkt of wat je hebt geleerd van je scriptie. Meestal bestaat het voorwoord uit tenminste drie alinea’s.

Voorbeeld voorwoord

Bouw je voorwoord bijvoorbeeld door drie tot vier alinea’s te schrijven. In de eerste alinea omschrijf je het onderwerp van je scriptie en de opleiding waarvoor je deze scriptie schrijft. In de tweede alinea vertel je iets over je achtergrond (vooropleidingen, stages etc.) en hoe je tot dit onderwerp bent gekomen of waarom je dit onderwerp hebt gekozen. In de derde alinea vertel je iets over het verloop van jouw afstudeerproces. Wat vond jij leuk, bijzonder, interessant of leerzaam? Ten slotte bedank je in de vierde alinea mensen die je geholpen hebben.

Wie bedank je?

Bedank de mensen die je gesteund of geïnspireerd hebben. Je bedankt over het algemeen alleen mensen die echt geholpen hebben. Vergeet vooral je docenten niet: Bedank ze voor hun begeleiding en hun feedback in dit leerproces. Doe dit altijd – ook als je het niet altijd even gezellig vond!

Hoe sluit je af?

Wens de lezer veel leesplezier toe. Sluit af met je voor- en achternaam. Vermeld ook de plaatsnaam en de datum van schrijven.

Tip: wees positief

Als je minder enthousiast bent over het verloop van je scriptieproces, dan kun je hier best wat over zeggen, maar wees niet te negatief. Je voorwoord is immers het eerste wat de lezer leest, en je wilt niet per ongeluk je hele scriptie in een negatief daglicht zetten. Als je toch wat ‘uitdagingen’ wilt vermelden, probeer je dan genuanceerd, diplomatiek en een beetje positief uit te drukken. Wil je laten weten dat het voor jou niet altijd makkelijk was? Zeg er dan ook bij dat je er veel van geleerd hebt. Woorden die je liever vermijdt, zijn ‘helaas’, ‘mislukt’, ‘ik wilde eigenlijk’.


Ben je je scriptiedocument compleet aan het maken? Lees ook deze blogpost over alle onderdelen van een volledig scriptiedocument.


Zonder vertraging een goede scriptie schrijven? Dat kan! Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier.

Steekproefmethode: Steekproef nemen doe je zo

Moet je een steekproef nemen voor je scriptieonderzoek? Wil je weten welke steekproefmethode je daarvoor nodig hebt? De specialisten van Studiemeesters vertellen alles wat je moet weten om een goede steekproef te nemen. Eerst wordt uitgelegd wat selecte en aselecte steekproeven zijn. Daarna zetten we alle steekproefmethoden op een rij. Na het lezen van dit stuk besluit je welke steekproefmethode het beste past bij jouw onderzoek.

Wat is het verschil tussen aselecte en selecte steekproefmethoden?

Er zijn twee soorten steekproefmethoden: aselect en select. Bij de aselecte steekproefmethode geldt dat alle leden van de te onderzoeken populatie een even grote kans hebben om in de steekproef terecht te komen. Dat vereist dat alle leden van de populatie bekend en te bereiken zijn. Denk bijvoorbeeld aan klanten van een webshop of leden van een sportschool. Wanneer je een klantenbestand met alle e-mailadressen hebt, kun je een aselecte steekproefmethode gebruiken. Als daarentegen niet alle leden van de onderzoekspopulatie bekend en bereikbaar zijn, gebruik je selecte steekproefmethoden. Hierbij hebben niet alle leden van de populatie een even grote kans om in de steekproef te belanden; die kans is afhankelijk van de keuze van de onderzoeker. Denk bijvoorbeeld aan klanten van een supermarkt: je weet niet precies wie er allemaal komen en hebt geen lijst met namen. Je zult een selecte steekproefmethode moeten gebruiken.

Heb jij een aselecte steekproefmethode nodig? Lees dan welke aselecte steekproefmethoden er zijn en maak een keuze. Heb jij een selecte steekproefmethode nodig? Lees dan welke selecte steekproefmethoden er zijn en maak een keuze.

1. Aselecte steekproefmethoden

1.1 Gewone enkelvoudige aselecte steekproef
Bij een enkelvoudige aselecte steekproef heb je de beschikking over een bestand met alle personen uit de populatie (onderzoekseenheden). Met behulp van een formule of een online ‘sample size calculator’ bereken je de steekproefgrootte die je nodig hebt om je onderzoek voor 95% betrouwbaar te laten zijn. Vervolgens bedenk je een manier om het benodigde aantal mensen volledig willekeurig (at random) uit het bestand te selecteren, bijvoorbeeld door de lijst te nummeren en vervolgens met behulp van een ’random number generator’ 200 nummers te selecteren en de corresponderende personen uit het bestand uit te nodigen voor deelname aan het onderzoek (Baarda & De Goede, 2009; Van der Pligt & Blankers, 2013). Vaak worden respondenten uitgenodigd met behulp van een link naar een online vragenlijst in ThesisTools, SurveyMonkey of Qualtrics.

1.2 Systematische enkelvoudige aselecte steekproef
Bij deze methode voor het trekken van een steekproef zet je alle mensen uit de populatie op een rij in een bestand. Je deelt de populatiegrootte door de steekproefgrootte (N / n = k) en selecteert bijvoorbeeld elke ke persoon. Als de populatie 1000 mensen telt, en je wilt een steekproef van 100, dan selecteer je dus elke tiende persoon uit het bestand. Bij deze steekproefmethode is het van belang dat de volgorde waarin de mensen in de lijst staan, volstrekt willekeurig is. Je kunt dit idee van systematisch random selecteren ook op straat gebruiken: je spreekt dan bijvoorbeeld elke tiende passant aan (Baarda & De Goede, 2009; Van der Pligt & Blankers, 2013).

1.3 Gestratificeerde steekproef
Stratificatie zorgt voor een goed beeld van de verschillende groepen (deelpopulaties, oftewel strata) binnen je steekproef. Als je binnen je onderzoek verschillende groepen wilt vergelijken, wil je voorkomen dat de groepen heel ongelijk verdeeld zijn in je steekproef. Denk bijvoorbeeld aan een heel ongelijk aantal mannen en vrouwen in een onderzoek. Door een gestratificeerde steekproef te trekken, zorg je ervoor dat elke groep voldoende voorkomt in je steekproef. Stel dat een bepaalde ‘concept store’ in Amsterdam zowel dagjesmensen als buurtbewoners en buitenlandse toeristen bedient. Dan kun je ervoor kiezen om je steekproef van 300 klanten te laten bestaan uit 100 dagjesmensen, 100 buurtbewoners en 100 toeristen (Baarda & De Goede, 2009; Van der Pligt & Blankers, 2013).

1.4 Clustersteekproef
Bij een clustersteekproef gaat het niet om individuen die random geselecteerd worden, maar om hele groepen personen. Denk aan hele schoolklassen die deelnemen aan een landelijk onderzoek naar snoepgewoonten van kinderen. De reden om deze steekproeftrekkingsmethode toe te passen is vaak praktisch: het is in het onderwijs ondoenlijk om op verschillende scholen uit diverse klassen enkele leerlingen een vragenlijst in te laten vullen. Het is veel praktischer om klassenleraren een pakket enquêtes voor een hele klas toe te zenden (Van der Pligt & Blankers, 2013).

1.5 Meertrapssteekproef
Soms kun je niet in één stap eenheden uit een populatie selecteren, maar doe je dit in meerdere stappen (trappen). Je selecteert dan bijvoorbeeld aselect een x-aantal gemeenten en selecteert binnen die gemeenten weer een x-aantal bedrijven en daarbinnen weer aselect een x-aantal medewerkers (Baarda & De Goede, 2009).

2. Selecte steekproefmethoden

2.1 Gelegenheidssteekproef oftewel toevallige steekproef
Deze methode pas je bijvoorbeeld toe als je op straat alle passanten aanspreekt of een enquête uitdeelt aan alle studenten in een collegezaal. Je selectie van respondenten is niet random (willekeurig), want iedereen in je steekproef heeft iets gemeenschappelijks: ze waren binnen een bepaald tijdsbestek op dezelfde plek. Niet-random selecteren kan nadelig zijn voor de representativiteit (de mate waarin je steekproef een goede afspiegeling vormt van je populatie). Als je enquêteert in een collegezaal, dan bestaat je steekproef uit ‘studenten die naar college gaan’. Stel dat je onderzoek gaat over studievoortgang: dan kan het kwalijk zijn dat studenten die niet naar college gaan, ontbreken in je steekproef, want dat zou de resultaten van je onderzoek kunnen vertekenen. Varieer, om de kans op vertekening te verkleinen, het tijdstip, de dag en de plek waarop je enquêteert (Van der Pligt & Blankers, 2013; Baarda & De Goede, 2009).

2.2 Intuïtieve steekproef en steekproef gebaseerd op ervaring
Deze twee steekproefmethoden zijn nauw verwant. Bij een intuïtieve steekproef selecteert de onderzoeker deelnemers op basis van zijn intuïtie: de onderzoeker schat zelf in of de persoon of groep representatief is. Bij een steekproef op basis van ervaring worden mensen of groepen geselecteerd op basis van bestaande informatie, bijvoorbeeld wanneer op grond van ervaring bekend is dat de resultaten van een specifieke groep zeer representatief zijn voor de populatie en deze groep jaarlijks wordt geënquêteerd bij een opiniepeiling (Van der Pligt & Blankers, 2013).

2.3 Quotasteekproef
Deze methode lijkt op de gestratificeerde steekproef. Er wordt gewerkt met groepen (strata) binnen de steekproef die een bepaalde grootte (quotum) moeten hebben. Het verschil met de gestratificeerde steekproef is dat de strata niet aselect, maar select worden gevuld: elk stratum wordt tot aan het quotum gevuld met behulp van toevallige steekproeftrekking (Baarda & De Goede, 2009).

2.4 Doelgerichte steekproef
Hierbij worden doelgericht bepaalde subgroepen uit de populatie opgenomen in de steekproef, bijvoorbeeld om typische of extreme gevallen te onderzoeken, grote variatie te creëren, of juist zeer homogene groepen samen te stellen (Baarda & De Goede, 2009; Van der Pligt & Blankers, 2013).

2.5 Sneeuwbalsteekproef
Bij deze methode rolt het onderzoek als een sneeuwbal door de populatie en wordt de steekproef steeds groter. De onderzoeker begint met een relatief kleine groep deelnemers (respondenten). Na het invullen van de enquête vraagt de onderzoeker of de respondent nog leden uit de populatie kent die ook mee kunnen doen aan het onderzoek. Dit doe je eigenlijk alleen bij moeilijk te bereiken populaties, zoals mensen die illegaal in Nederland verblijven (Baarda & De Goede, 2009; Van der Pligt & Blankers, 2013).

Tot slot

Bij veldonderzoek loop je altijd enig risico op vertekening. Er wordt dan ook niet van je verwacht dat je een perfecte steekproef neemt die 100% representatief is. Er wordt wél van je verwacht dat je het onderzoek zo goed als mogelijk uitvoert en in je scriptiedocument duidelijk aangeeft (1) hoe je het hebt aangepakt, (2) waarom je het zo hebt aangepakt en (3) wat de mogelijke gevolgen van deze aanpak zijn voor de kwaliteit van je onderzoek. De beste plek voor deze omschrijving is je methodenhoofdstuk (de methodologische verantwoording, of ‘methodologie’).


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek in Amsterdam, Eindhoven, Leiden of Rotterdam. Je bent van harte welkom.

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek


Bronnen

Baarda, D. B., & De Goede, M. P. M. (2006). Basisboek methoden en technieken. Handleiding voor het opzetten en uitvoeren van kwantitatief onderzoek. Groningen: Wolters-Noordhoff.

Van der Pligt, J., & Blankers, M. (2013). Survey-onderzoek. De meting van attitudes en gedrag. Amsterdam: Boom Lemma.

Hoeveel tijd kost je scriptie? Reken het uit en kies je deadline

Hoeveel tijd heb ik nodig om een scriptie te schrijven? Hoeveel weken gaat het duren? En hoeveel uur moet ik voor mijn thesis reserveren? De tijd die een student nodig heeft voor zijn hele scriptieproces, varieert sterk per persoon, per situatie, per opleiding én per project. Na het lezen van dit stuk kun je uitrekenen hoeveel tijd je moet reserveren voor je scriptie.

De formule

Bereken hoeveel tijd je nodig hebt in de volgende drie stappen:

Stap 1. Bereken het totale aantal uren
Weet je hoeveel uur je in totaal nodig zult hebben? Dat bereken je als volgt: Vermenigvuldig het aantal studiepunten dat je krijgt voor je scriptie met 28. Dat is het aantal uur dat studenten volgens de opleiding nodig hebben voor de scriptie, want 1 ECTS staat voor 28 uur studeren. Er is doorgaans geen reden om aan te nemen dat jij minder uren nodig hebt. Echt niet.

Stap 2. Bereken en reserveer het aantal uren per week
Weet je hoeveel uur per week je aan je scriptie moet besteden? Dat bereken je als volgt: Deel het totale aantal uren van de scriptie door het aantal weken dat je hebt tot de deadline. Nu weet je hoeveel uur je per week nodig zult hebben om je deadline te halen. Markeer in je agenda de weekdagen en dagdelen waarop je deze uren gaat maken. Bewaak deze tijd als een tijger. Niets anders dan je scriptie mag aanspraak maken op deze tijd.

Stap 3. Maak de balans op
Heb je tijdens werkdagen weinig tijd omdat je te veel andere verplichtingen hebt, bijvoorbeeld in de vorm van commissies, bestuur, sport op hoog niveau, werk of zorg voor anderen? Dat mag – als je dat wilt. Jij bepaalt zelf waar je prioriteiten liggen. Maar als je veel andere verplichtingen hebt, en daardoor minder tijd voor je scriptie hebt, moet je er wel rekening mee houden dat het langer zal duren voor je afgestudeerd bent. Bekijk hoeveel tijd jij per week overhebt voor je scriptie en bereken met behulp van je totale aantal uren wanneer je klaar zult zijn. Wees daarbij realistisch, want onrealistische verwachtingen zijn erg demotiverend. Een scriptie wordt immers zelden in twee weken geschreven. Wil je je deadline niet uitstellen? Dan zul je meer tijd vrij moeten maken.

Tip van scriptiespecialisten

Houd er rekening mee dat een scriptie een groot project is. Grote projecten zijn niet iets voor ‘erbij’ of ‘tussendoor’. Weliswaar heb je vaak weinig contacturen, maar dat betekent niet dat je op werkdagen tijd overhebt voor bijbanen, hobby’s of vrienden. Beschouw een scriptieproject bij voorkeur als een fulltimebaan met een contract voor een aantal maanden.


Zonder vertraging een goede scriptie schrijven? Dat kan! Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek in Amsterdam, Eindhoven, Leiden of Rotterdam. Je bent van harte welkom.

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek

Scriptie schrijven in 2 weken? In 7 stappen je deadline halen

Hoe schrijf je een scriptie? Kan ik een scriptie schrijven in twee weken, een maand of een dag? Wat als ik de deadline van mijn scriptie niet haal? Maak een planning en sprint in acht stappen naar de deadline met deze tips van onze specialisten.

Kun je een scriptie schrijven in twee weken?

Een scriptie schrijven in twee weken is een ambitieus plan. Bij Studiemeesters zien we weleens dat een student twee weken voor een deadline binnenkomt en dan de indruk heeft dat hij nog niets gedaan heeft, maar er vervolgens met scriptiebegeleiding wel in slaagt zijn deadline te halen. Maar als je kijkt naar de uitspraak “Ik schreef mijn scriptie in twee weken”, dan is de vraag wat iemand precies verstaat onder ‘schrijven’. Is iemand van tevoren maandenlang bezig geweest met een probleemanalyse, het bedenken van een onderzoeksopzet en het verzamelen van informatie? Heeft iemand nog een paar weken de tijd genomen om te zitten denken (of piekeren)? En dáárna alles in twee weken bij Studiemeesters uitgeschreven? Dan heeft iemand inderdaad in twee weken zijn scriptie geschreven, maar vergeet hij voor het gemak dat er maanden denk- en leeswerk aan vooraf zijn gegaan. Ga er bij het plannen van je scriptie dus niet van uit dat je aan twee weken genoeg zult hebben.

Ik heb nog twee weken – heeft het nog wel zin?

Wat moet ik doen als ik nog maar twee weken heb? Goed. Dat kan gebeuren. Je had het druk, of je hebt te veel YouTube gekeken, en opeens heb je nog maar twee weken voor de deadline. Er staat misschien nog niets op papier wat op een scriptie lijkt. Wat moet je doen? Zoals we al zeiden is het schrijven van een scriptie in twee weken een ambitieus plan. We zien weleens studenten die het halen, maar we zien ook studenten die het niet halen. De omstandigheden moeten meezitten: één griepje en je ligt eruit. Maar je maakt een kans, en als je het niet probeert, heb je het hoe dan ook niet gehaald. Studiemeesters adviseert daarom: Ga ervoor!

Bereid je voor

Stap 1. Maak je hoofd en je omgeving leeg. Alle communicatiemiddelen zet je uit. Stel een autorespond in voor je e-mail en verander je WhatsApp-status in ‘ben er even niet’. Laat iedereen weten dat je de komende twee weken niet beschikbaar bent.
Stap 2. Begin met het opstellen van Plan B: Wat ga je doen als je het niet haalt? Zoek het uit, schrijf het op, laat het even op je inwerken. Plan B is je vangnet en zal ervoor zorgen dat je stress niet te hoog oploopt op momenten dat Plan A even heel pittig is.
Stap 3. Dan stel je Plan A op. Plan A gaat ervan uit dat je het gaat halen! Normaal gesproken is een scriptie een marathon, maar jij gaat een sprint trekken. Houd er rekening mee dat je twee weken kunt sprinten, maar dat je daarna stuk bent. De derde week heb je dus vrij – je kunt dan niet bijvoorbeeld nog een tentamen maken.

Werk Plan A uit

Stap 4. Zoek uit wat de opleiding precies van je verwacht. Wat zegt je opleiding over afstudeereisen, de indeling van je scriptie, de opbouw van je scriptie, de hoofdstukindelingen? Verzamel alle informatie die je opleiding over de scriptie aanbiedt en neem deze door tot het glashelder is wat er van je wordt verwacht.
Stap 5. Neem drie vellen paper en schrijf er A, B, en C op. Op vel A schrijf je alles wat je móét, dus alles wat je nodig hebt om je scriptie af te maken. Denk bijvoorbeeld aan een methodenhoofdstuk, want zonder dat hoofdstuk kun je niet afstuderen. Op vel B schrijf je alles wat andere zwakke punten kan compenseren. Denk bijvoorbeeld aan een extra goede methode. Op vel C schrijf je alles wat je zou wíllen doen, zoals een mooie afbeelding op de voorpagina toevoegen, of een leuk voorwoord schrijven. Zo creëer je drie verschillende to-do-lijsten.
Stap 6 is het maken van een planning. Veertien dagen achtereen zul je sprinten. Elke dag heb je zo’n negen uur waarin je kunt werken aan je scriptie. Heel veel meer kunnen mensen niet doen. Die negen uur verdeel je in blokjes van twintig minuten. Tussendoor plan je pauzes in waar je je ook aan houdt. Maak op deze manier een overzicht van blokjes in een agenda of een Word- of Excelbestand. De eerste anderhalve week plan je gedetailleerd in. In deze periode werk je aan het uitvoeren van to-do-lijst A. Verdeel de taken in kleine stapjes en verdeel deze over de blokjes. Alle extra dingen of ideeën die in je opkomen tijdens het uitvoeren van to-do-lijst A, noteer je meteen op lijst B of C. De tijd die je nog overhoudt, kun je besteden aan to-do-lijst B en vervolgens aan C.

Ga sprinten

Stap 7. Voer de planning voor de eerste anderhalve week uit. Na anderhalve week moet je to-do-lijst A af zijn. Je hebt nog een halve week over. Maak weer een planning op basis van de beschikbare negen uur per dag, verdeeld in blokjes van twintig minuten. Plan eerst to-do-lijst B in en daarna -als er nog tijd over is- to-do-lijst C. Als je wilt, mag je nu wat langere dagen gaan maken en eventueel wat minder slapen.

Tips voor de eerste anderhalve week

Houd jezelf scherp met de volgende tips voor de uitvoering van Plan A:

  • Alle extra dingen of ideeën die in je opkomen tijdens het uitvoeren van to-do-lijst A, noteer je meteen op lijst B of C.
  • Als je een onderdeel van je planning niet afkrijgt, laat je dat deel liggen en ga je door naar de volgende taak die op je planning staat. Waarom? Omdat je wel iets kunt inleveren als je alle afzonderlijke delen voor 80% af hebt, maar niets kunt inleveren als je enkel het geheel voor 80% af hebt, maar bijvoorbeeld het laatste hoofdstuk van je scriptie volledig ontbreekt.
  • Eet gezond en slaap voldoende. Waarom? Omdat je zonder goede nachtrust niet kunt presteren. Doe twee uur voordat je naar bed gaat, niets meer aan je scriptie, anders slaap je slecht. Meer dan negen uur per dag aan je scriptie werken en minder dan acht uur slapen doe je in deze anderhalve week nog niet, anders houd je het sprinten niet twee weken vol.

Bonustip: Neem scriptiebegeleiding

Moet je snel klaar zijn? Met de scriptiebegeleiding van Studiemeesters kom je vooruit! Iedere student van elke opleiding kan zich inschrijven voor extra scriptiebegeleiding. Het maakt niet uit hoe ver je bent of hoeveel tijd je nog hebt. Met de juiste uitleg en een flinke stok achter de deur boek je in korte tijd grote vooruitgang.


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek in Amsterdam, Eindhoven, Leiden of Rotterdam. Je bent van harte welkom.

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek

9 scriptietips voor afstuderen zonder studievertraging

Hoe voorkom je studievertraging door je scriptie? De scriptietips voor snel afstuderen zijn best logisch. Zó logisch dat bijna iedereen vergeet om dit aan je te vertellen. Gelukkig snappen onze scriptiebegeleiders wat studenten nodig hebben om het beste uit zichzelf te halen. Daarom zetten zij alle ‘logische’ scriptietips voor je op een rij. Met deze negen scriptietips studeer je op tijd af zonder stress of studievertraging.

Scriptietip 1. Houd voldoende tijd vrij voor je scriptie

Een scriptie is een groot project. Grote projecten zijn niet iets voor ‘erbij’ of ‘tussendoor’. Beschouw een scriptieproject daarom als een fulltime baan met een contract voor een aantal maanden. Weet je hoeveel uur je in totaal nodig zult hebben? Reken het uit aan de hand van het aantal studiepunten. Weet je hoeveel uur per week je aan je scriptie moet besteden? Dat bereken je als volgt: Deel het totale aantal uren van de scriptie door het aantal weken dat je hebt tot de deadline. Nu weet je hoeveel uur je per week nodig zult hebben om je deadline te halen. Markeer in je agenda de weekdagen en dagdelen waarop je deze uren gaat maken. Bewaak deze tijd als een tijger. Niets anders dan je scriptie mag aanspraak maken op deze tijd.
Heb je op weekbasis te weinig tijd vrij voor je scriptie, omdat je te veel andere verplichtingen bent aangegaan? Dat mag als je dat wilt, maar houd er rekening mee dat het langer duurt voor je afstudeert. Stel een nieuwe deadline door uit te rekenen hoeveel weken je nodig zult hebben met het aantal uren per week dat je over hebt voor je scriptie. Wees realistisch, want onrealistische verwachtingen zijn erg demotiverend. Wil je je deadline niet uitstellen? Dan zul je meer tijd vrij moeten maken.

Scriptietip 2. Plan naast je scriptie voldoende vrije tijd in

Vrije tijd is tijd waarin je niet hoeft te werken of te studeren. Hoe weet je of je voldoende vrije tijd hebt? Dat bereken je als volgt: tel het aantal uren per week voor je scriptie en het aantal uren dat je werkt bij elkaar op. Je zou op zo’n 40 uur uit moeten komen. Heel veel meer dan 40 uur werken en studeren wordt in het algemeen niet aangeraden vanwege de negatieve effecten op je motivatie en je concentratie. Met drie dagen werken en twee dagen scriptie is een week in principe vol. Vrije tijd heb je nodig: in het weekend en in de avonden leuke dingen doen draagt bij aan je ontspanning en dat draagt weer bij aan je concentratie en je motivatie voor de volgende dag.

Scriptietip 3. Werk vanuit een basis die staat als een huis

De basis van een scriptie bestaat uit een heldere probleemanalyse, een keuze voor theorie en methodiek en een hoofdstukindeling. Het ontwerpen van een goede basis kan veel tijd kosten – soms neemt het wel de helft van je scriptietijd in beslag -, maar het loont. Als je basis eenmaal staat, kun je van start met je onderzoeksfase: verzamel telkens de benodigde informatie en schrijf een hoofdstuk. Voer gestaag je basisplan uit, zonder een meesterwerk te verwachten. Een scriptie is in wezen ‘gewoon een opdracht’, maar dan groter, vrijer en zelfstandiger dan je gewend bent. Maak er niet meer van dan het is. Blijf voor ogen houden dat je doel bestaat uit het schrijven van een conclusie die gebaseerd is op informatie uit de voorgaande hoofdstukken.

Scriptietip 4. Gebruik alle informatie van je opleiding

Verzamel alle informatie die je opleiding over je scriptie verstrekt. Neem alle informatie goed door. Begrijp je de informatie niet? Vraag uitleg tot je het begrijpt. Raadpleeg de informatie tijdens je scriptieproces regelmatig.

Scriptietip 5. Accepteer dat het soms niet leuk is

Een scriptie gaat gepaard met oncomfortabele momenten. Je motivatie en je concentratie worden flink op de proef gesteld. Je zit weleens vast, soms moet je urenlang puzzelen voor je een alinea kunt schrijven en een enkele keer moet je een stap terugdoen in je project. Dat voelt vervelend, maar het hoort erbij én het heeft een functie, want vaak leidt zo’n moment tot een inzicht of een beslissing over je koers. Blijf daarom niet hangen in uitstel of frustratie als je vastzit, maar werp een objectieve blik op de situatie waar je je in bevindt. Ga na waar je tegenaan loopt, bedenk wat mogelijke oplossingen zijn, kies de meest geschikte oplossing, voer deze uit en kijk of het werkt. Hoeveel zin je hebt, doet er soms even niet toe. Blijf objectief en neem het niet persoonlijk.

Scriptietip 6. Creëer een vaste setting om aan je scriptie te werken

Creëer goede gewoonten, want dingen die je automatisch doet, kosten geen moeite. Goede gewoonten creëer je zo:
– Zoek een vast studiemaatje.
– Kies een vaste plek om samen te studeren. Liever niet thuis, zodat je aan het einde van de dag letterlijk en figuurlijk de deur achter je kunt dichttrekken.
– Studeer elke week op dezelfde dagen en tijden.
– Kies vaste begin- en eindtijden voor pauzes. Zet die tijden in het alarm van je telefoon.
– Schakel de vliegmodus van je telefoon in.
– Installeer ColdTurkey of SelfControl op je laptop en gebruik het.
– Leer jezelf de pomodorotechniek aan.
En ten slotte: Beloon jezelf na een dag studeren!

Scriptietip 7. Zorg goed voor jezelf tot je afstuderen

Goed voor jezelf zorgen is écht de makkelijkste manier om je concentratie en je discipline te versterken. Zo zorg je goed voor jezelf: Slaap niet te veel en niet te weinig, sport, eet genoeg groente en fruit, drink niet te veel koffie, vermijd alcohol en drugs, pak je rust en neem tijd voor jezelf als je vrij bent.

Scriptietip 8. Leer bij

Voor het schrijven van een scriptie heb je bepaalde vaardigheden nodig. Denk aan onderzoeksvaardigheden, schrijfvaardigheden of timemanagement. Misschien merk je tijdens je scriptieproces dat je een vaardigheid onvoldoende beheerst en dat dit je voortgang belemmert. Ga dan actief op zoek naar informatie. Lees een boek, bekijk YouTube-video’s, laat je bijpraten door een studiegenoot of neem scriptiebegeleiding. Alles wat je nodig hebt om een scriptie te schrijven, kun je leren.

Scriptietip 9. Trek aan de bel als je vastzit

Kom je niet vooruit, terwijl je alles geprobeerd hebt? Dan is je huidige aanpak blijkbaar niet effectief. Blijf niet doormodderen onder het motto “Ik moet gewoon beter mijn best doen”. Er moet iets veranderen. Ga objectief en eerlijk na wat er nu eigenlijk aan de hand is: Is er te weinig tijd om aan je scriptie te werken? Mis je cruciale vaardigheden? Heb je net te weinig kennis? Ben je te vermoeid? Heb je te veel twijfels om te kunnen handelen? Lijk je last te hebben van een writer’s block? Kun je je op geen enkele manier concentreren? Kun je de motivatie gewoon niet opbrengen? Lijd je aan studieontwijkend gedrag? Zoek een oplossing voor datgene waar je tegenaan loopt. Sluit jezelf niet op met het idee dat je ‘het zelf moet doen’. Ga juist praten en sparren met verschillende mensen; dat inspireert. Waarschijnlijk is alles waar je tegenaan loopt herkenbaar voor anderen en kun je er gewoon wat aan doen. ‘Zelf’ is wat anders dan ‘alleen’.

Bonustip: Neem scriptiebegeleiding!

Studiemeesters bestaat uit een groep gespecialiseerde, betrokken professionals met heel veel ervaring. Elke hbo- en wo-student kan zich inschrijven voor scriptiebegeleiding. Wat de reden ook is dat je je aanmeldt, onze scriptiebegeleiders zorgen dat je snel weer verder kunt met je scriptie. Dit doen ze op verschillende manieren: ze controleren bijvoorbeeld regelmatig of je goed bezig bent met je scriptie, werpen een kritische blik op je literatuur of helpen je feedback van de opleiding te interpreteren. Als je perfectionistisch bent en te lang blijft steken op bepaalde hoofdstukken van je scriptie, motiveren onze scriptiebegeleiders je om toch de vaart erin te houden. Ben je geneigd om het werken aan je scriptie uit te stellen? Door regelmatig met onze scriptiebegeleiders af te spreken en concrete doelen te stellen, wordt die berg van een scriptie een stuk beter te overzien.


Zonder vertraging een goede scriptie schrijven? Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek in Amsterdam, Eindhoven, Leiden of Rotterdam. Je bent van harte welkom.

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek