Hoe studeer je met autisme?

Bijna dagelijks komen autistische studenten naar Studiemeesters met vragen als “Hoe pak je studeren het beste aan als je autistisch bent?” en “Waarom gaat studeren met autisme niet met hetzelfde gemak als bij studenten die niet autistisch zijn?”. Om die vragen te beantwoorden hebben we dit artikel geschreven, in samenwerking met autistische studenten die we hebben geholpen hun studie op de rit te krijgen. Deze elf tips hielpen al tientallen autistische studenten die bij ons kwamen voor advies!

Informatieverwerking

Autisme is een variatie in een neurologisch spectrum die vooral invloed heeft op de manier waarop je informatie verwerkt. Die informatieverwerking is bij iemand met autisme niet slechter dan bij een ander, maar wel anders dan wat de meeste mensen gewend zijn. Zo vind jij het veel gemakkelijker om details waar te nemen, terwijl mensen die niet autistisch zijn het gemakkelijker vinden om snel de hoofdzaak te onderscheiden van de bijzaken.

Aanpassingen en hulp

Het onderwijs is ingericht op zogenaamde neurotypische mensen, dus mensen die niet autistisch zijn. Dat betekent dat je aanpassingen zult moeten aanbrengen aan de standaardmanier van studeren, want die is niet voor jou bedacht. Daarnaast mag je je omgeving vragen om bepaalde aanpassingen en om hulp. Daar heb je recht op.

Studietips voor autisme

Met deze tips kun je alvast aan de slag:

  1. Besef dat je niet gemankeerd bent, maar juist voor bepaalde zaken natuurlijke aanleg hebt. Hoe minder een ander verstand heeft van autisme, hoe meer hij of zij jou benadert alsof er iets mis met je is. Dat is niet zo! Autisme maakt sommige taken lastiger, maar andere gemakkelijker. Zoek waar je goed in bent, en specialiseer je daarin.
  2. Zorg ervoor dat je in een prikkelarme omgeving studeert. Denk hierbij aan een stille, koele ruimte waar je zintuigen niet te veel worden afgeleid door mensen of dingen om je heen. Voor iedereen is het lastig om met lawaai op de achtergrond te studeren, maar voor jou waarschijnlijk nog veel meer: je kunt het geluid niet mentaal buitensluiten. Zorg er dus voor dat je zo’n plek vindt.
  3. Hoofd- en bijzaken onderscheiden gaat bij jou wat langzamer, dus neem de tijd. Autistische studenten hebben veel oog voor detail, en dat is heel vaak een voordeel: je ziet niet snel per ongeluk iets over het hoofd. Maar dat betekent ook dat het je meer tijd kost om uit een grote hoeveelheid informatie datgene te filteren wat je nodig hebt voor je scriptie of je tentamen. Plan dus langere studietijd voor jezelf in.
  4. In groepjes samenwerken aan opdrachten zal van iedereen wat extra afspraken vergen. Zorg ervoor dat jij een taak krijgt waarin je comfortabel bent, of dat nou het presenteren, onderzoeken of schrijven is. Wanneer je de anderen vertelt over je autisme, kun je daarbij het beste concreet aangeven wat je nodig hebt. Denk hierbij aan heldere afspraken, een uitgeschreven planning, een rustige omgeving, et cetera.
  5. Vraag om hulp met plannen. Juist omdat de taken voor je studie zo’n wirwar kunnen zijn, groeit het plannen je al snel boven het hoofd. Vraag aan een medestudent, een familielid, een vriend, een docent of Studiemeesters of ze samen met jou willen plannen. Zorg er dan voor dat je ook je vrije tijd, je hobby’s en je andere taken inplant.
  6. Zorg voor regelmaat. Zorg ervoor dat je niet in de stress hoeft te schieten over de vraag wanneer je wat precies moet doen. Een bijbaantje met een onregelmatig rooster is waarschijnlijk niks voor jou. Probeer zoveel mogelijk iedere week hetzelfde in te plannen, dat scheelt je energie! Houd voor het overzicht een agenda bij.
  7. De meeste studenten en medewerkers van universiteit en hogeschool hebben werkelijk geen idee wat autisme inhoudt, laat staan hoe het is om te studeren met autisme in een omgeving die weinig over autisme weet. Helaas, maar het is niet anders: jij zult hardop moeten melden wat jij nodig hebt om feedback te begrijpen of om samen te kunnen werken. Wees duidelijk en leg kalm uit hoe iemand ervoor kan zorgen dat jij zijn of haar verwachtingen begrijpt. Vraag bijvoorbeeld of je je scriptiebegeleider een verslag van je scriptiegesprek mag mailen, zodat er geen misverstanden ontstaan. Maak afsprakenlijsten. Zorg ervoor dat je kalm uitlegt wat je nodig hebt, schrijf dit desnoods van tevoren op. Als het toch niet goed werkt, vraag dan of je iemand mee mag nemen die meer weet van jou of van autisme om de communicatie te verbeteren.
  8. Discriminatie en uitsluiting liggen helaas nog steeds op de loer voor autistische studenten. Dit wordt deels veroorzaakt door onwetendheid over autisme, en deels door onbereidwilligheid om zich in te leven in de situatie van een ander. Van je docenten mag je zeker verwachten dat ze dat een halt toeroepen, en zéker niet dat ze eraan meedoen. Is dit toch het geval? Zoek dan hulp bij je vertrouwenspersoon, en zorg ervoor dat je een plek hebt waar je je veilig en rustig kunt terugtrekken.
  9. Vraag om aanpassingen in je programma. Je hebt er recht op dat delen van je programma aangepast worden aan jouw behoefte. Denk daarbij aan extra tentamentijd, een langere tijdsduur voordat je vakken vervallen, een rustiger tentamenplek, extra gesprekken voor je scriptie, enzovoorts. De meeste instellingen hebben een medewerker of een afdeling die zich hierop richt. (Zoek op “studeren met een functiebeperking” en de naam van jouw instelling.)
  10. Vind een vertrouwenspersoon die jou begrijpt en naar je luistert. Het kan namelijk erg frustrerend zijn als je op onbegrip stuit. Denk hierbij aan een docent, een decaan of een studieadviseur.
  11. Ook buiten de universiteit en hogeschool zijn er extra hulpmiddelen. Bij DUO kun je op grond van een functiebeperking vaak iets langer studiefinanciering krijgen. Afhankelijk van je diagnose heb je soms recht op een Wajong-uitkering. Informeer bij de gemeente of je een persoonsgebonden budget kunt krijgen voor extra hulp bij planning, concentratie, studeren en het organiseren van je leven. Vraag dan gelijk of je externe begeleiding op je opleiding of bij Studiemeesters vergoed kunt krijgen, want het helpt om iemand te hebben die met je meedenkt over je planning en je opleiding.

Survivalgids voor autistische studenten

Een publicatie die je niet mag missen, de Survivalgids voor autistische studenten van Kinge Siljee. Met deze Survivalgids is er eindelijk een complete gids voor hoe je studeert, maar ook hoe je student bent, dus hoe je vrienden maakt, woont, werkt en jezelf aan het werk zet. Nieuwsgierig geworden? Bestel het boek Survivalgids voor autistische studenten van Kinge Siljee bij de boekhandel, koop je exemplaar bij een vestiging van Studiemeesters, of bestel het online bij Amsterdam University Press.


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek. Dat kan op een van onze locaties, telefonisch of online. We helpen je graag verder!

Meld je aan

Studeren voor tentamens: de fout die iedereen maakt (jij waarschijnlijk ook)

De kans is groot dat de manier waarop je studeert voor je tentamens en toetsen, niet goed is. We hebben namelijk allemaal foute studeertechnieken aangeleerd. Hieronder vind je de dingen die je níét meer moet doen op een rijtje – en je leest er natuurlijk ook wat je wél moet doen!

Niet doen

  • Lezen: totaal niet effectief!
    Als je studieboeken leest, merk je waarschijnlijk dat je het moeilijk vindt om je aandacht erbij te houden. Het is vaak droge, taaie kost die je moet verwerken. Als je gedachten afdwalen onthoud je helemaal niks, en de kans is groot dat je volgende week weer vergeet wat je vandaag leest. Je houding is passief en je slaat niks op.

  • Onderstrepen en highlighten: niet effectief!
    Je ziet het bijna alle studenten doen: belangrijke zinnen en woorden onderstrepen in boeken en readers. Alleen: de meeste studenten weten niet welke zinnen belangrijk zijn en welke niet, waardoor je cruciale informatie mist. Perfectionistische studenten highlighten daarom hun hele boek met zo’n gele marker, wat natuurlijk vrij weinig oplevert, behalve een geel boek.

  • Samenvatten: weinig effectief
    Het maken van een samenvatting (of zelfs het kopen van een samenvatting) levert twee problemen op: je mist de onderlinge samenhang van de feitjes uit je boek, en je mist vaak cruciale details. Een samenvatting leren is iets effectiever dan onderstrepen, maar de kans dat je zakt omdat je op het tentamen de stof totaal niet herkent, is nog altijd erg groot.

Wel doen

  • Tentamens oefenen: bijzonder effectief!
    Heb je oefententamens voor je vak? Wacht dan niet tot het laatste moment om te testen of je de stof goed kent, maar begin er gelijk mee. Tentamens oefenen (in het begin met je boek erbij) is de meest efficiënte en effectieve manier om te studeren. Je bent dan namelijk niet alleen bezig met het verwerven van kennis, maar je leert haar ook toe te passen en in de vorm te gieten die je docent van je verwacht.

  • Tentamenvragen vervaardigen: bijzonder effectief!
    Zodra je weet hoe er wordt getoetst, kun je zelf de stof omzetten in tentamenvragen. Zo leer je niet alleen direct de stof toe te passen, maar leer je ook te denken als je docent: op welke manier kan hij of zij vragen aan je stellen, en wat voor antwoorden worden er verwacht? Bonus: je kunt je zelfbedachte tentamenvragen delen met medestudenten, waardoor je elkaar toetst.


Met de juiste aanpak presteer je veel beter op tentamens. Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek in Amsterdam, Eindhoven, Leiden of Rotterdam. Je bent van harte welkom.

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek

Mijn zoon of dochter haalt te weinig studiepunten! Wat moet ik doen?

Uw kind is volwassen, woont misschien al op zichzelf, heeft een eigen leven. Nu is het halen van punten en motivatie om te studeren zijn of haar eigen verantwoordelijkheid. Dat is soms lastig, zeker als u het gevoel heeft dat uw zoon of dochter te weinig studeert, niet op de juiste wijze studeert, en lastig te motiveren is. Hoe ga je daarmee om? Vijf tips voor ouders van studerende kinderen.

1. Stimuleer uw kind om uw hulp te vragen

Studeren moet je leren; het is een ritme waar je in moet komen. Vaak is de studietijd een heftige periode: een student moet leren op eigen benen te staan en voor tentamens te studeren. Een student moet wennen aan een nieuwe stad, nieuwe mensen en een nieuwe manier van leven – en leren. Het helpt als uw zoon of dochter bij u om hulp kan vragen. Dat hoeft niet inhoudelijk te zijn; hulp bij planning of een luisterend oor is ook heel goed.

2. Stimuleer positief

De wortel werkt beter dan de stok. Beloon uw zoon of dochter als hij of zij hard studeert en punten haalt. Dat kan in de vorm van een cadeau of een activiteit, maar complimentjes werken ook al heel goed. Straf werkt niet, en dat zou ook niet moeten: je studiepunten niet halen is al straf genoeg.

3. Laat los

De consequenties van het niet halen van punten voor deze generatie studenten zijn veel groter dan toen u jong was: studieschulden liepen niet zo hoog op, er was waarschijnlijk geen negatief bindend studieadvies, en over de scriptie mochten studenten nog eeuwig doen voordat er vakken gingen vervallen. Voor die consequenties wil iedereen zijn of haar eigen kind natuurlijk behoeden. Toch zal hij of zij het vooral zelf moeten doen. We begrijpen het: het is moeilijk als je niet meer met docenten kunt overleggen en er compleet geen grip meer is op de dagindeling van uw zoon of dochter. Toch hoort dit ook bij volwassen worden: uw zoon of dochter moet zijn of haar eigen fouten leren maken. Laat af en toe even los; een keer zakken voor een tentamen hoort erbij.

4. Blijf begripvol

Bij Studiemeesters horen we vaak wat ouders niet horen: bij ons komen óók studenten die uit schaamte niet aan hun ouders durven te vertellen dat ze een tentamen niet hebben gehaald of dat ze een blok te weinig hebben gestudeerd. Ouders zetten vaak goedbedoeld druk op hun kinderen om te presteren, maar dat kan ook als gevolg hebben dat een studerend kind niet meer durft te zeggen wat er misgaat. Wij hebben daar heel extreme vormen van gezien, tot verzonnen diploma’s aan toe. De gevolgen zijn desastreus: ernstig verstoorde verhoudingen in de familie, stress, schaamte, depressies, ruzie, en natuurlijk nog steeds geen diploma. Wees begripvol, zodat uw kind om hulp durft te vragen.

5. Zoek hulp als het te veel wordt

Als de spanning over een studie die niet lekker loopt te hoog oploopt, kan het verstandig zijn de hulp van een specialist in te schakelen. Dat kan bij een studentenpsycholoog, een studieadviseur, of bij Studiemeesters. Juist een specialist in motivatie en effectief studeren kan de lucht klaren en ervoor zorgen dat er vooruitgang wordt geboekt, zodat het bij de (schaarse) momenten samen ook eens ergens anders over kan gaan!


Studiebegeleiding op maat past altijd. Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier.

“Waarom heb ik niet genoeg discipline om te studeren?”

Begin jij pas onder druk van je deadline aan je scriptie? Begin je veel te laat met leren voor een tentamen waardoor je de avond ervoor nog tot laat aan het stampen bent? Sla jij jezelf soms voor je kop dat je te weinig doet? Game en Netflix je liever dan dat je studeert?

Je bent natuurlijk niet aan je studie of je scriptie begonnen om vervolgens uit te stellen en je studie te ontwijken tot het allerlaatste moment. Waarom sla je dan telkens weer veel te laat je boek open of begin je veel te laat met schrijven? De specialisten van Studiemeesters leggen het je uit. Er zijn verschillende oorzaken voor dit type uitstelgedrag. In dit blog sommen we drie veel voorkomende uitspraken van uitstellende studenten op. Welke uitspraak is het meest op jou van toepassing?

1. “Ik vind het vak niet boeiend”

Probleem: Elke studie heeft zo’n vak waar niet doorheen te komen is. Te veel studiestof, ingewikkelde berekeningen of een onderwerp waar je later helemaal niks mee wilt gaan doen, maar waar je wel vanaf moet zijn. Als je dat dikke studieboek ziet, open je liever Netflix of sociale media. Bij dit vak ga je zelfs liever afwassen dan studeren.

Oplossing: In dit geval is het slikken of stikken: je moet het vak halen! Wat het beste werkt is met een groep vrienden of op studiedagen aan de slag gaan met het vak, en jezelf tussendoor belonen met iets leuks als je je aan je schema houdt. Laat je controleren door je vrienden, familie of een bijlesdocent. Zorg ervoor dat je het studeren voor dat vak aan het begin van de week plant, dan is de rest van de week in elk geval leuker qua studiewerk.

2. “Ik ben te lui”

Probleem: Tot nu toe hoefde je eigenlijk niet veel te doen voor je studie. Op de middelbare school kon je met een beetje opletten en in het boek bladeren voldoendes halen, en op het hbo en de universiteit is dat eigenlijk niet anders. Tot nu toe kwam je weg met af en toe aan de slag gaan, maar nu je harder aan de bak moet, kun je jezelf niet aan het werk zetten. Je zit te gamen, gaat leuke dingen doen met vrienden, leest het hele internet uit, en kijkt hele seizoenen van series.

Oplossing: Goed nieuws: je bent waarschijnlijk slimmer dan de gemiddelde student op je opleiding. Waar andere studenten studiediscipline hebben aangeleerd door heel erg hard te studeren, heb jij jezelf geleerd dat je met minimale inspanning op het laatste moment ook succes kunt behalen. Maar ja, al ben je de slimste student, je studeert niet af als je niks doet. Dus zet je intelligentie eens in voor je studie, in plaats van voor games en plot twists in films. Maak een slim studieschema en hang deze op de koelkast. Spreek met huisgenoten of vrienden af dat ze je controleren. Of kom op onze studiedagen voor een stok achter de deur!

3. “Mijn leven is gewoon te vol”

Probleem: Je sociale leven is nog nooit zo druk geweest als nu. Festivals, feestjes, terrasjes – de stad bruist en het nachtleven lonkt! Of je hebt bestuurs- of commissiewerk van je vereniging, waar veel tijd in gaat zitten. Misschien heb je een bijbaantje dat ongemerkt meer tijd kost dan je eigenlijk zou willen. Voor je het weet, is er weer een week voorbij zonder dat je ook maar een boek hebt opengeslagen.

Oplossing: Beschouw je studie als je werk. Als iemand je vraagt of je naar het strand of het park wil terwijl je aan het werk bent, dan zeg je geen ja! (Hoe graag je dat zou willen.) Je werk is een afspraak met een ander, maar je studie is een afspraak met jezelf. Waarom zou die afspraak niet net zo hard zijn? Plan eerst je studie, en plan daarna je afspraken eromheen. Lukt het niet? Kom dan je studieontwijkend gedrag verhelpen op de studiedagen. Je doet op studiedagen waarschijnlijk drie keer zoveel als thuis en om vijf uur trek je voldaan de deur achter je dicht. Daarna kun je gamen, films kijken of het nachtleven in. Dan is de avond écht van jou.


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek. Dat kan op een van onze locaties, telefonisch of online. We helpen je graag verder!

Meld je aan

Hoe haal je het meeste uit je scriptiezomer?

Balen! Je moet door met je scriptie tijdens de zomer. Hoe zorg je ervoor dat je goede voortgang boekt en toch af en toe een terrasje kunt pakken? Studiemeesters geeft je de zeven gouden regels.

1. Plannen, plannen, plannen

Een scriptie kan zo groot worden als je ‘m zelf maakt. Vooral het begin van een scriptie kan een warrig proces zijn, waarbij je informatie zoekt, artikelen leest, onderwerpen afbakent, op zijsporen terechtkomt, en maar blijft lezen. Essentieel is daarom dat je deze fase beperkt tot ongeveer een kwart van de tijd die je hebt ingepland voor je scriptie. Daarna moet je hoofdvraag echt staan! De rest plan je dan in per hoofdstuk, en vergeet niet dat je aan het eind flink tijd overhoudt voor het nalezen van je stuk, het verbeteren van de lay-out en het nalopen van je bronnen.

2. Plan je scriptie én je leuke dingen

Je kunt een marathon lopen, en een sprint sprinten, maar je kunt een marathon niet sprinten. Verwacht dus niet van jezelf dat je zeven dagen per week van de vroege ochtend tot de late avond bezig gaat zijn met je scriptie, want dat hou je nog geen week vol. De vuistegel: zeven dagen achter elkaar is het langst dat je je kunt concentreren, dus als je nog zeven dagen hebt kun je sprinten. Bij elke taak die langer dan acht dagen duurt plan je om de zes dagen een dag helemaal vrij. Bij een taak die langer duurt dan vijf weken plan je twee dagen per week vrij, het liefst achter elkaar. Plan op de dagen die je vrij hebt ook écht leuke dingen: een dagje strand, een dagje festival, een dagje terras, of gewoon op de bank een dagje Netflix met de gordijnen dicht.

3. Word een monnik of een non (maar niet alléén maar!)

Scriptie is topsport. Jezelf motiveren om in de ochtend aan het werk te gaan en je dan de hele dag concentreren terwijl de hele stad bol staat van de festivals en de feestjes en de vrolijke terrasgangers, is niet gemakkelijk. Doorzetten terwijl Instagram ontploft van de strand- en vakantiefoto’s is soms bijna onmogelijk. Probeer jezelf af te sluiten van dat soort berichten op dagen dat je aan je scriptie gaat werken. En ga op je vrije dagen niet tot het gaatje: kijk uit met alcohol en drugs, en let op je slaap. Als je moe bent, krijg je niks uit je handen. Blijf bewegen, goed eten en lekker veel ijswater drinken. Wees lief voor je lijf, dan houd je het langer vol. Maar: geniet ook met volle teugen van je vrije tijd! Doe wat jij het leukst vindt (mits je er niet helemaal stuk aan gaat).

4. Doe het niet alleen

Je bent niet de enige die in de zomer zijn of haar scriptie moet schrijven. Kijk maar eens rond in de UB of in de mediatheek, en lees door de succesverhalen heen op sociale media: er zijn zat andere mensen die deze zomer hun scriptie moeten schrijven. Maak samen met hen een plan, motiveer elkaar, houd de pauzes gezellig en praat met elkaar over je planning.

5. Werk vanaf je hoofdstructuur naar beneden

En nu: schrijven! Maak niet de klassieke beginnersfout door te beginnen bij je inleiding. Je begint bij je hoofdvraag, en daarna ga je verder met je deelvragen. Van daaruit maak je je hoofdstukindeling, en die deel je op zijn beurt weer in in paragrafen. Vervolgens markeer je hoeveel woorden je ongeveer per paragraaf wilt hebben, en pas daarna begin je met schrijven. Je schrijft niet je inleiding eerst, maar het eerste hoofdstuk dat daarop volgt (meestal je theoretisch kader). Zo voorkom je dat je steeds tekst loopt te verschuiven en te verplaatsen, waardoor je onnodig veel energie kwijt bent aan de structuur van je stuk.

6. Gebruik voorbeelden

Grote kans dat je begeleider met vakantie is en je vrienden die je van feedback kunnen voorzien ook niet in de buurt zijn. Niet getreurd! Gebruik de databank van scripties van je opleiding om te kijken hoe andere studenten die scriptie hebben aangepakt. Hoe ziet hun hoofdstukindeling eruit? Hoeveel bronnen hebben ze gebruikt, en hoe hebben ze hun methode verantwoord? Schrijf NOOIT teksten over! Deze voorbeelden kunnen je inzicht geven in hoe groot (of hoe klein, eigenlijk) het onderzoek is dat van je wordt verwacht.

7. Hou je onderwerp eenvoudig en je analyse complex

De meeste studenten hebben de neiging hun onderwerp te groot te maken. Dat hoeft niet – een eenvoudig, goed afgebakend onderwerp kun je veel beter grondig uitdiepen dan een heel breed onderwerp. Zorg ervoor dat je genoeg te zeggen hebt over je onderwerp om een conclusie te kunnen schrijven die voldoende diepgang heeft (“aan de ene kant…aan de andere kant…”)

En vooral: houd het hoofd koel, deze zomer!


Zonder vertraging een goede scriptie schrijven? Dat kan! Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek in Amsterdam, Eindhoven, Leiden of Rotterdam. Je bent van harte welkom.

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek

Studeren met faalangst

Heb je een verhoogde hartslag tijdens je tentamens? Staat het zweet je in de handen als een docent je een vraag stelt? Of heb je zelfs wel eens een black-out gehad? Dan heb je last van faalangst. Faalangst is slecht voor je studieprestaties en je gezondheid. Maar wat is faalangst precies en wat kun je eraan doen?

Wat is faalangst?

(Faal)angst is een reactie van je lichaam op iets wat je als bedreigend ervaart. Je hersenen maken stresshormonen aan om je alert te maken en je lichaam voor te bereiden op vechten of wegrennen. In situaties van fysiek gevaar kan dat heel nuttig zijn, maar tijdens een tentamen of presentatie heb je daar natuurlijk niks aan!

Is faalangst slecht voor je?

Een heel klein beetje spanning is goed voor je prestaties. Het zorgt ervoor dat je ook de niet-leuke dingen van je studie oppakt, omdat je niet achterop wilt raken. Bij faalangst is de stress echter zo groot dat je jezelf in de weg zit. Daarnaast kan faalangst zo extreem zijn dat je niet kunt slapen van de stress, waardoor je sneller ziek wordt.

Wat is de oplossing voor faalangst?

1. Vermijd negatieve gedachten
Het is wetenschappelijk aangetoond dat negativiteit heel slecht is voor je studievoortgang. Denken: “Ik haal het toch niet”, tegen jezelf zeggen dat je het niet kunt, te veel nadenken over de negatieve consequenties van het niet halen van je tentamen of deadline: het is doodvermoeiend en slecht voor je concentratie. Zorg er dus voor dat je jezelf, je talenten en je inspanningen niet neerhaalt, en wees aardig voor jezelf.

2. Beweeg!
Faalangst wordt veroorzaakt door een negatief mentaal beeld van jezelf als student, maar de reactie erop is fysiek: zweten, snel ademen, een versnelde hartslag enzovoorts. Stress kun je verminderen door te sporten. Ga bijvoorbeeld in de pauze hard fietsen, of doe thuis yoga-oefeningen. Fysieke inspanning zorgt ervoor dat de stresshormonen niet door je lichaam blijven gieren. Ademhalingsoefeningen kunnen hierbij ook helpen.

3. Verander je gewoontes
Verander bepaalde tijdrovende routines, zoals telkens weer op de klok kijken wanneer je met een tentamen bezig bent, je eigen antwoorden (fout) verbeteren, of je blindstaren op een lastige vraag. Bij het identificeren van je slechte routines en het aanleren van betere routines kan Studiemeesters je goed helpen.


Presteer je niet goed door faalangst of perfectionisme? Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier.

Stop met uitstellen, voorkom studieontwijkend gedrag!

Ooit kwam Marieke, studente kunstmatige intelligentie, zuchtend en steunend mijn spreekkamer binnen. “Ik heb ernstige sog,” zei ze, alsof ze leed aan een ernstige ziekte. “Gisteren heb ik weer de hele dag mijn tijd verdaan met grappige foto’s van katten en filmpjes van vallende mensen.”

Marieke was duidelijk ongelukkig met haar uitstelgedrag. Ze was zelfs zo ongelukkig dat ze dacht dat ze een zware aandoening had die haar dwong om naar YouTube en blogs te surfen.

Gelukkig voor Marieke is studieontwijkend gedrag geen ziekte – althans, geen chronische. Ze was binnen twee maanden dankzij een intensieve training weer prima op weg en ze is inmiddels afgestudeerd. Ze had eerder moeten ingrijpen, vindt ze nu: het had haar minstens een jaar stress en uitloop gescheeld.

Ongeveer tachtig procent van de Nederlandse studenten geeft toe weleens studieontwijkend gedrag te vertonen. Waarom ontwijken studenten massaal hun studietaken? En: valt daar iets aan te doen, zoals in het voorbeeld van Marieke?

Soggen

Studieontwijkend gedrag (sog) is een term die zo ingeburgerd is geraakt dat je mensen vaak de afkorting ervan hoort gebruiken als werkwoord. Van de zomer heb ik het nog gezien: in het park nam een meisje dat al een uur zuchtend tekeningetjes zat te maken op haar studieboek haar telefoon op met: “Hai. Alles goed? Ik zit te soggen.” Maar niet alleen in het park wordt ‘gesogd’. Loop bijvoorbeeld eens door een drukke bibliotheek: je ziet Facebook op alle laptops, je hoort alle smartphones constant trillen door Ping- en WhatsApp-berichten.

Eigenlijk is het vreemd gedrag. Iemand gaat naar de bibliotheek om aan de slag te gaan, neemt zich ook voor om de hele dag hard te werken, maar doet uiteindelijk heel weinig. Hoe kan dat?

Uitstelgedrag

Studieontwijkend gedrag is volgens psychologen onderdeel van een groter probleem: uitstelgedrag. Je neemt je voor om iets te doen, maar in plaats daarvan doe je iets anders, terwijl je wel met je hoofd bij je oorspronkelijke klus zit. Echt ontspannen ben je dus niet, maar je krijgt ook niks voor elkaar. Ook werkende mensen hebben er last van: de belastingpapieren worden niet op tijd ingeleverd, werknemers staan te kletsen in de koffiehoek, het strijkgoed blijft liggen en de dakgoot wordt maar niet ontstopt.

De plaats van de uitgestelde taken wordt vaak ingenomen door andere kortdurende werkzaamheden die een bepaalde kortetermijnbehoefte bevredigen. Een kort level van een spel uitspelen, bijvoorbeeld, bevredigt je behoefte aan afleiding en aan snel succes. E-mail en Facebook checken bevredigt je behoefte aan een snelle afleiding van sociale aard. Stofzuigen bevredigt je behoefte aan controle over je leefomgeving.

Uitstelgedrag is niet aangeboren. Het komt vaker voor in welvarende landen, waar de schade van uitstelgedrag vaak financieel te compenseren is. Wat meer studieschuld, een overstromende regenpijp, een boete door een te late aangifte: eigen schuld, dikke bult; spreek wat spaargeld aan en het negatieve effect is opgelost. Daarentegen zal een inwoner van een arm land die zijn gezin moet voeden met de oogst van zijn land het zaaien natuurlijk niet uitstellen. Zo verklaren psychologen althans dat het verschijnsel een typisch probleem is van welvarende landen.

Uitstelgedrag is schadelijk

Desondanks is uitstelgedrag, en dus ook studieontwijkend gedrag, wel heel schadelijk. Ten eerste wordt er simpelweg minder werk verzet door uitstellende werknemers, raken daken lek door verstopte dakgoten en worden er boetes uitgeschreven voor mensen die te laat zijn met hun belastingaangifte. Een econoom durft desgevraagd geen nauwkeurige schatting te geven van de financiële schade die door uitstelgedrag wordt veroorzaakt, maar hij vermoedt dat het totaalbedrag gemakkelijk in de miljarden loopt – en dat voor Nederland alleen.

Dan is er natuurlijk nog andere schade. Onderzoek toonde aan dat uitstellende studenten ongezonder zijn dan niet-uitstellende studenten: ze slapen slechter, eten minder gezond en hebben een slechtere band met hun ouders, waarschijnlijk omdat ze vaker liegen over hun slechte prestaties. Uitstellers hebben vaak ook minder zelfvertrouwen. Daarnaast halen ze veel lagere cijfers en doen ze minder vaak een vervolgopleiding. Bovendien stoppen uitstellers vaak voortijdig met hun studie. Genoeg redenen om er iets aan te doen!


Stop met uitstellen. Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier.